Generatie 10

Generatie 10  1690 – 1810

10.a01Andries Goyaert Santegoets1686 – 1748Boxtel
10.a02Jenna Clara Goyaert Santegoets1688 – 1718+Boxtel
10.a03Jan Goyaert Santegoets1690 – 1747Boxtel
10.a04Francis Goyaert Santegoets1692 – 1728Esch
10.a05Goyaert Goyaert Santegoets1694 – 1724Boxtel
10.a07Anna Maria Goyaert Santegoets1697 – 1763Boxtel
10.a09Willem Goyaert Santegoets1701 – 1701±Boxtel
10.a10Adriaen Goyaert Santegoets1703 – 1747Boxtel
10.a11Petronella Goyaert Santegoets1704 – 1746+Boxtel
10.a12Willem Goyaert Santegoets1706 – 1735+Boxtel
10.a13Clara Goyaert Santegoets1708 – 1752Boxtel
10.b1Egidius Gijsbert Santegoets1700 – 1736Best
10.c1Maria Anthony Santegoets1707 – 1724+St.Michielgestel
10.d1Jenneke Evert Santegoets1707 –Gemonden
10.d3Jan Evert Santegoets1713 – 1785Boxtel
10.d4Frans Evert Santegoets1716 – 1750+Boxtel
10.d5Jenneke Evert Santegoets1718 – 1764-St. Michielgestel
10.d6Adriaen Evert Santegoets1723 –St. Michielgestel
10.d7Petronella Evert Santegoets1727 – 1783+St. Michielgestel
10.e1Jennemarie Martien Santegoets1711 – 1777±Boxtel
10.e2Jan Martien Santegoets1712-Boxtel
10.e3Hendrik Martien Santegoets1714-Boxtel
10.e4Hendrina Martien Santegoets1716-Boxtel
10.e5Martina Martien Santegoets1720-Boxtel
10.e6Peternel Martien Santegoets1724-Boxtel
10.f1Jenneke Tholof Santegoets1721 – 1774-Best
10.f2Anneke Tholof Santegoets1725-Best
10.f3Maria Tholof Santegoets1726-Best
10.h1Dirk Adriaen Santegoets1726 – 1786Boxtel
10.h2Maria Adriaen Santegoets1728 – 1770+Boxtel
10.j01Adriaen Aert Santegoets1728 – 1754-Boxtel
10.j02Jennemie Aert Santegoets1730-Boxtel
10.j03Adriana Aert Santegoets1732-Boxtel
10.j05Hubert Aert Santegoets1738 – 1783Boxtel
10.j06Jan Aert Santegoets1741 – 1816Boxtel
10.j07Anna Aert Santegoets1743-Boxtel

N.B. In tegenstelling tot vorige generaties is vanaf Generatie 10 de verwijzing naar de voetnoten samengevat in één overzicht, helemaal achteraan in de INDEX voetnoten. De betreffende nummers staan tussen rechte haken [..].

10.a01 ANDRIES SANTEGOETS

10.a01   ANDRIES  SANTEGOETS,   zoon van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 17 mei 1686 ,  begraven : aldaar op 23 sept. 1748.
Gehuwd in Boxtel op 15 dec. 1709 met Mechtilda, dochter van Joost van de Acker.
Kinderen :
11.a01   Cornelus-Lambertus,  gedoopt in Boxtel op 17 nov. 1710. Geen verdere gegevens bekend.
11.a02   Mechteld,  geboren rond 1712.
11.a03   Andries,  gedoopt in Boxtel op 12 feb. 1713. Geen verdere gegevens bekend.
11.a04   Catharina,  gedoopt in Boxtel op 5 sep. 1714. Geen verdere gegevens bekend.
11.a05   Catharina,  gedoopt in Boxtel op 4 apr. 1716. Geen verdere gegevens bekend.
11.a06   Judocus,  gedoopt in Boxtel op 2 sep. 1718. Geen verdere gegevens bekend.
11.a07   Andries,  gedoopt in Boxtel op 1 nov. 1719. Geen verdere gegevens bekend.
11.a08   Jacoba,  geboren rond 1723.

Reeds in 1707 komen we Andries tegen als ca 20-jarige omdat hij getuige was bij een uit de hand gelopen ruzie [1]:

Interrogatorium omme daerop onder solemneelen eede te verhooren ende te examineeren de persoonen van Andries Santegoets ende Hendrick Smolders ende sulx ter instantie ende requisitie van de Hre Arent van Duijnen, Drossaard deser Baronnije van Boxtel

Compareerde voor Joachim de Leeuw ende Adriaen Vorstenbosch schepenen der Baronnije van Boxtel, Andries  Santegoets ende Hendrick Smolders, inwoonderen alhier, geregtelijk gedaagt zijnde omme der waarheijt getuijgenisse  te geven ter instantie van de Hre Arent van Duijnen, Drossaard deser voorschr. Baronnije, de welcke alle hare respondiven soo ende gelijck voor ieder art in het bijsonder is gestelt met solemneelen eede in handen van voorschr. Hre Drossaard behoorlijck affgelegt hebben bevestigt ende geverifieert.

1. Eerstelijck hender deponenten ouderdom.



2. Ten tweeden, off sij Deponenten op den thienden Augusti laatstleden niet en sijn geweest op den Liempschen wegh ontrent de hooge vonder aldaar.

3. Ten derden, off alsdoen niet uijt eenig ruijght ofte boomgewasch is komen uijtspringen Gijsbert van de Weghe hebbend.

4. Ten vierden, off alsdoen den voornoemden Gijsbert vande Weeghe den persoon van mr. Arnoldus Bedicx niet is ingevallen ende hem ter neder heeft geslagen ende alsdoen door slagen op ’t hooft ende beenen waar door ter aarde is blijven leggen.

5. Ten vijffde, wie ofte wat persoonen daar meer ofte present sijn geweest.

6.Ten sesden off hen Deponentennog iets meer van dese saacke kennelijck is, directelijck ofte indirectelijck

De Deponenten verclaren out te wesen ieder ontrent 20 jaren.


De Deponenten verclaren aldaar geweest te sijn.

De deponenten verclaren de voorschreven van de Weegh gesien te hebben, hebbende een stock ofte ijser in de handt.

De deponenten verclaren, dat der voorschreven vande Weghe den persoon van mr. Bedicx met den voorschr. stock ofte ijser met den 1en  slagh heeft ter neder geslagen ende alsdoen op den voorschreven mr. Bedicx naderhandt nog verscheijdene slagen heeft geslagen waar door gequetst is geworden soo ende gelijck jegenwoordigh is te bedde leggende.

De deponenten verclaren dat de knegt van Andries van Vessem met name Hendrick met verscheijde andere daar bij ende present sijn geweest.

De deponenten verclaren op desen art. niet meer te weten.

Eijndigende hiermede sij deponenten henne sincere ende opregte verclaringe ende hebben naar prelectuure deses daar bij gepersisteert als waragtigh zijnde (soo waarlijk mogte haar Godt Almagtig helpen). Actum Boxtel den veerthienden Augusti seventhienhondert ende seven,

Voorafgaand aan deze verklaring staat de verklaring van twee andere getuigen alsmede een attestatie over de toestand van het slachtoffer, dat in levensgevaar verkeerde.

De afhandeling van deze ruzie duurt nogal lang, want in 1711 wordt hij nogmaals verzocht een verklaring af te leggen [6]:

Wij Adriaan Vorstenboschen Michiel Slegers, schepenen der Baronnije van Boxtel tuijgen dat voor ons zijn gecompareert Andries soone Govaart Santegoets, out schepen deser voorschreven Baronnije, Hendrick soone wijlen Peter Hermans Smolders, in sijn leven out-president schepen derselver Baronnije, wesende alle van competente ouderdom, luijden van gelove staande te samen ter goedite name fame in reputatie, den eerste comparant woonende binnen de heerlijkheijt Liempde ende den tweeden woonende binnen deser Baronnije voorschreven de welke tot instantie en requisitie van Arnoldus Bedix, meester chirurgijn alhier onder solemnele eede aan handen van den gecommitteerde des Hre  drossaards alhier  behoorlijk affgelegt, eendragtelijk hebben getuijgt, verclaart en gedeponeert, waar, waragtig ende haar deponenten seer wel kennelijk ende indachtig te wesen als dat sij te samen in geselschap comende uijt de Liempschen kermis ontrent Segeks herbergske gemijnlijk genoemt de Capelle, op den 10en augusti 1707 aldaar onder andere persoonen hebben gevonden den persoon van den den voorschreven requirant met sijne huijsvrouwe aldoen te samen den wegh sijn gepasseert naar Boxtel ende gecomen sijnde ontrent een gerijde gebruijkt werdende bij Anthoni van den Bichelaar in den avont, alsdoen gesien hebben dat de voorschreven Mr Bedix door den persoon van Gijsbert van den Weghe wiert geïnvadeert ende geslagen dat ter aarde nederviel, sonder dat de voorschreven attestanten gesien hebben dat den voorschreven Mr Bedix daartegens eenig geweer tot sijn defensie heeft gebruijkt, gevende voor redenen van henne welwetentheijt van all hetgeen voorschreven staat seer goede kennis ende wetenschap te hebben, ende want het goddelijk en redelijk is der waarheijt getuijgenisse te geven, specialijk des versogt sijnde, soo hebben de voorschreven deponenten bij dit hen gedeponeerde naar voorgaande prelecture daar bij gepersisteert ende ’t selve met solemnelen eede becragtigt (soo waarlijk mogte haar Godt Almagtig helpen.
Actum Boxtel den Elffden februarij seventhienhondert ende elff t’oirconde.

