Generatie 05

GENERATIE  05               1525 – 1610

05.a1   HENRICK  ZANTEGOETS, zoon van Henrick 04.b1, 1527 – <1580
05.a2   ROELOFF SANTEGOETS, zoon van Henrick 04.b1, ±1528 – <1561
05.a3   GERITKE SANTEGOETS, dochter van Henrick 04.b1, ±1530 – ±1590
05.a4   JUTKE  SANTEGOETS, dochter van Henrick 04.b1, ±1531 – 1594
05.a5   JAN SANTEGOOTS, zoon van Henrick 04.b1, ±1533 – ±1595
05.a6   AERT SANTEGODS, zoon van Henrick 04.b1, ±1535 – >1599
05.a7   ANDRIES SANTEGOETS, zoon van Henrick 04.b1, ±1537 – >1604

< betekent “overleden vòòr”, > betekent “overleden na”.

Onderstaande families leefden in een roerige tijd.
Als u kennis wilt nemen van wat er zoal gebeurde tijdens hun leven klik dan hier.

05.a1   HENRICK  ZANTEGOETS

05.a1   HENRICK  ZANTEGOETS,   zoon van Henrick   04.b1

Geboren: in 1527,  overleden: voor 1580.
Gehuwd : met Beelke, de dochter van Adriaen Henrick de Haernismaker
    en met: Barbara Jans van de Biechelaer. Zij is overleden na 1590.
Kinderen :
06.a1   Adriaen,  geboren rond 1560
06.a2   Barbara,  geboren rond 1562
06.a3   Jan,  geboren in  1564
06.a4   Henrick,  geboren rond 1566
06.a5   Heylke,  geboren rond 1568

In 1551 vindt in Liempde een erfdeling plaats van de familie Haernismaker.[1] Dochter Beelke erft daarbij :

Henrick is op dit moment 24 jaar en mogelijk heeft hij deze erfdeling met meer dan gewone belangstelling gevolgd, omdat het zijn toekomstige vrouw betreft. Zoals we gezien hebben overlijdt zijn vader enkele jaren hierna en in 1557 wordt Henrick genoemd in een akte waarin staat vermeld welke goederen uit een erfdeling aan de familie ‘Zantegots’ toebehoren.

Zijn geboortejaar is af te leiden uit een akte van 1559 waarin ‘Henrick Henrick Zantegoets oudt omtrent 32 jaeren’ met enkele andere buurtgenoten verklaart dat in een bepaalde familie bij het overlijden van de ouders zware schulden bleken voor te komen zodat het terecht is dat de momboiren van de achterblijvende onmondige kinderen enkele zaken verkopen om executie te voorkomen.[2] Rond deze tijd is Henrick ook met genoemde Beelke getrouwd en hebben zij zich in Oirschot gevestigd in de buurtschap Naestenbest. Toen er kinderen kwamen zijn eerst de namen van de ouders van Beelke (Adriaen en Barbara) vergeven en vervolgens de namen van Henricks ouders (Henrick en Heylke). Mischien heeft men daartoe besloten omdat Beelkes ouders reeds waren overleden en men op hun nalatenschap een bedrijf begon.

In 1561 erft Henrick eerst van een oom van moeders zijde ruim 20 gulden zoals hiervoor werd vermeld, waarna in mei van dat jaar de goederen van zijn ouders worden verdeeld [3] :

Uit de erfenis van genoemde oom van moeders zijde wordt in1563 door de erfgenamen, waaronder Henrick Henrick Santegoets, een ‘brief van drie karolus gulden’ overgedragen aan de Heilige Geest (dit is het armen bestuur) en het capittel.[4] In 1565 kopen ‘Henrick ende Andries gebroederen zoenen Henrick Willems Zantegoetst ‘‘een stuck landts geheyten den Benacker, gelegen in der prochien van Boextel onder Nunsel indt Elsbroick’.[5] Verdere aktiviteiten van Henrick in Boxtel of Naestenbest zijn niet bekend. In 1580 wordt in een akte Beeltke de weduwe van Henrick Santegoets genoemd, dus Henrick is voor die tijd overleden.[6]

In 1586 vindt de erfdeling plaats :[7]

Oirschot R.A.143 f.199v/200          21 oktober 1586

De te verdelen goederen zijn:

Alles bij elkaar lijkt het zo ongeveer overeen te komen met de goederen welke van de beide ouders afkomstig zijn.In de akte staat niet uitdrukkelijk dat Beelke ook wijlen is, maar meestal werd pas tot erfdeling overgegaan nadat beide ouders waren overleden. In 1588 vinden wij echter een akte die handelt over het onderhoud van ene Beelke en welke hier in extenso volgt:[8]

Ofschoon de gegevens in deze akte niet overeenstemmen met hetgeen ons over de familie bekend is (een dochter Aleydt wordt niet bij de erfdeling genoemd, mogelijk heeft deze akte dus betrekking op een andere Beelke die weliswaar met Henrick Willems  maar niet met Henrick Willems Santegoets was gehuwd), is een en ander toch opgenomen als een voorbeeld hoe een regeling voor de oude dag kon worden getroffen.

In 1594 verkopen de gezamenlijke kinderen ‘een vierde gedeelte in eenen hoybempt gelegen inde prochie van Boxtel ter plaetssen Cleyn Liemde, het Hulser genaemt, groot wesende den geheelen bempt omtrent twee dachmaten hoys,’ alsmede ‘een stuxken lants groot omtrent acht thanen royen ofte in sulker voegen ende grootte als inde prochie van Boxtel aende groote brugge vanden heerlyckheyt van Oirschot comende gelegen is’ en wordt de ’tochte in een stuxken ackerlants groot omtrent een lopensaet gelegen inde prochie van Boxtel aende groote brugge naer Oirschot gaende’ afgestaan aan hun zuster Heylke.[9]


[1]Liempde R.A.16 f. 6v   [2] Boxtel R.A.68 f. 42   [3] Idem f. 190   [4] Boxtel R.A.76 f. la   [5] Boxtel R.A.70 f. 98  
[6] Boxtel R.A.80 f. 51   [7] Oirschot R.A.143 f. 199v  [8] Oirschot R.145b f.288  [9] Boxtel R.A.75 f.128

05.a2   ROELOFF SANTEGOETS

05.a2   ROELOFF SANTEGOETS,   zoon van Henrick   04.b1

Geboren : rond 1528, overleden voor 1561
Gehuwd met : Lyske, de dochter van Jan Tybosch van Wolfswinckel.
Kind:
06.b1   Henrick,  geboren in 1558

Roeloff wordt pas in een akte vermeld na zijn overlijden. De eerste vermelding komt voor bij de erfdeling van de goederen van zijn ouders in 1561. [1]  Daarbij worden namelijk de ‘ momboiren ende tuteuren van Henricken ombejaert soen wylen Roelofs, soen wylen Henrick ende Heylwygens voirscreven, byden selven Roeloven ende Lysken dochtere Jans Tybosch voirscreven te samen verweckt’ genoemd.

Uit een andere akte weten we dat zoon Henrick in 1558 is geboren, zodat het niet onaannemelijk is dat Roelof het slachtoffer is geworden van de pest welke in 1557 en 1558 heerste. Wat dat voor gevolgen had in Boxtel verhaalt de volgende akte :[2]