Andries trouwt en krijgt kinderen in de volgende jaren. In 1713 maakt zijn zwager Gerrit van den Aackeren zijn testament waarbij ‘seeckere teullhuijsinghe, hoff, landerijenen, weijen ende allen d’erffe daer aen leggende en daar aen gehoorende, gestaen en gelegen binnen de voorchr. Baronnije van Boxtel onder Tongeren soo groot ende cleijn als allen deselvejegenwoordig door Andries Santegoets gebruickt en gecultiveert werden en in huijringe is hebbende, breeder in huijrcedulle daar van sijnde[16] wordt nagelaten aan de weduwe Hendrick Veldermans. Een half jaar later koopt hij ‘een parcheel teullandt genaampt de Schanroij, groot ontrent 80 roeden’ in Boxtel onder Tongeren [17].

Een jaar later is hij getuige bij het huwelijk van broer Francis. In 1715 vrijwaren de broers Andries en Johannes en Goyaert de koper van een stuk land voor eventuele kosten [20] aangezien deze akker het onderpand was voor een lening van 100 gld (tegen een rente van 5 %).

Eind december 1716 wordt in Onroode een hoeve publiek verpacht voor een tijd van 6 jaar en Andries heeft daar wel interesse in. De biedingen zijn op 4, 6 en 7 januari 1717. Andries biedt 172 gld en doet vervolgens nog diverse slagen maar de huidige pachter doet toch het hoogste bod [28]. De hoeve die Andries in 1713 in Tongeren in huur had heeft hij in 1719 nog steeds in huur, maar dan wordt de huur opgezegd en neemt de broer van de eigenaar de huur over [43].

In 1720 is Mechelina ziek en het echtpaar vindt dat voldoende reden om eem testament vast te leggen [44]:

In den name onses Heeren amen
Bij den inhoude van deze jegenwoordige openbare indtrumente van testamente zij kennelijck eenen iegenlijk dien ’t behoort, dat op den sevenentwintighste dag der maat februarij des aars seventhien hondert en twintigh voor mij Johannes Spangers, openbaar bij den Ed. Mog. Rade van Brabant in ’s Hage geadmitterd notaris binnen de Baronnije van Boxtel residerende inne presentie van de getuijgen naar genoempt, is verschenen ende gecompareert Andries Santegoets en Mecheliena van den Aekeren, egte luijden, woonende binnen deze Baronnije van Boxtel, de voorschr. Mecheliena eenigsintd sieckelijke naar den lichaeme dog beijde hun verstant, reden ende memorie wel magtig zijnde zoo ons ondergeteekende opentlijk scheen ende bleek, dewelcke te kennen gavendat zij aanmerckende des menschen levensbroosheeijd op deze aerde als een schaduwe verganckelijk ende datter niet seeckerder en is dan de doodt en niet onseeckerder dan den tijd ende uure van dien, ende hebben daaromme van deze werelt niet wille scheijden sonder alvorens van haare tijdelijke goederen hen van God Almagtigh op dezer aerde verleent te hebben bevolen ende gedisponeert, doende het zelve uijt hunnen vrije eijgene wille zonde opmakinge off misleijdinge van imande zoo zij verklaarde.

Dog alvorens daar toe comende zoo beveele zij comparanten haar onssterffelijke ziele in de barmhertige nde genadige handen van God Almagtig ende haare doode lichaeme de aerde met een eerlijke ende christelijke begraeffenisse.

Ende oversulcx disponerende van henne tijdelike goederen haar als voor verleent, verckaarende de voorschreve camparanten d’een den anderen reciproquelijk over ende weder over en sulcx den eerst stervende den langstlevende van hun beijde te stellen tot haere eenigen ende allegeheelen erffgenaem in alle henne goederen roerende ende onroerende, present ende toecomende soo ende gelijk den eerst stervende metter dood ontruijmen ende naarlaten zal omme allen dezelve terstont naar dood van den eerststervende bij den langstlevendein vollen vrijen eijgendom aanveert en beseten te worden ende verders met dezelve te doen ende handelen als vrij eijgen goet, onder last dat den langstlevende van hen comparanten gehouden zal sijn kint offte kinderen bij den anderen verweckt en nog te verwecken naar te laten te alimenteren in cost, drank, cleedinge en reedinge, haeffenis en gemack te doen, derselve ook te laten leeren lesen en schrijven en een ambagt ofte hantwerk daar derzelve best nut en bequaam tot zal off zullen sijn tot dat dezelve zal offte zullen gecomen zijn tot den ouderdom van vijffentwintigh jaren offte huwelijke staat, als wanneer den langstlevende gehouden zal zijn ’t zelve kint offte kinderen en elcx van dien int bijsonder uijt te reijken voor haar vader- offte moederlijk bewijs henne legitime portie hen naar regten competerende.

Verclaarde verders tot voogde en mombers te stellen en te committeren sulcx doende bij dezen over henne minderjarige kinderen den langstlevende van hen comparanten en gevende malkander zoodanige magt ende authotiteijt als alle testamentaire voogde naar regten toecompt, derzelve goederen ten meesten oirbaar nut ende proffijt te beneficeeren, ’t zij door vercoopinge, verhuuringe offte andersints sulcx de langstlevende zal bevinden te becroonen met magt omme een offte meer voogden beneffens haar te mogen surrogeeren en verkiessen, ’t welk alzoo zal ontinueren ter tijd ende wijlen toe den voorschr. kind offte kinderen zal offte zullen gecomen zijn tot den ouderdom van vijffentwintigh jaren offte huwelijke staat, ordonneerende ende begerende dat allent geene tot de voogdije specteert bij de voorschr. langstlevende alleen gedaen en uitgevoert zal worden buijten eenige last. magt, moeienisse, consent offte bewoon van de heere drossaard en schepenen deser Baronnije van Boxtel voornoemd ende alle andere die naa regte ofte costume dezer landen daar over eenigh gesagh soude connen ofte behooren te hebben als allen deselve en elcx van dien (behoudens hun eerw. respect en weerdigheijdt) sij comparanten verclaren te excuseren en buijten hunnen boedel te sluijten bij dezen.

Allent welcke voorschr. staat verklaarden de voornoemde comparanten en testateuren te wesen haar testament, laatste ende uijterste wille, willende ende begeerende dat het zelve alzoo punctuelijk sal werden naargecomen end agtervolgt worden ende zijn volkomen effect sorteeren zal, niettegenstaande eenige omissie, versoukende hier van door mij notario acte gemaakt ende gelevert te wordenin behoorlijke form.

Aldus gedaen. verleeden ende gepasseert binnen deze Baronnije van Boxtel te huijse van de testateuren onder Tongeren, staande ter presentie ende overstaen van Willem Schram en Evert Gerits van Roij als getuijgen ten deze gerequireert, dewelcke deze minute beneffens de testateuren en mij notaris eijgenhandigh hebben onderteeckent ten dage, maande en jaare en plaatse voorschr.

Het is opmerkelijk dat het echtpaar groot belang hecht aan het kunnen lezen en schrijven (Mechelina kan dat niet) en het leren van een ambacht en dit zelfs in het testament laat vastleggen.

Begin 1723 wordt de hoeve “de Vorst” verpacht en Andries zet in op 50 gld maar verwerft de hoeve niet [47]. Korte tijd later wordt bij de notaris in Oirschot door hem een schuldbekentenis vastgelegd [49] en komt Andries, wonende te Cleijnder Liempt, voor op de criminele rol, aangeklaagd door de drossaard [50]. Helaas is niet duidelijk wat de aanklacht is.
In september koopt hij samen met zijn broer Goyaert van hun schoonzus Harsken van den Bichelaer, weduwe van Joost van den Aeckeren [53]:

een huijs, hoff en schuur in Tongeren
een parceel ackerland het heuffke genaempt, groot ontrent een loopense in Tongeren
een parceel ackerland, het Ackerke over ’t Schoor in Tongeren
een halff hoij beemptje onder Lennisheuvel
een parceel ackerland de Voorhooffde genaempt, gelegen onder Tongeren

Een jaar later leent Andries in Den Bosch 600 gld [57]:

‘Andries Santegoets ende met hem als borge Goyaert Santegoets sijn vader, bijde wonende tot Boxtel promiserunt in devisen super omnia et habenda een capitaele somme van ses hondert guldens à twintigh st. het stuck goet permissie gelt elke gld gerekent met deze interest van dien tegens vier gld van het hondert van dato deses over een jaer te voldoen ende te betaelen’ .