Scepenen ende kerkmeesteren der heerlicheyt van Boxtel gedaight byden vorster van Boxtel, geexamineert wesende op silvere interrogatorie ons schepenen voirscreven geschriftelicken geexhibeert ende overgegeven hebben op henre eeden by hen tauderen tyde int ainvangen van hennen scependomme gemachticht vanden scoutet van Boxtel gedaen, getuycht ende gedeponeert waer te zyn dat hen deponenten seer wel is kennelicken ende is warachtich,
dat zyndert de hoochtyde van Sinte Marie Magdaleene dach anno 1500 zeven ende vyfftich bynnen de heerlicheyt van Boxtel is geweest soo groote benautheyt van peste, meere dan in anderen plaetschen, vryheyden ofte dorpen onder die Meyerie der stadt vanden Bosche resorterende,
dat zulcke noch gelycke peste in menschen gedenckenisse inde zelve heerlicheyt van Boxtel niet en is gesien geweest, welcke peste (God betert) tot opten dach van huyden nyet en resseert mer alnoch strenge regneert,
ende dat inde heerlicheyt van Boxtel te woonen plachten omtrent twyntich hondert off een ende twyntich hondert communicanten, vande welcken zyndert den voirscreven hoochtyde van Sinte Marie Magdalenen dach anno 1500 zeven ende vyfftich gestorven zynde vande pesten over de achthondert personen onder die prochie van Boxtel wonende.
Overmidts welcke groote benautheyt van peste die heer van Boxtel met zynen geheele familie, dmeeste deel vande priesteren, die scouthet, scepenen, die wyntaverniers, brauwers, tappers, backers, vleeschouwers ende andere innegesetenen van Boxtel neeringe doende ende vander pesten onbesmet wesende, henre habecatien ende woningen hebben verlaten ende zynde buyten Boxtel getrocken in zulcker vuegen, dat inde heerlicheyt van Boxtel inden voirleden jayre van zeven ende vyfftich in vyer ofte vyff maenden tyts egheen neeringe gedaen en worde, hoe wel dat nochtans bynnen Boxtel zynde over de negen ende twyntich tavernen daermen byeren vercopt ende vyer wyntavernen, die een genaempt is ‘dat Hert’, daer men die wynen gewoentlicken is inne te leggen met grooten stucken meerdere ende mindere die oyck den voirscreven tyt van vyer ofte vyff maenden nyet eenen pot wyns en hebben getapt, in zulcken vuegen dat die kerckmeesters benoidicht waren der kercken wyn omme die Misschen mede te celebreren inde kercken van Boxtel te doen halen bynnen de stadt vanden Bosche.
Dat oyck inden voirleden jayre van zeven ende vyfftich bynnen Boxtel waren wonende vyff ofte zes backers, die allen daghen gewoenlyck waren te backen ende te vercopen zoo wel teruwen ale roggen broot, die cyck den tyt voirscreven henre huysinge, neeringe ende backerien hebben moeten verlaten.
Dat insgelycx ten zelven tyde voirscreven inde heerlicheyt van Boxtel zes ofte zeven vleeschouwers, die allen weecken bynnen Boxtel plachten beesten te slaen ende vleesch te vercopen, die tzelve hebben moeten verlaten ende hebben egheen vleesch den tyt voirscreven vercoft gehadt, zulcx dat alle crancken ende syecken ende allen anderen bynnen Boxtel hen schoon broot, vleesch ende alle tgene hen doen ter tyt van noode was, zynde genociffiteert geweest te laten halen inde stadt vanden Bosch, ende want Godlycken ende behoyrlycken is der waerheyt getuygenisse te geven bysondere alsmen daertoe wittelicken wordt versocht.
Soo hebben wy scepenen etc. Actum 23e julij anno 1500 acht ende vyfftich.


[1] Boxtel R.A.68 f. 190   [2] Boxtel R.A.67 f. 123

05.a3   GERITKE SANTEGOETS

05.a3   GERITKE SANTEGOETS,   dochter van Henrick   04.b1

Geboren: rond 1530, overleden: rond 1590
Gehuwd met: Corstiaen, zoon van Goyaerts van den Hoevel. Hij is overleden na 1588.
Kinderen: niet bekend.
Woonde in Boxtel

Geritke is genoemd naar haar grootvader van moeders zijde en bij de aldaar beschreven erfenis in 1561 van haar oom is zij reeds getrouwd. Bij de erfdeling van de goederen van haar ouders op 5 mei 1561 is vermeld :

In 1565 is Geritke genoemd in de reeds genoemde akte betreffende de overdracht van een schepenbrief van drie carolus door een aantal erfgenamen van haar oom.

In 1588 laat zij met haar man een testament vastleggen :[1]

Verder worden in het testament 29 gu1den voor missen ter jaargetijde gereserveerd (voor 2 gulden sjaars) en wordt twee stuiver toegezegd aan de St. Jan in Den Bosch, de kerken van Boxtel en Best en de vier biddende orden. ‘Haer falie‘ belooft zij aan het altaar of het klooster van Onsen Lieven Vrouw, voor een ‘casuffel‘. Omdat er geen eigen kinderen worden genoemd mogen we aannemen dat die, althans op dit moment, er niet waren.


1 Boxte1 R.51 f. 40  

05.a4   JUTKE  SANTEGOETS

05.a4   JUTKE  SANTEGOETS,   dochter van Henrick   04.b1

Geboren: rond 1531, overleden: in 1594.
Gehuwd met: Goyaert, zoon van Dirck van Hees. Hij overleed in 1594.
Kinderen: Henrick, Roeloff, Jan, Lysken, Heylke en Marike.
Woonachtig in Boxtel

Bij de erfenis van haar oom in 1561, zowel als bij de erfdeling van de goederen van haar ouders in datzelfde jaar is Jutke gehuwd :

In 1594 verkopen de kinderen van Goijaert Dircx van Hees en Jutke dochter Henrick Santegoodts samen met Andries Henrick Santegodts ‘een stuck heyvelts, de Cleyn Hey genompt ‘ [1], waarna in dat zelfde jaar nog een erfdeling plaats vindt.


1 Boxtel R.75 f. 127v en f. 141

05.a5   JAN SANTEGOOTS

05.a5   JAN SANTEGOOTS,   zoon van Henrick   04.b1

Geboren: rond 1533, overleden: rond 1595.
Gehuwd met: Jenneke, dochter van Willem Jan Adams van de Broeck. Zij overleeft Jan en overlijdt na 1608.
Kinderen :
06.c1   Jan,  geboren rond 1561
06.c2   Henrick,  geboren rond 1563
06.c3   Mathys,  geboren rond 1565
06.c4   Peter, geboren rond 1567

Ook voor Jan heeft de eerste vermelding betrekking op de erfenis en de erfdeling in 1561:

In ditzelfde jaar verkoopt hij uit de erfenis (van zijn oom Jan Gerits Jacops) zijn aandeel ter grootte van 1/32 deel voor 9 gulden en 15 stuiver [1], en samen met de broers en zusters van zijn vrouw ‘een stuck acker landts hen als sy seeghden competerend, gelegen inde prochie van Boextel ter plaetsen genoempt Ottenbosch ‘ voor 21 gulden.[2]

In 1563 zijn er problemen in de familie van zijn vrouw met betrekking tot een rente van drie Ryx gulden tsjaers [3], maar de schepenen doen in het aangespannen geding een uitspraak waarmede de zaak kennelijk is afgedaan. Toen broer Roeloff overleed en een ‘ombejaerde zoon Henrick‘ achterliet, werd Jan voogd hierover. Als zodanig treedt hij op in de jaren 1564,1565 en1579 [4,5,6,7].

In 1565 koopt hij tevens  ‘huys, hoffstadt ende hoff, gelegen inder prochie van Boextel ander Lennishoevel‘.[8] Hij belooft daarvoor te betalen 36 gulden ineens en verder jaarlijks 4 gulden. Deze laatste som kan worden afgekocht voor 72 gulden en in de marge van de akte staat vermeld dat dit in 1567 is gebeurd.

In datzelfde jaar verkoopt hij een rente van 5 gulden jaarlijks (af te lossen met 100 gulden) uit een akker in ‘Cleynder Liempde‘ :

‘s-Hertogenbosch R.A.1390 f. 196          7 augustus 1567

Gedurende bijna 30 jaar ontbreken verdere gegevens over Jan, tot in 1595 sprake is van Jenneke weduwe Jan Henrick Santegodts [9], en door Ariaen, de zoon van haar zwager Henrick uit Oirschot een restant van 6 gulden wordt opgeëist vanwege de verkoop van een paard :

Boxtel R.A.10 f. 86 10 oktober 1595

Een jaar later koopt ‘ Jenneke weduwe Jan Henrick Santegodts ‘ seker stuck ackerlants gelegen inde prochie van Boxtel ter plaetssen Lennis-hovel genoempt, groot ontrent een sestersaet lants ‘ .[10]

In het boek van de ‘ setters vande contributien ende lasten der baenderye van Boxtele, van Pincxten 1604 tot Pincxten toe 1605 ‘ komen we tegen onder
Boextel Binnen‘ [11] : ‘ Jenneken Santegoidts  3 st’
Cleyn Liempde‘ [12] : ‘ br. van Jenneken Santegoidts landt ende hoeve 12½ st ‘.