In de marge staat vermeld dat het bedrag op 21 januari 1749 door de weduwe Andries Santegoets is afgelost inclusief rente.


Enkele dagen later koopt Andries [58]:

een agste gedeelte in een hoeve lant genaempt Toresight, bestaande in een huijs, schuer, schob, verkenskooij, hoff en boomgaert, theul- en groeslanden, groot ontrent te saemen sesendertigh loopense, boven ende behalven de groes, weij en heijvelden ofte wel soo groot ende cleijn als deselve hoeve ende landerijen gestaan ende gelegen zijn binnen dese baronnije van Boxtel onder den hertganck van Cleijnder Liempt’ .

Meteen daarna koopt hij nogmaals zo’n achste deel [59] en enkele dagen later nogmaals [60]. De koopsom is resp. 171, 150 en 171 gld.

In 1725 treedt Andries op als mede-eigenaar van ’seeckere hoeve genpt. Toresight, gelegen onder den haertganck Cleijnder Liempt’ met nog een andere partij [207]:

‘welcke voornoempde comparanten met goetvinden van de heeren driossaert en schepenen zijn geconvenieert ende overcomen over het leggen van seecker hooft off packwerck als wegens de eerste comparanten is doen leggen in de Dommel aan een stuck weijlant genpt. de Dommelweij, leggende reght tegens over de weij van de tweede cpmparanten, welck voorschr. hooft off packwerck bevonden is seer nuttigh en tot conservatie van den gemeenen voetpat, loopende reghts draets over de evengemelden hoogevonder van Bocxtel op Liempt en alsoo men niet kan sien dat het voorschr. stuck weijlant van de tweede comparanten voor als nogh, daer door eenige de minste schaeden is leijdende, zoo zijn de voornoempde comparanten veraccordeert ende over een gekomen dat voor als nu het voorschr. hooft, cribbe off packwerck alsoo sal mogen blijven leggen, soo ende in dier voegen als het selve op heden dato ondergetekent is opgenomen ende gevisiteert.
Maar in cas off het quaeme te gebeuren dat bij tijt en wijlen daer door der tweede comparante off andere erven wierden beschaedight, dat als dan het voorgemelde hooft, cribbe off packwerck sal worden ingetrokken tot soo verre toe als den heeren drossaert en schepenen sullen goet vinden te behooren, waer voor ende tot naercominge van ’t geene voorschr. staat soo verbinden de eerste comparanten henne respective persoonen en goederen present ende toecomende soodanigh dat de tweede comparanten off andere door het leggen van de cribbe off packwerck ooijt ofte immermeer eenige de minste schaeden sullen komen te leijden’.

In 1726 gebeurt er van alles. Als zijn zwager Leendert Raedemaeckers (van wijlen zijn zus Johanna oftewel Jenna-Clara) wil gaan hertrouwen moet een inventaris voor worden opgemaakt en de drie broers Andries, Francis en Joannes zijn getuige dat alles goed verloopt [64]. Vervolgens is hij met zijn broers getuige bij het testament van zijn vader Goijaert [65] en met zijn broer Johannes wanneer zijn vader een lening van 160 gld [66] en van 200 gld [67] afsluit. Volgens een aantekening in de marge worden deze leningen afgelost door resp. de voogd van de minderjarige kinderen van vader Goyaert op 19 augustus 1726 en door de erfgenamen van Goyaert op 22 maart 1742.

Enkele dagen later, op 26 april, overlijdt zijn vader en vindt er een openbare verkoop plaats van alle roerende zaken in en om de ouderlijke boerderij [68]:

‘allerhande meubilaire goederen als meede een groote quantitijt van cooper en tin, paerden, beesten, hooij en strooij mitsgaders ploegh, waagen, karrens en eeghde met het paarts getuijgh met een groote partije mutsaart en branthout ende verders soo ende gelijck het selve in gevolge den gemaakten inventaris ten beurden sal worden gebracht’.

Zie het volledige overzicht bij Goyaert 09.c1. Andries koopt op deze openbare verkoping [68]:

een swaart ruijn paart van twee jaaren voor  38 – 0 – 0
– een ton met drie eijsere banden  1 – 4 – 0  3 sl. 0 – 3 – 0
– botelerij  1 – 8 – 0  2 sl. 2 sl. 1 sl 0 – 5 – 0  gaat naat broer Johannis
– een uijtreckende taeffel 2 – 2 – 0  2 sl. 2 sl. 2 sl. 1 sl 0 – 7 – 0  gaat naar broer Johannis
– twee tinne schootele  2 – 6 – 0  3 sl. 0 – 3 – 0
– drie tinne schootele  2 – 8 – 0  2 sl. 0 – 2 – 0
– een idem  1 – 17 – 0  2 sl. 0 – 1 – 0
– twee idem  4 – 0 – 0  3 sl. 2 sl. 0 – 12 – 0
– twee idem  1 – 12 – 0  2 sl. 0 – 2 – 0
– ses taeffel borde  2 – 0 – 0  3 sl. 2 sl. 0 – 5 – 0
– tinne water fles  1 – 6 – 0  1 sl. 0 – 1 – 0

Aansluitend volgt door de erfgenamen van vader Goyaert een openbare verpachting van ‘een parceel raepsaet ende verscheyde parceelen weijlanden  gelegen onder de heerlijckheijt Liempde alsmede binnen dese Baronnije van Boxtel’. Andries is daarbij ook actief: [69]:

het weijken tot Onroij ingeset bij Andries Santegoets op 8 – 0 – 0 affgehangen van twintigh gulden en gedaelt op elff gulden waer voor ten beurden is affgemeijnt bij Francis Santegoets 11 – 0 – 0 . Slaat 2 slaegen
den dries bij de moolen, ingezedt bij Johannis Santegoets op 1 – 10 – 0, afgehangen van 6 – 0 – 0 ende gedaelt op 2 – 5 – 0 waer voor ten beurden is affgemeijnt bij Andries Santegoets 2 – 5 – 0
den dries aan den Comacker, ingeset bij Andries Santegoets op 7 – 10 – 0 , affgehangen van 16 gulden ende gedaelt op 9 – 5 – 0 waer voor ten beurden is afgemijnt bij den voorschr. insetter, 2 sl.  9 – 5 – 0
de pertweij van de Hr. Prince de Hornes ½ met Evert Gerits van Roij, ingeset bij Andries Santegoets met
8 – 0 – 0 , affgehangen van 25 gld ende gedaelt op 13 gld waar voor ten beurden is affgemijnt bij Arnoldus Hollanders
den beemt tot Liemt voor 1/9 part met den advocaat Audenhoven gemeen, ingeset bij Johannes Santegoets op tien gld, affgehangen van agtien gld en gedaelt op 10 – 5 – 0 waer voor ten beurden is affgemijnt bij Andries Santegoets. 3 sl. Theodorus Loijens 3 sl.
twee weijke aan Velders Wal, ingeset bij Evert van Rooij met 2 – 10 – 0 , affgehangen van 10 – 0 – 0 en gedaelt op 3 – 5 – 0 waer voor ten beurden is affgemijnt bij Adries Santegoets, 1 sl.
een aghste part in de Ocxken Buender, ingeset bij Lindert Raedemaeckers met 1 – 5 – 0 affgehangen van agt gld ende gedaelt op 1 – 18 – 0  waer voor ten beurden is affgemijnt bij Andries Santegoets, 1 sl.

Een maand later wordt er door de erfgenamen van vader Goyaert, waaronder dus Andries, een hoeve in Liemde openbaar verkocht, te weten [71]:

‘een huijs, hoff ende aangelagh genaempt den Biggelaer groot ontrent vijfftigh loopens. ofte soo groot ende klein als hetselve iegenwoordigh gebruickt wordt bij Adriaen Claasse van Dijck, gelegen onder den hertgangh van Heeklaer met nogh een daghmaat Dommel hooij, gelegen als voor los ende vrije uitgenoomen s’lants ende dorpslasten ……  ingeset met duijsent guldens bij Andries Santegoets afgehangen van twee duijsent guldens ende gedaelt op duijsent en vijfftigh guldens waer voor ten berden is affgemeijnt bij den voornoempden Andries Santegoets en slaat vijffendartigh slaegen’ .

Zijn vader was dus een vermogend man maar dat was op de publieke verkoop van zijn onroerende goederen al duidelijk geworden.

Vervolgens vinden er nog twee publieke veilingen plaats, te weten van verschillende stukken land in Liempde en Boxtel [72] en van bomen [73]. Andries koopt daar niets. Bij een veiling van bomen een goede week later doet Andries wel mee [74]: ‘4e coop 6 willige eene boven de gront af te kappen sonder den es te beschadige, Andries Santegoets, 1 sl.  2 – 12 – 0 ‘.