In 1607 staat Jenneke een vijfde gedeelte van de opbrengst van haar goederen af aan haar zoon Jan. Dit blijkt een waarde te vertegenwoordigen van 140 gulden, dus het totale bezit kan worden geschat op 600 gulden. Omdat Jan zijn verkregen recht meteen doorverkoopt aan zijn broers, die hem daarvoor pas na overlijden van Jenneke het bedrag van 140 gulden hoeven te betalen, hetgeen in mei 1616 is geschied, lijkt het aannemelijk dat Jenneke in 1616 is overleden.[13]

In 1608 wordt het resterende 4/5 gedeelte overgedragen aan haar drie andere zonen, echter [14] :


[1] Boxtel R.A.68  f.203   [2] Boxtel R.A.75 f. 229v   [3] Boxtel R.A.9 f. 34  
[4] Boxtel R.A.70 f. 45v   [5] Idem f. 125v   [6] Boxtel R.A.72 f. 39v   [7] Idem f.48v 
[8] Boxtel R.A.70 f. 89  [9] Boxtel R.A.72 f.2v  [10] Boxtel R.A.75 f. 192v
[11] Boxtel R.A.50 f. 200v   [12] Idem f. 207v  [13] Den Bosch R.A.1479 f.157 
[14] Den Bosch R.1480 f.335  

05.a6   AERT SANTEGODS

05.a6   AERT SANTEGODS,   zoon van Henrick   04.b1

Geboren: rond 1535, overleden: na 1599.
Gehuwd : voor 1562 met Jenneke, dochter van Peter Bartholomeussen
en Catharyna Everts. Zij overlijdt eveneens na 1599
Kinderen
06.d1   Peter,   geboren rond 1570
06.d2   Adriaen,   geboren rond 1572
06.d3   Anna,   geboren rond 1574

Aert erft evenals zijn  broers en zusters in 1561 uit de nalatenschap van zijn oom Jan Jacops [1,2] en krijgt ook zijn deel bij de erfdeling van de goederen van zijn ouders [3] :

In 1562 vermeldt een akte in Liempde [4]:

Deze erfrente kan worden gelost voor 104 carolus gulden.

In het volgende jaar draagt Aert met een aantal andere personen een brief van drie gulden op aan de armenkas in Boxtel [5]. Hierna vinden we een tijdlang niets over hem, tot hij in 1579 voor een tijd van twee jaar 42 gulden leent van zijn neefje Henrick, zoon van broer Roelof.[6]

De volgende akte staat weer genoteerd in Liempde en wel in 1581. [7]  Deze heeft weer betrekking op de reeds genoemde Clootsbuender, welke nu door erfgenamen van Peter Bartolomeussen wordt verkocht.

Als zijn broer Henrick in Oirschot is overleden, wordt Aert voogd over de achtergebleven kinderen, althans wordt hij als zodanig in 1586 in een akte genoemd. [8]  
Een jaar later verkoopt hij in Liempde een stuk land ter plaatse Fisser Heye wat genoemd wordt Hulseis.[9].

In 1593 blijkt hij bij iemand voor 23 gulden in het krijt te staan [10]  en in 1595 verkoopt hij ‘ een stuck ecker lants groot omtrent vyff lopensaet gelegen inde prochie van Boxtel ter plaetssen Selissel, genoemt het Voerbeken’ en ‘een stuck ackerlants gelegen aldaer ter plaetssen voerscreven groot omtrent een sester ‘. [11]. Deze akkers zijn van zijn vrouw afkomstig.

De laatste akte dateert van 1599, en heeft betrekking op ‘ Aert Henrick Willems Santegodts, als man ende mombaer van Jenneken dochter Peter Meeussen syne huysvrouwe ‘ , en handelt over de verkoop van ‘ seker stuck ackerlants gelegen inde prochie van Boxtel ter plaetssen Selissel genoemt, groot synde ontrent drie vierder vat lants ‘.[12]


[1] Boxtel R.68 f.170  [2] Idem f.175   [3] Idem f.190  [4] Liempde R.16 f.93v   [5] Boxtel R.76 f.la  [6] Idem R.72 f.39v
[7] Liempde R.17 f.2  [8] Oirschot R.143 f.199v  [9] Den Bosch R.1416 f.91  [10] Boxtel R.75 f.87v  [11] Idem f.163v 
[12] Boxtel R.76 11 dec 