In juli 1726 vindt de erfdeling plaats van de familie Goyaert Santegoets [78]:

’mits welcke scheijdinge en deijlinge soo is Andries Santegoets te loot ende te deel gevallen het vierde lodt, bestaande in een halff huijs, schob, verkens koeij met den halven hoff en boomgaert, groot ontrent in ’t geheel vijff loopens. ofte soo groot ende cleijn als het zelve is gestaan ende gelegen leijt binnen de baronnije van Boxtel onder den haertganck van Brueckelen …. Item alnog de helleft van een stuck Lant genaempt de Korte Stucken, groot ontrent thien loopens. in ’t geheel, gelegen als voor ….. Item alnogh de helleft in een stuck weijlant genpt de Driessen aan den Komacker, groot ontrent in ’t geheel vijff loopens. ofte soo groot ende cleijn als het selve gelegen leijt ter plaetse voorschr. …. Item alnogh de helleft in een stuck alnt en groes in ’t Heijtvelt, groot ontrent in ’t geheel thien loopens. ofte soo groot ende cleijn als het selve gelegen leijdt onder den haertganck van Lennisheuvel …. Item alnogh een huijs, schuer hoff en lant daer aan gelegen, gecomen van Jan Claes Thomassen, groot ontrent ses loopens. ofte soo groot ende cleijn als het selve gestaen gelegen leijt onder den haertganck van Brueckelen … los ende vrij uijtgenomen s’lants ende dorpslasten met de wegen van reght, mits dat den condivident hier uijt jaerlijcx sak moeten blijven vergelden drie hoenderen in eenen meerderen paght aan den heer alhier met alnogh jaerlijcx vier vat rogh in eenen meerderen paght aan den armen alhier, item alnogh twee vat rogh in eenen meerderen paght jaerlijcx aan de heer rentmr. Slingerlant. Item alnogh jaerlijcx te betaelen uijt de boght thien vat roghaen den armen alhier. Item alnogh jaerlijcx veerthien stuijvers uit de selver boght aan de heer rentmr. Tinghnagel ten Bosch. Item moet dit lodt uijtkeeren eens eene somme van twee hondert vijffentwintigh gulden aan Johannis en Pietronella mede condividenten met alnogh eens eene somme van hondert gulden aan den gemeenen boedel tot betaelinge van deselve schulden. Dit lodt moet alles hebben gelijck het derde lodt soo van het gebruick der wegen, wallen, graghten als andersints soo als het aldaaer woort tot woort staat uijtedruckt’.

Terzelfder tijd stellen de schepenen in Boxtel een lijst op met de akkers die minder opleveren dan de kosten.

Staat van ’t geene de naervolgende ingezeetenen deser Baronnije van Boxtel is competeerende wegens de remissie derverpondinge d’anno 1724 bij haer Hoog Mo. resolutie van den 12 julij 1726 verleent in opsogte van bouwlanden welcke in dat jaer besaaijt waaren geweest en soo veel niet hebben opgebragt als de oncoste van de cultuere bedraegen hebben’.

Andries komt daarin voor met 36 lopense in Cleynder Liempde [79].

In juli wordt in den Bosch de volgende akte geregistreerd [81] :

Andries Santegoets wonende tot Boxtel promisit super omnia et habenda juffr. Theodora Maria de Stee weduwe van de heer en mr. Domilus Luijskens in sijn leven advocaat voor dese Ed. Agtb. geregte eene capitaale somme van dartienhondert carolij guldens tot twintig st, goet gangbare gelt ideren gulden gerekent met den interest van dien tegens vier gulden van ’t hondert in ’t jaar van heden dato deser over een jaar te voldoen en te betalen dese stad vrij van alle lasten egene uijtgeschijden te leveren sonder langer uijtstel of of enig tegenslagen in regten ofte daar buijten, overmits de oprechte deugdelijkkijt deser schult is spruitende ter saake van goede en welgetelde penningen bij den voorschr, gelover tot sijn contentement ende gerief ten danck van de voors. juffr. de weduwe de heer Suijshout gehad ende ontfangen gelijk den selven dat bekende en verklaarde mits desen.
Ende ofte het gebeurde dat de voors, somme ten voors. dage niet en wierde gerestitueert, soo geloofden de selven als nog op verbant als voor daar van interest te blijven vergelden als voor tot de volle en effectuele voldoeninge en aflossinge toe, dog in cas van restitutie of repetitie sal men wederlijk gehouden sijn sulx den anderen drie maanden te vooren weltelijken te verkondigen. Testes ut infra. Datum den dartigsten julij seventienhondert ses en twintig.
Marge: Kap. 1300 – 0 – 0  40e  31 – 10 – 0 . De heer en mr. Lamb. Ignatius Suijskes woonende alhier heeft vertoont den uijtgemaakte brief in margine deses gemelt waer op stond bekenne ik ondergeschreeve binne staande capitaal van dartienhondert guldens met alle des selffs agterstallige interessen uijt hande van de weduwe van Andries Santegoets ontfangen te hebben vervolgens concenteere in de cassatie deeser. Actum s’Bos 17 jan 1749. Was geteekent M.A. Suijskens en heeft gemelde heer verklaar het de eijgenhanige onderteijkening van sijne suster is. Testes ut infra Datum eenentwintiges jan. 1700 negenenveertig.

In augustus deelt Andries als echtgenoot van Meghtelt dochter Joost van den Aeckeren met schoonzus Ariaentie het onroerend goed afkomstig van Haersken dochter Adriaen van den Biggelaer [82]. Andries krijgt dan ‘een stuck lant en groes genaempt het Heijlight, groot ontrent vijff loopens. in Tongeren, een stuc klant genmt de Voorhooffde, twee loopens, gelegen als voor, een stuck lant genmt den Grootacker, een lopens, gelegen als voor’.

Vervolgens verkopen de erfgenamen van vader Goyaert [83]

‘- de helleft van een heijtveltje genpt de Beeck groot ontrent vier loopense … gelegen onder de hertganck van …. in Boxtel’ en
– een stuck weijlant genpt de Coeijweij, groot ontrent vijff off ses loopense …. gelegen in Boxtel Binnen. …
Een suck lant met dries daer aan gelegen genpt den Cluijtmans acker, groot ontrent vier loopense …  gelegen onder den hertganck van Brueckelen tegenover den olijmoolen. …
Een parceel soo weij als teulant groot ontrent zeven off agt loopense … onder den haertganck van Onrooij. …
Een parceel theulant genpt t’Schomproij, groot ontrent drie loopense … onder den haertganck van Tongeren. …
Een parceel theulant genpt de Hooleijck groot ontrent twee loopense … gelegen onder Lennisheuvel. …
Een parceel theulant genpt den Grootacker, groot ontrent twee loopense … gelegen onder Lennisheuvel. …
Een heijtvelt groot ontrent vijff loopense … groot ontrent vijff loopense … gelegen onder den haertganck Lennisheuvel op het Banisvelt. …

Tegelijkertijd verkoopt Andries zelf [85]

een stuck Nieuw Erff, groot ontrent twee loopense … gelegen onder den haertganck van Tongeren …
Item alnogh een parceel teheulant genpt op ’t Loo groot ontrent een loopense gelegen onder den haertganck van Luijssel’

en koopt hij uit de nalatenschap van zijn vader [86] :

een huijs, hoff en lant daer aangelegen groot ontrent 1 L 31 roeden … gestaan ende gelegen leijt binnen de Heerlijckheijt Liempt onder Heeselaer, genpt de Hoeve ten Biggelaer.
Item alnogh een dagmaet Dommelhooij gelegen als voor met de verdere landerijen en weijen met ab en dependentie van dien soo ende gelijck het selve iegenwoordigh in ’t culttuer ende gebruijck is hebbende Adriaen Claessen van Dijck, waer onder leenroerig is voor den Ed. Mo. Rade en leenhoven van Brabant als te weeten het voorn. huijs, hoff mettet lant voornpt.
Item een parceel te weeten den Berghacker, gr. 1 L 2 roeden
Item twee stucken aan den Haelepot, groot vier loopense en veertigh roeijen
Item een beempt groot twee en eenhalff daghmaet met alnogh een daghmaet Dommelhooij’.

In september ruilt Andries met de drie onmondige kinderen van zijn overleden broer Goyaert [88] [89]

de helleft van een huijs, schob en verkenskooij met den halven hoff en boomgaert, item alnogh den helleft van den stuc klant genpt de Korte Stucken, item alnogh de helleft in een stuck weijlant genpt de Driessen aan den Komacker met alnogh de helleft in een stuc klant, groes en heijtvelt alles te saemen groot ontrent vijffthien loopens … gelegen onder den haetganck van Brueckelen … alle welcke voorschr. goederen naer behoorelijck ondersoeck zijn bevonden waerdigh te weesen ende getauxeert op hondert drie en dertigh gulden 133 – 0 – 0

Voor Andries wordt getaxeerd:

‘een stuc klant ende groes genpt het Heijlight groot ontrent vijff loopens, item alnogh een stuc klant genaempt de Voorhoofde groot ontrent twee loopense met alnogh een stuck lant genpt de Grootacker groot ontrent een loopense … gelegen onder den haertganck Tongeren, alle welcke voorschr. parceelen van erffgoederen naer behoorelijck ondersoeck zijn bevonden waerdigh te weesen ende getauxeert op twee hondert vijfftigh gulden dus 250 – 0 – 0 ‘.