05.a7   ANDRIES SANTEGOETS

05.a7   ANDRIES SANTEGOETS,   zoon van Henrick   04.b1

Geboren : rond 1537, overleden : na 1604.
Gehuwd : met Everartda , dochter van Huybert Everts.
Kinderen :
06.e1   Daniel,  geboren. rond 1570
06.e2   Jan,  geboren in 1575
06.e3   Roeloff,  geboren rond 1576

Andries is de jongste telg uit het gezin van Henrick en de laatste persoon van de vijfde generatie. Ook hij wordt genoemd bij de erfenis in 1561 [1, 2]  en de erfdeling in datzelfde jaar [3] :

Drie maanden na het passeren van deze erfdelingsakte verkoopt Andries 1/32 gedeelte van de goederen uit de nalatensohap van zun oom voor 8 carolus gulden en 16½ stuiver.[4]

Vanaf 1562 pacht Andries een hoeve in Onrode volgens notities in de boeken van de Rekenkamer in Brussel, de hoofdstad van Brabant [5, 6]  :

In het volgende jaer staat een soortgelijk verhaal genoteerd [7] , echter werd daarbij 112 pond boter van 2 stuiver het pond in mindering gebracht, vervolgens 2 lopen raepen voor 5 st – 6 den. en tenslotte nog eens 24 3/4 pond boter van 1 st – 3 oort het pond. Ook hierbij is de boter door de vrouw van Andries ‘inde koecken‘ geleverd.

In 1567 werd 156 pond boter van 2 st. geleverd, alsmede 3 hamels van 35 stuiver per stuk en werd aan de scheper 1 stuiver uitbetaald [8]. In 1568 gelden voor het laatst de genoemde voorwaarden [9] en worden ‘ verleet aen seker saken des heren van Boxtel, die somme van 12½ st, aen drie busselen latten te houden 1 st – 1 den, den decker betaelt 12 st. ‘
Vanaf het pachtjaar 1568 – 1569 wordt een nieuw contract toegepast waaraan onderstaande kosten verbonden zijn:

Overicht van de pacht verplichtingen van de heren van Boxtel

Aan aftrek werd toegepast :

Met dit laatste jaar is een pachttermijn van 6 jaar afgelopen en met nagenoeg dezelfde bepalingen wordt nu een pachtcontract voor de tijd van drie jaar aangegaan. [16]:

Brussel Rekenkamer nr. 19249 f.11

Verder vermeldt de akte nog tien mud gerst voor 66£ en 5 st, twee mud boekweyt voor 8£ – 10 st en tot slot 2 mud haver voor 6 £. In hetzelfde boek staat vermeld dat men van Andries ontvangen heeft 6 gld – 10 st ‘ vanden schaerhoute inde hooen weyde ende het loo tot Onrode ‘. Ook wordt weer een en ander in mindering gebracht , te weten: [15]

Andere gegevens betreffende deze pachtovereenkomst zijn niet bekend.
Voor een akte die betrekking heeft op een schuldbekentenis moeten we terug naar het jaar 1564, waarin ‘ Andries soen wylen Henrick Willemsz heeft gelooft als schulder principael op hem ende op allen zyn goeden hebbende ende vercrygende te betalen een malen roggen der maten van Boxtel ende vyff ende twintich carolus gulden ‘. [17]  
Een jaar later koopt hij samen met zun oudere broer Henrick ‘ een stuck lants geheyten den Benacker, gelegen inder prochien van Boextel onder Munsel indt Elsbroick ‘. [18]  

In 1566 koopt hij ‘ een ackerlandts gemeyndelyck geheyten Smollers acker, metter halver stege daer by aenliggende, gelegen inde prochie van Boextel onder den hertganck van Onroede ‘. [19]

In de eerste jaren van de tachtigjarige oorlog die dan begint zijn er geen akten die op Andries betrekking hebben. Pas in 1580 wordt hij weer vermeld als koper van ‘een stuck weylandts’ wederom in Onrode en grenzend aan een stuk land dat hij daar reeds bezit. [20] Inmiddels is Andries dan wel getrouwd en heeft drie zonen, waarvan er een ‘onnosel‘ is. De naam van zijn vrouw kennen we alleen uit een akte van 1582 waarin de kinderen van Huybert Everts als erfgenamen worden genoemd van een oom en tante en waarbij het erfgoed wordt verkocht. [21] Als ‘ man ende momboir van Everartda synder huysvrouwe ‘ wordt genoemd Andries Hanricxssen. Dat hiermee Andries Henricx Santegoets bedoeld wordt valt af te leiden uit het feit dat bij de nakomelingen vanaf dit moment de naam Evert gebruikt gaat worden, wat zelfs tot op de dag van heden is voortgezet.