Enkele dagen later verkoopt Andries [90]:

als in huwelijck hebbende Meghtel dogtere Joost van den Aeckeren, een parceel teullant en heij genpt de Hoffstadt groot ontrent drie loopense … gelegen onder den haertganckvan Tongeren … aan en ten behoeve van Ariaentje doghtere Joost van den Aeckeren, weduwe van wijlen Goijaert Goijaerts Santegoets’.

Vervolgens verkoopt hij in dezelfde hoedanigheid ten behoeve van de drie onmondige kinderen van zijn hiervoor genoemde overleden broer Goijaert [93]

een stuc klant en groes  genpt het Heijlight groot ontrent vijff loopense … gelegen onder den haertganck van Tongeren.   … Item alnogh een stuc klant genpt de Voorhooffde groot ontrent twee loopense, gelegen als voor … ende laestelijck een stuc klant genpt den Grootacker groot ontrent een loopense gelegen als voor’ 


Kennelijk is dit de afronding van de bovengenoemde ruil met de drie kinderen van zijn broer.

In 1728 verkoopt Andries [100]

een huijs en hoff groot ontrent een halff loopense … gelegen onder den haertganck van Brueckelen’.

In het verpondngsregister van Boxtel komt Andries voor in de jaren 1729 en volgende in Breukelen, Klein Liempde en Tongeren [107].

In 1730 koopt Andries van zijn broer Adriaen en de weduwe van wijlen zijn broer Francis [113] ‘een parceel groeslant groot ontrent twee loop. … gelegen onder den haertganck van Bruekelen’.

Enige tijd later, in 1733, treedt Andries op als momboir van de vier kinderen van zijn overleden broer Francis (10.a4). Zijn schoonzus Maria Peters van Eindhoven gaat opnieuw trouwen en regelt de huwelijksvoorwaarden bij de notaris [119].
Een jaar later vindt de deling plaats van de goederen die hij samen met wijlen zijn broer Goyaert bezit [121]:

Andries Goyaert Santegoets, in huwelijk hebbende Megtelina dogtere Joost van den Aeckere en Ariaentie dogtere Joost van den Aeckere, weduwe wijlen Goyaert Goyaert Santegoets

Deyling

Andries:

hooijlant, genaempt Ketelaars Kampken, een halff mergen, gelegen int Bosvelt
weij ofte hooijlant, genaempt de Gedingh, 2 lop. in oirschodt onder den hertgang van Hedel aan ’t Schomsgadt
een hooijlant, gelegen aan de Loovonder, 2 lop.
een groese, genaempt Jan van Aelst Dries, 3 lop
lant en groes genaempt het Nieuwlant en Adriaen Corsten Breeden Acker, 5 lop.
lant genaempt den Halsacker, 4 lop.
lant genaempt de Braeckenhoeff, ½ lop.

Let op het kringeltje op het einde van de handtekening van Andries. Dat zien we ook bij zijn handtekening als hij in 1735 als getuige optreedt bij de notaris [123].

In 1736 wordt Andries in een acte van voogdij aangesteld over de minderjarige kinderen van Ariaentie Joost van den Aecker, weduwe van Goyaert Goyaert Santegoets, broer van Andries [126].

Vervolgens wordt hij drie jaar later aangesteld als voogd en momboir van de kinderen van zijn dochter Mechelina, die weduwe is geworden [200]. Enkele dagen later verkoopt hij [127]

seekere hoeve lands gent het goed den Bighelaer bestaande in de naervolgende parceelen, te weten:
– den Bergacker groot een lopense twee roeden
– item twee stukken aan den Haespad, groot vier lopense en veertig en een halve roeden
– item eenen beempt groot ontrent twee dagmaten en een halve dagmaat sijnde Broekhooij
– alsnog een dagmaat hooij
alle gelegen binnen de Heerlijkheijt Liempde (afkomstig van zijn vader) en ook nog [128]
– ‘een parceel groes of weijland groot ontrent elf lopense … gelegen tot Liempde
– Item een lopense of vijftig roeden teulland gent. den Driesacker,
– en laastelijk een lopense teulland gent. het Meuleken
(eveneens afkomstig van zijn vader)

In mei 1739 deelt Andries met 2 andere personen en daarbij krijgt hij [253]:

3 Loth
Mits welke erffelijke scheijdinge ende delinge ten dele gevallen is aan Andries Santegoets den Corten Langakker. Item het middelbaar hooij in de Vloed. De condivident sal hier uijt jaarlijk moeten vergelden een agste meene cijns van 1 – 11 – 4 aan den heer alhier, betaald werdende op Bamis, mitsgaders de verponding en andere lasten daar uijt gaande, doende de voornoemde twee perceelen in verpondinge 4 – 11 – 2 .

In juli is Andries getuige bij de notaris [254] waarbij zijn handtekening is voorzien van een prachtige kringel. In october verhuurt hij als voogd van de minderjarige kinderen van dochter Megtelina [255] in St. Michielsgestel een woonhuis c.a. Vervolgens leent hij 600 gld tegen 3½ % rente [256].

Andries heeft een boerderij in Klein Liempde die hij eind 1739 verjaarhuurt voor 6 jaar [201]:


seeckere sijne huijsinge, hoff en aangelegen erve, groot ontrent darthien loopens …. onder de haertganck van Kleynder Liempt.
item de Patacker, groot ontrent negen loopensen
item den Driesacker, groot ontrent vijff loopensen
item de Bogt bij de Evelbos, groot ontrent ses loopensen
item Hermensacker, groot ontrent zeven loopensen
item het Schoorveltje
item de Weij over de Heij
item de veltjens aan Velders wal
item het hooij tot Oirschodt
en laetstelijk het heijvelt in de Stense Campen ………..
(huurder) hier mede present en de huere accepterende en dat voor eenen tijt ende termijn van ses agter een volgende jaeren en met drie jaeren ofte te halven tijden te mogen scheijden wie van partijen gelieven sal mits malcanderen opsegginge ofte waerschouwinge te doen een maent voor kersemis te voorens, waer voor hij huerder jaerlijcx aan hem verhuerder heeft gelooft te betaelen eene somme van agt en twintigh gulden in voorlijff, zeven sacken rogh en drie sacken boeckweijt, te leveren en betaelen alle jaeren eens, op behoorelijcken leverenstijt volgens ouder gewoonten, mitsgaders vier veijmen gewigtigh dachstrooij,
Den pagter sal gehouden zijn het voorschreven voorlijff te betaelen Ste Maarten ofte Kersmis.
Den pagter sal het dachstrooij jaerlijcx hebben te leveren ende te verdecken op de voorschr. huijsinge volgens laets recht, waer voor hij pagter den affvall sal genieten en daer tegens sal hij aan den decker moeten geven cost en dranck sonder aan zijne huere te mogen corten.
Den huerder sal de huijsinge meede moeten onderhouden in wigten en wanden volgens laets regt, waer toe den verhuerder de noodige matriale sal leveren.
Den huerder sal oock moeten onderhouden alle straat-, waeter- en tuinschouwen en alle verdere gebuerelijcke regten, het voorschr. gehuerden subject zijnde.
Dese huere sal zijnen aenvangh nemen als te weeten de huysinge op pinxt avont, den hoff en groese te half maart ende het lant aan de bloote stoppelen, alles in den aanstaenden jaere 1700 en veertigh, dogh alles weder te verlaeten soo ende gelijckhij huerder allen’t selve sal aenvaerden.
Den huerder neempt meeden aan tot zijnen lasten te sullen voldoen ende te betaelen de verpondingen en de conincx beede op de goederen slaande, mitsgaeders de halve verpondingen ende verdere borgemeesters lasten.
Ende ten reguarde van heijercragt ofte haegelslagh (: dat Godt verhoede 🙂 zal de schaede gereguleert worden naar andere boven en beneden gelanden.
Den huerder en sal oock niet vermogen eenige driessen te scheuren pff breecken off niet te crabben met de corte zeijse, dan met kennis ende vooweeten van den verhuerder.
Den verhuerder reserveert voor hem de halve vrugten in boogaert jaerlijcx wassende om die bij hen te saemen worden gedeelt.
Alle welcke voorschr. conditie ende voorwaerden den voorn. verhuerder gelijck oock den huerder belooven te sullen naercomen ende voldoen onder verbant van haere respectivepersoonen ende goederen present ende toecomende met renuntiatie in forma.
Aldus gedaan ende gepasseert binnen Bocxtel op heden den vijjfden december zeventhienhondert negeneendartigh, ter presentie ende overstaan van Johan van Roone ende Godefridus Bedicx ais geloofwaerdige getuijgen hier toe versogt, die dese zijnde gestelt op een zegel van twaelff stv. beneffens de comparanten en mij notaris behoorelijck hebben onderteijckent.