In hetzelfde jaar 1582 koopt Andries nog ‘ een stuck heyvelts gelegen ter plaetssen genoemt aen Schathuys ‘ [22], en in 1585 ‘ eenen acker lants gemeynlyck geheyten den Gheer, gelegen inder prochie van Boxtel ter plaetsen genoemt Onroy ‘ voor ‘ vyff ende veertich karolus gulden ‘. [23 ] Laatstgenoemde akker blijkt te grenzen aan een stuk land wat toebehoort aan de kinderen van zijn onlangs overleden broer Henrick uit Oirschot. Voor zover deze kinderen nog ‘onmondig‘ zijn fungeren Andries en zijn broer Aert als voogd. [24]  
In 1592 zijn ze volwassen en dan koopt Andries van hen ‘ een stucksken heyvelts gelegen inne die prochie van Boxtel ter plaetssen genoemd Munsel ‘, ‘synen leven ende synen huysvrouwen leven gedurende, de tochte ende derffrechte nae hunne beyder afflyvicheyt ten behoeve van Daniel synen ombejaerden onnoselen soone‘. [25] Tegelijkertijd verkoopt hij ‘ een vierdegedeelt in een heyvelt inde Doirselen ‘, en een half jaar later ‘ een stuck ackerlants hem als hy zegde toecompeterende, gelegen onder Boxtel ter plaetsschen genoemt Inde Gemonse Ackeren ‘. [26]

In 1594 koopt hij samen met zijn zwager Goyaert van Hees in Munsel ‘ een stuck heyvelts, de Cleyn Hey genoemt ‘ [27] waarna ‘ inde prochie van Boxtel onder den hertganck van Onroy’ enige goederen worden gekocht door ‘ Danielen, Jan ende Roeloffen, kynderen Andrieske soone Henricx Zantegodts ‘ [28]. Andries zelf neemt op zich om de kosten te betalen, te weten 75 gulden. Een paar maanden later koopt hij voor 44 gulden de helft van ‘ een heycamp groot omtrent seven wertsen ofte soo groot ende cleyn als den selven inden prochie van Boxtel ter plaetsen Munsel in Elde genaemt ‘  ‘tot behoeff van Danielen, Jannen ende Roeloffen syne kynderen ‘. [29]. Samen met de kinderen van zijn zuster Jutke verkoopt hij vervolgens ‘ een stuck heyvelts, de Cleyn Hey genompt ‘ [30] en treedt hij op als voogd van Heylke, een dochter van zijn broer Henrick uit Orschot [31]

In hetzelfde jaar 1594 raakt Andries verwikkeld in enkele processen. Zelf is hij eiser in het proces [32] :

Aangezien dit proces verder niet meer genoemd wordt, is een en ander kennelijk tot genoegen geregeld.

Van een proces wat niet zo soepel verloopt is sprake in de zaak Peters Jacopsse van Rund, contradicteur, tegens Andriessen Henrix Santegodts cum suis, verwerderen [33]. Het komt in de maanden juni, juli, augustus en september steeds op de rol voor, maar wordt steeds aangehouden. Bovendien is het onduidelijk wat er precies aan de hand is. In oktober krijgt de contradicteur te horen dat hij de zaak niet moet dreineren [34] :

Als het al de bedoeling was om hiermee wat schot in de zaak te krijgen, enig resultaat in die zin werd er niet mee bereikt. [35]  De zaak blijft op de rol voorkomen en in februari 1595 lezen we [36]:

In maart en april gebeurt er niets bizonders. [37]

In mei komt de onveilige toestand als gevolg van de tachtigjarige oorlog ter sprake [38]

In juni, juli en october wordt de zaak aangehouden [39], eind october wordt het geharrewar uitdrukkelijk vermeld [40] :

Een klein succesje heeft Andries hierbij dus toch geboekt.

De zaak gaat verder in december [41] :

Op 19 december vindt weer uitstel plaats [42], waarna in januari 1596 de volgende litanie wordt opgetekend [43] :

Bij de volgende zitting van de dingbank wordt vermeld [44] :

In februari wordt de zaak aangehouden, maar dan verschijnt tevens een nieuwe zaak op de rol [45] :

Ook hierbij is het niet duidelijk waar de eiser aanspraak op maakt. In de volgende zitting wordt de zaak tegen Peter van Rund aangehouden [46]
Corstiaen Eymberts is ook weer aanwezig [47] :

Maar dat is nog niet voldoende, er meldt zich nog een derde [48] :

Veertien dagen later dient in de eerste zaak de contradicteur ‘van rejectie in scriptis‘ [49] en wordt de tweede zaak aangehouden. [50]
In april geeft Andries schriftelijk antwoord in zaak 1 [51] en wordt zaak 3
aangehouden [52]. Deze twee zaken komen ook weer op de rol voor in mei [53].

Meer informatie over deze rechtszaken is niet bekend. Wel blijkt uit de opsomming dat men ook in die tijd niet alleen de mogelijkheid had om een geschil voor te leggen (die voor het merendeel betrekking hadden op geldkwesties), maar tevens om de behandeling daarvan ernstig te vertragen.

Voor een gewone transactie keren we weer terug naar 1595 [54] waarbij ‘ een ackerlant gelegen inde prochie van Boxtel ter plaetsschen Casteren genoemt ‘ wordt gedeeld en Andries de westkant krijgt toebedeeld, alsmede een stuk groesveld, gelegen aldaer. Op een en ander rust een jaarlijkse last van drie carolus gulden aan de heren van het capittel. Tegelijkertijd wordt ook ‘ een heycamp als sy comparanten tegens Leonen Conincx, rentmeester alhier in coope verchregen hebben gehadt, gelegen inde prochie van Boxtel ter plaetssen Munsel genoemt ‘ gedeeld. Andries krijgt daarbij het gedeelte ‘zuytwaarts‘ wat strekt ‘ tot de potagie der voorscreven beecken daer te lanx duergaende ‘.

Andries wordt het laatst genoemd in een lijst [55] van de
‘ Setters vande contributiën ende lasten der baenderye van Boxtele
van Pincxten 1604 tot Pincxten toe 1605.
Munsell , Onroy , : 181 gld – 3 st – 6 ort.
Andries Santegoidts : 4 st ‘


[1] Boxtel R.68 f.170  [2 ]Idem f.175  [3] Idem f.190  [4] Idem f.203  [5] Brussel Rekenkamer 19237 f.6  [6] Idem 19239 f.6v en 21  [7] Idem 19240 f.6v en 19  [8] Idem 19241 f.6v en 18v  [9] Idem 19242 f.6v en 20  [10] Idem 19243 f.9 en 19v  [11] Idem 19244 f.10 en 19v   [12] Idem 19245 f.10v en 22v  [13] Idem 19246 f.11v en 23  [14] Idem 19247 f.11  [15] Idem 19248 f.11v en 26v  [16] Idem 19249 f.21 en 22v  [17] Boxtel R.70 f.19  [18] Idem f.98  [19] Idem f.130  [20] Idem R.72 f.52v  [21] Boxtel R.74 f.11v  [22] Idem f.13v  [23] Idem f.45v  [24] Oirschot R.143 f.199v  [25] Boxtel R.75 f.48  [26] Idem f.51  [27] Idem f.112 [28] Idem f.113  [29] Idem f.118v  [30] Idem f.127  [31] Idem f.128 [32] Boxtel R.10 f.16v  [33] Boxtel R.10 f.13 , 17 , 20 , 25 , 32v  [34] Idem f.38  [35] Idem f.41v , 45 , 56  [36] Idem f.58v   [37] Idem f.60v , 62 , 66  [38] Idem f.70   [39] Idem f.76 , 80v , 82v , 84 , 86   [40] Idem f.87v  [41] Boxtel  R.11 f.7v   [42] Idem f.12   [43] Idem f.16v  [44] Boxtel R.11 f.23   [45] Idem f.29v   [46] Idem f.33v   [47] Idem f.34   [48] Idem f.33   [49] Idem f.37   [50] Idem f.37v   [51] Idem f.41   [52] Idem f.44v   [53] Idem f.47 , 48 , 48v   [54] Boxtel R.75 f.180v  [55] Boxtel R.50 f.200