Na 4  jaar komt er een andere huurder onder nagenoeg dezelfde voorwaarden. [132]:

seeckere sijne huijsinge, hoff en aangelegen erve, groot ontrent darthien loopens …. onder de haertganck van Kleynder Liempt.
item den Patacker, groot ontrent negen loopense
item den Driesacker, groot ontrent vijff loopense
item de Bogt bij de Evelbos, groot ontrent ses loopense
item het Schoorveltje
item de Weij over de Heij
item de veltjens aan Velders wal
item het hooij tot Oirschodt
en laetstelijk het heijvelt bij velder …
(huurder) hier mede present en de huere accepterende en dat voor eenen tijt ende termeijn van vier agter een volgende jaeren en met twee jaeren ofte te halven tijden te mogen scheijden wie van partijen gelieven sal mits malcanderen waerschouwinge ofte opsegginge te doen een maend voor kersemis te voorens, waer voor hij huerder jaerlijcx aan hem verhuerder heeft gelooft te betaelen als te weeten in voorlijff van de huijsinge en aangelegen erve gr. ontrent darthien loopense eene somme van agt en twintigh gulden, welcke voorschr. somme hij huerder voor het aanvaerden van de huijsinge een jaer in voorraet sal moeten betaelen in plaets van borgh ende soo voorts van jaere tot jaere te continueren soo lange deze huere dueren sal, ende in cas van wanbetaelinge sal het den verhuerder vrij staan om uijt dese huur te mogen scheijden en aan een ander te verhueren. Item heeft den huerder aangenomen ten halven te beteulen de naervolgende parceelen als eerstelijck den Patacker gr. ontrent negen loopense ende nog den Driesacker gr. ontrent vijff loopense ende bovendien alnogh de Bogt bij den Evelbos, item het Schoorveltje, item de Weij over de Heij, item de Veltjens aan Velders Wal, item het hooij tot Oirschodt ende laestelijck het hooijvelt bij Velder, voor welcke zeven laeste parceelen hij huerder hier present zijnde jaerlijcx heeft gelooft te sullen betaelen een mud roghte weeten twee deelen rogh en een deel boeckwijt te leveren alle jaeren eens op behoorelijcken levrens tijt volgens ouder gewoonten, mitsgaeders vier veijmen gewigtigh dachstrooij jaerlijcx te leveren ende te verdecken op de voorschr. huijsinge volgens laets recht waer voor hij pagter den affvall sal genieten en daer tegens sal hij aan den decker moeten geven cost en dranck sonder aan zijne huere te mogen corten.
Den huerder sal de huijsinge meede moeten onderhouden in wigten en wanden volgens laets regt, waer toe den verhuerder de noodige matrialen sal besorgen
Den huerder sal oock moeten onderhouden alle straat-, waeter- en tuinschouwen en alle verdere gebuerelijcke regten, het voorschr. gehuerden subject zijnde.
Dese huere sal zijnen aenvangh nemen als te weeten de huysinge op pinxt avont, den hoff en groese te half maert ende het lant t’oicxt aan de bloote stoppelen, alles in desen loopende jaeren 1700 drie en veertigh, dogh alles weder te verlaeten soo ende gelijck hij huerder allen’t selve sal aenvaerden.
Den huerder neempt meede tot zijnen lasten aan te sullen voldoen ende te betaelen de verpondingen en conincx beede op de goederen slaende, mitsgaeders de halve verpondingen ende verdere borgemeesters lasten, uijtgenomen de goederen die hij ten halven teult, daer sal den verhuerder alle de lasten betaelen behalve het besaeijt dat blijft tot lasten van den huerder.
Ende ten reguarde van heijercragt ofte haegelslagh (: dat Godt verhoede 🙂 zal de schaede gereguleert worden naar andere boven en beneden gelanden.
Den huerder en sal oock niet vermogen eenige driessen te scheuren off breecken off niet te crabbe met de corte zeijse, dan met kennis ende vooweeten van den verhuerder.
Den verhuerder reserveert voor hem de halve vrugten in den boogaert jaerlijcx wassende om die bij hen te saemen worden gedeelt.
Den huerder sal in zijne huijsinge egeene apartementen mogen verhueren sonder kennis van den verhuerder.
Alle welcke voorschr. conditie ende voorwaerden den voorn. verhuerder gelijck oock den huerder belooven te sullen naercomen ende voldoen onder verbant van haere respective persoonen ende goederen present ende toecomende met renuntiatie in forma.
Aldus gedaan ende gepasseert binnen Bocxtel op heden den derden januarij 1700 drie en veertigh ter presentie ende overstaan van ….

Nu houdt het contract slechts een jaar stand want in 1744 verhuurt hij deze boerderij opnieuw [134]:

seeckere sijne steede, uijtgenomen het backhuijs ende de helleft van de schuer, met het Hoecxken agter de schuer ’t geene den verhuerder aan zijn eijgen is houdende, mits dat den huerder vrij staat om in het bakhuijs ten allen tijden sal mogen backen, bestaande het verdere boven en behalve der selve huijsinge als volgt.
den hoff en aangelegen erve aan het huijs gehoorende gr. ontrent darthien loopense …
item alnogh den Patacker, groot ontrent negen loopense
item den Driesacker groot ontrent vijff loopense
item alnogh de Bogt bij den Evelbos, groot ontrent ses loopense
item een weij in de Bruininge
ende laestelijk het hooij tot Orschodt
hier meede present ende de huere accepterende en dat voor eenen tijt en termijn van vier agtereenvolgende jaeren ende met twee jaeren te mogen scheijden, wie van de partije gelieven sal, mits malcanderen waarschouwende ende opsegginge te doen een maend voor kersemis, waar voor hij verhuerder jaerlijcx aan hem huerder heeft gelooft te betaelen in voorlijff eene somme van sesentwintigh gulden, ses sacken rogh en drie sacken boeckweijt te leveren ende te betaelen alle jaeren eens op behoorelijcken levertijt volgens ouder gewoonten, mitsgaders vier veijmen gewigtigh dackstrooij,
Den pagter sal gehouden sijn het voorlijff te betaelen te St. Marte offte kersemis ende den rogh en boeckwijt op behoorelijcke leverens tijt als gebruickelijk sijnde.
Ende in cas van geen prompte betaelinge ende leverantie soo sal het den verhuerder vrij staan om uijt dese huer te mogen scheijden, jaerlijcx
Den pagter sal het dackstrooij jaerlijckx hebben te verdecken op der selve huijsinge daer het noodigh sal worden bevonden volgens laets regt waar voor hij pagter den affvall sal genieten, daer tegens hij pagter aan den decker sal moeten geven cost en dranck sonder aan zijne huere te mogen corten.
Den huerder sal de huijsinge moeten onderhouden in wigten en wanden volgens laets regt waar toe den verhuerder de noodige materiale sal leveren
Den huerder sal oock moeten onderhouden alle straat, waeter en tuijn schouwen en alle verdere gebuerelijcke regten het voorschr. gehuerden subject zijnde.
Dese huere sal zijnen aanvangh nemen te weeten te pinxteren de huijsinge des avonts, den hoff ende groese te halff maert ende het lant t’oicxt aan de bloote stoppelen alles in desen jaere 1700 vier en veertigh, dogh soo sal hij huerder allen ’t selve sal aenvaerden wederom soo te verlaeten
Den huerder neempt meede aan tot zijne lasten te sullen voldoen ende betaelen de verpondinge ende conincx beede op de goederen slaende, mitsgaeders de halve verpondinge en borgemeesters lasten ende ten reguarde van heijercragt ofte haegelslagh (dat Godt verhoede) sal de schaede gereguleert worden naar andere boven en beneden gelanden.
Den huerder en sal oock niet vermogen enige driesse te scheuren off breecken, off niet te crabbe met de corte zeijse, dan met voorkennis van den verhuerder
Den verhuerder reseveert voor hem de halve vrugten in den boomgaert wassende om die bij den huerder en verhuerder te samen worden gedeelt
Alle welcke voorschr. conditie en voorwaerden, den voorn. verhuerder gelijck oock den huerder, belooven te sullen naarcomen en voldoen onder verbant van haere respective persoonen ende goederen, present en toecomende met renuntiatie in forma
Aldus gedaan ende gepasseert binnen Bocxtel op heden den eersten feb. 1700 vier en veertigh ter presentie …… etc

Wederom dus voor 4 jaar maar in plaats van 28 gulden is de huur nu 26 gulden.

In 1745 is Andreas Zantegoets peetvader van Andries, zoon van dochter Mechteld
Een jaar later verpacht hij opnieuw zijn bovengenoemde boerderij in ‘Cleijnder Liempt’ zoals hierboven, nu voor een tijd van 8 jaar [140]:

seeckere sijne steede, schuer en backhuijs … metten hoff en aangelegenheden erve mitsgaders het Hoecxken agter de schuer
item alnogh den Patacker, groot ontrent negen loopense
item den Driesacker groot ontrent vijff loopense
item alnogh de Bogt bij den Evelbos, groot ontrent ses loopense
item een weij in de Bruininge
het hooij tot Orschodt
‘t Schoorveltje
ende laestelijk ’t lant dat Francis van der Aerden in’t gebruijck is hebbende
(huurder) hier meede present ende de huere accepterende ende dat voor eenen tijt en termijn van agt agtereenvolgende jaeren ende met vier jaeren ofte ten halven tijde te mogen scheijden, wie van de partijen gelieven sal, mits malcanderen waarschouwende ende opsegginge te doen een maendt voor kersemis, waer voor hij huerder jaerlijcx aan hem verhuerder heeft gelooft te betaelen in voorlijff eene somme van dartigh gulden, ses sacken rogh en drie sacken boeckwijt te leveren ende te betaelen alle jaeren eens op behoorelijcken leverens tijd volgens ouder gewoonte, mitsgaders ses veijmen dackstrooij,
Den pagter sal gehouden sijn het voorlijff te betaelen te St. Marten offte kersemis en den rog en boeckwijt als gebruickelijk sijnde.
En in cas van egeene prompte betaelinge en leverantie soo sal het den verhuerder vrij staan om uijt dese huer te mogen scheijden, jaerlijcx
Den pagter sal het dackstrooij jaerlijckx hebben te verdecken op der selve huijsinge daer het noodigh sal worden bevonden volgens laets regt waar voor hij pagter den affval sal genieten, daer tegens hij pagter aan den decker cost en dranck sal moeten geven sonder aan zijne bedonge huer te mogen corten.
Den huerder sal de huijsinge moeten onderhouden in wigten en wanden volgens laets regt waar toe den verhuerder de noodige materiale sal leveren
Den huerder sal oock moeten onderhouden alle straat, waeter en thuijn schouwen en alle verdere gebuerelijcke regten het voorschr. gehuerden subject zijnde.
Dese huere sal zijnen aanvangh nemen all te weeten te pinxteren de huijsinge des avonts, den hoff ende groese te halff maert ende het lant t’oicxt aan de stoppelen alles in desen jaere 1700 ses en veertigh, dogh soo sal hij huerder allen ’t selve sal aenvaerden wederom soo te verlaeten als de selve goederen aanvaerden sal.
Den huerder neempt meede aan tot zijne lasten te sullen voldoen ende betaelen de verpondinge ende conincx beede op de goederen slaende, mitsgaeders de halve verpondinge en borgemeesters lasten en ten reguarde van heijercragt ofte haegelslagh (dat Godt verhoede) sal de schaede gereguleert worden naar andere boven en beneden gelanden.
Den huerder en sal oock niet vermogen enige driesse te scheuren off breecken, off niet te crabbe met de corte zeijse, dan met voorkennis van den verhuerder
Den verhuerder reseveert voor hem de halve vrugten in den boomgaert wassende om die bij den huerder en verhuerder te saemen worden gedeelt
Alle welcke voorschr. conditie en voorwaerden, den voorn. verhuerder gelijck oock den huerder, belooven te sullen naarcomen en voldoen onder verbant van haere respective persoonen ende goederen, present en toecomende met renuntiatie in forma
Aldus gedaan ende gepasseert binnen Bocxtel op heden den tweeden feb. 1700 ses en veertigh ter presentie en overstaan van …… etc

Een paar maanden later verkoopt Andries [142] : ‘een parceel groes genaemt de Koeijweij aan Velderswal, groot ontrent 6 loopense … gelegen onder Heselaer’. Zijn handtekening mist het typische kringeltje en bovendien vergeet hij een “e”. Is het de ouderdom?

Zijn broer Johannes overlijdt op 6 september 1747 en dan worden zijn bezittingen getaxeerd.
Het betreft ‘de helft in een  perceel teulland gent. het Schaaphuis groot voor dese helft 2 L. 12 roede … gelegen tot in Brukelen’ t.w.v. 90 gld incl last totaal 93 – 15 [144].

Andries is hierbij een der erfgenamen en ondertekent nu zonder een slot “s”.

Op 23 september 1748 wordt Andries zelf in Boxtel begraven, 62 jaar oud. [202]

De weduwe, Mechteld van den Aackere, zet het bedrijf voort en.verkoopt begin 1749 de ‘Boxtelse beemt’, waarschijnlijk gelegen in Oirschot/Best want daar wordt de akte geregistreerd [146].
Zij wil vervolgens ook gaan hertrouwen en dus moet er een inventaris worden opgemaakt [148] :

Staat ende inventaris van de meubilaire en erffhaaffelijke goederen, opgeregt en gedaan maken door Mechelina vanden Akere, weduwe Andries Santegoets ende nu in ontertrouw, opgenomen met Francis van der Struijk, weduwnaar van wijlen Catharina Lowis Comans, welke naar te noemene goederen den overledene Andries Santegoets ter togte heeft agtergelaten aan voorn. Mechelina van den Akeren ende het erfregt aan sijn en haar in eght geteelde eene kind met name Meghelien Andries Santegoets, bestaande in soo ende gelijk is volgende:

Eerstelijk twee bedden met haar toebehoorte: drie paar slaaplakens, twee dekens, twee paar oorpeluwynen
Drie tafellakens
Twee copere ketels
Een coperen roomseij
Een dito deurslag
Een dito panneke
Dertien tinne schotelen
Ses dito borden
Een dito soutvat
Een dito mostertpot
Een dito waterpot
Een dito kom
Een vuurijser
Een dito tang

Een dito schup
Een dito haal
Een dito rooster
Een dito ketel
Een cooperen pot
Twee voorste wagenradere
Een houte blok
Een dito tafel
Twee dito kisten
Twee copere coffipotten
Een tinnen trekpot
Een strijkijser
Een gieter
Een steene boterpot

Aldus gedaan en geïnventariseert ter instantie als in ’t hooft deses gemelt.
Ende heeft deselve verclaart alles ter goeder trouwe te hebben opgegeven en doen inventariseren sonder hares wetens ietsses verswegen,verduijstert of agtergehouden te hebben, directelijk off indirectelijk ende heeft daarop aan handen van Jan van de Ven loco drossaard behoor- en gewonelijken eedt afgelegt met de woorden soo waarlijk mogt haar Gog Almagtigh helpen.
Gereserveerd soo haar nog ietwes te binnen mogte comen het welke op desen inventaris nu nog niet is gebragt, dat sij het selve altoos op desen inventaris sal mogen en moeten brengen en deselve daar mede suppleren en vergrooten
Actum Boxtel heeden den sevenden november 1700 negenenveertig.
(getekend:)

Alleen Mechelien wordt genoemd, dus Jacoba hoort kennelijk niet bij deze Andries of zij is dan al overleden. Moet nog worden uitgezocht. Het huwelijk vindt twee dagen later plaats, voor de kerk [203]: ‘Eodem die (9 novembris) Joannes Franciscus van der Struyck viduus Catharinae Coemans et Mechtildis vidua Andreae Santegoets, en voor de schepenen [204]: Francis van der Struijk, weduwnaar van wijlen Catharina Louis Comans, geboortigh en woonagtigh alhier en Mechelina van den Akeren, weduwe wijlen Andries Santegoets, mede geboren en woonagtigh alhier. 25 8bre, 9 november 1749.

Hierna wordt er lange tijd niets van Mechelien vernomen. Pas15 jaar later, in 1765 komen we haar weer tegen als ze haar testament maakt [163]:

Compareerde voor de ondergetekenden, schepenen deeser Baronnije van Boxtel, Mechelien van den Akere, in eerste huwelijk gehadt hebbende Andries Santegoets, dan nu huijsvrouwe van Francis van der Struijk, inwoonderse alhier, siekelijk te bedde leggende dog haar verstand, zinnen en memorie in alles wel magtig en gebruickende gelijk ons onderget. scheepenen opentlijk scheen en bleek, welke comparante verclaarde te overdenken de seekerheidts des doods en de onseekere tijdt en uure van dien en niet geerne van de werelt te scheijden eer en alvoorens van de goederen haar bij God almagtig op dese aarde genadelijk verleent en naar te laten gedisponeertd te hebben en wel in ’t besondere over en van al sulcke goederen als waar van de comparante eenige meesterschap is hebbende en welke deselve van haare zijde zijn aangekomen soo \ij verclaarde, doende sulcx uijt eijge gemoetsbeweging sonder inductie oft resuatie van iemande soo sij te kennen was geevende.
En komende alsoo tot dispositie so verlaart de testatrice in alle deselve goederen, soo roerende als onroerende waar die gestaan off gelegen zijn en haar van haare zijde als voor aangekomen tot erffgenamen te nomineeren en institueeren haar twee kindskinderen met naame Hendrikus Sterke, inwoonder tot Liempde voor de eene helft en Willemijn Sterke, getrouwd met Jan Maas, woonende tot St. Michiels Gestel voor de geregte weederhelft, ende sulcx omme bij deselve daar mee gedaan en gehandelt te werden naar vrij welgevallen, des egter en behoudens nogtans gereserveert de legitime portie aan haare dogter Mechelien Santegoets getrouwt met Lambert van Esch soo en gelijk die aan deselve naar scherpheijt van regten soude konnen en vermogen te competeeren, deselve haare genoemde twee kindskinderen daar inne alsoo tot haare erffgenamen nomineeren en institueeren ende bij en mits deesen.
’t Geene voorschr. staat de comparante van woorde tot woorde voorgelesen sijndde en soo zij verclaarde zulx wel verstaan tee hebben, begeerde zij dat dit instrument na haar dood zijn volkomen effect sal hebben, hetzij als testament, codicil oft soo en in voegen als het selve best sal kunnen en mogen bestaan al waar het soo dat hier inne eenige solemniteijten naar regten gerequireert mogte weesen gecommoitteert off niet naar behooren waargenomen mogten sijn versoekende het uijterste benefitie te mogen genieten.
Aldus gedaanen gepasseert ten woonhuijse van de comparante binnen deese Baronnije van Boxtel, heeden den agsten augustij 1700 vijff en sestigh, present de onderget.
(handmerk van Mechelien die niet kan schrijven) etc.

Hierin worden twee kleinkinderen genoemd van dochter Mechelien, eerst gehuwd met Adriaen Stercken de Jonge en later met Lambert van Esch.

Mechelien is kort hierna begraven op 24 augustus 1765:

de vrouw van Francis van der Struijk, eerst wed. van Andries Santegoets [205].


10.a02   JOHANNA CLARA  SANTEGOETS

10.a02   JOHANNA  SANTEGOETS,   dochter van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 11 aug 1688 ,  overleden voor 1726.
Gehuwd in Boxtel op 23 oktober 1718 met Leonard Rademaekers (1 kind, Hendrik).

Johanna wordt gedoopt met de namen Jenna Clara maar wordt verder gewoon Johanna genoemd. Ze treedt op als doopheffer bij een zoon van haar broer Francis in 1715. Verder horen we ruim tien jaar niets over haar.

In 1726 is Johanna is al enige tijd geleden, want Leendert laat een inventaris opmaken omdat hij wil hertrouwen en dan is dat vereist. [65]:

 ‘Staat ende inventaris gedaan maeken door leendert Raedemaekers als in huwelijck gehadt hebbende johanna doghtere Goyaert Santegoets van alle soodanige erffhaeffelijcke meubilaire goederen als de selve Johanna Santegoets metter doot heeft ontruijmpt ende agtergelaeten ten behoeven van Henderick haeren wettigen soon ende dat in volgende manieren hier naer volgende.

Ierstelijck een bedt met veeren gevult met een hooft
peulingh
Item een witte wollen deecken
Item de gordijnen aan de bedkoets in de keuken
Item bedtkoets in de keuken
Item een bedtkoets in de kaemer
Item een eijcke blocxken in de keuken met vijff deuren
Item een eijcke blocxken met twee deuren
Item een stand
Item een tob
Item een scherrebort
Item eenen koeijketel
Item een waskuijp
Item een een spaeij
Item een meshaeck
Item een tiecke bedt met kaff
Item een lenne bedt met kaff
Item een deeken
Item een huijff
Item een taeffel
Item een kist
Item negen houten stoelen
Item tinne schootelken
Item vijff dito lepels
Item een coopere zeij
Item een boterschootel
Item een tinne komken
Item 2 zighten en haeken
Item 2 zeijsens
Item eenen reij toom
Item een beijl
Item hael en lench hael
Item een vuer eijser
Item een hangheijser
Item een tangh
Item een rooster
Item vijff haspels
Item eenen lampstock
Item een lepel bordt
Item een reck
Item een goot banck
Item eenen eijseren ketel
Item eenen eijseren pot
Item eenen cooperen houtketel
Item twee emmers
Item eenen asback
Item een eijsere lamp
Item een coopere lamp
Item een schael
Item vier en halff pont loot gewight
Item een tinne soutvat

Item een  tonneken
Item eenen room tob
Item eenen melc tob
Item drie scuppen
Item twee riecken
Item een bootergemak
Item drie trille taeffellaekens
Item twee linne taeffellaekens
Item agt slaeplaekens
Item een wiegh
Item een haergetouw
Item een hoogkaer met beslagh
Item twee aertkarren
Item een ploegh
Item twee eeggen
Item een greel
Item een zael
Item twee paer hoghten
Item twee holsters
Item twee paer strengen
Item eenen waeter toom
Item de kaerzeelen
Item een paerts krib
Item eenen reep
Item vier koeijbacken
Item eenen verkensback
Item eenen sneijback met twee messen
Item eenen kruijwaegen
Item eenen hooijwaegen met twee raijen voor en aghter geen
Item een hooij gaffel
Item drie vlegels
Item een leer
Item eenen wan
Item eenen strooijen korff off loopenItem eenen wiel
Item vijff maelsacken
Item een silvere hoost eijser
Item ses silvere knoppen
Item een silvere haerpin
Item een paer silvere gespen
Item ses hempden
Item veerthien slaephovels
Item vijff linne en een wolle neerstie
Item twee neteldoecke neusdoecken
Item eenen bonte voorschoot
Item eenen stoffe, kreppe en blauwe voorschoodt
Item een swart mantelken
Item een schordt
Item een lijfken
Item een sticklijff
Item eene swarte zeije kovel

Aldus gedaen, geïnventariseert ende beschreven ter instantie van in het hooft deses gementioneert ende verclaert den voorst. comparant alles ter goeder trouwe te hebben overgegeven ende doen inventariseeren door mijn Johannes Templaer openb. bijden Ed. Mo. Raede en Leenhoven van Brabant geadmitteert notaris residerende binnen de Baronnije van Bocxtel inne presentie van de getuijgen naergenoemp sonder ietwes te hebben verswegen, verdonckert ofte verduijstert, directelijck ifte indirectelijck, presenterende het selve met solemnelen eeden ten allen tijden te sullen verifiëren ende verstercken, gereserveert noghtans soo hem ietwes meerder moght te vooren, ten desen geadmitteer omme den selven desen inventaris daer mede te sullen off mogen suppleren ende vergrooten, ende in cas den voornoempde Leendert Raedemaekers kan aanthoonendat hij op desen inventaris iet moght hebben gebraght het geene hem selver moght toecomen, dat sulcx ten allen stonden op desen inventaris sal werden gecasseert, het geene hem wordt geconsenteert en toegestaan bij den onder te noemen getuijgen, consenterende oversulcx mij notaris hier van acte in forma uijt te geven.
Actum Bocxtel den aghtentwintighsten maert zeven thien hondert ses en twintingh ter presentie ende overtaan van Andries, Francis ende Johannes, kinderen Goijaert Santegoets als swaegers ende getuijgen van den voorn. Raedemaekers die desen beneffens den comparant en mij notaris behoorelijk hebben onderteeckent

Enkele maanden later wordt het bezit van vader Goyaert gedeeld en dan krijgt de enige zoon van wijlen Johanna het negende lot bestaande uit [70]: 

de helleft van den stuck weijlant genpt. den Aghtersten Beempt op de Coppel, groot ontrent in ’t geheel aght loopense … gelegen in Bocxtel …
Item alnogh de helleft in een hout en heijvelt genpt. de Dorsinge, groot ontrent in ’t geheel twaelff loopense … gelegen onder den haertganck van Lennisheuvel
De condividenten moeten hier uijt jaerlijcx blijven vergelden zeven stuijvers gront en gewinchijns in eenen meerderen paght aan den heere alhier.


10.a03    JOHANNES  SANTEGOETS

10.a03    JOHANNES  SANTEGOETS,   zoon van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 7 jan. 1690, overleden aldaar op 6 sep. 1747

Johannes treedt voor het eerst op in 1715 als zijn vader een akte laat registreren dat hij de koper van een stuk lant, dat als onderpand diende voor een lening van 100 gld, vrijwaart van eventuele nadelige gevolgen [20].

‘Compareerde …. Govert Santegoets, out schepenen borgemeester der voorschr. Baronnije, mitsgaders Andries Santegoets ende Johannes Santegoets, seeckere erffrenthe van hondert guldens capitaal à vijff guldene interest jaarlijcx betaalt werdende door den voorschr. 1e in ordine comparant (soo men verclaarde) aan juffr. Maria Chatvelt tot ’s Bosch, gaande uijt de onderpanden genaampt de Vier Heijmskinders, gestaan ende gelegen binnen de voorschr. Baronnije … van welcke voorschr. onderpanden den voorschr. iersten in ordine comparant aen Dirck Beecqmans heeft vercococht en voor heeren schepenen alhier in den jaere 1713 opgedragen seeckere huijsinge, hoff en erffe en veronderpant voor de voorschr. jaarlijcxe renthe, ende want de voorschr. iersten in ordine comparant in opdrachte de voorschr. renthe nijet heeft begroot, soo de voorschr. comparanten gesamentlijk mits desen een voor all en ijder van hen als schuldenaar principaal de voorschr. Dirrick Beecqmans ende zijne goederen van de voorschr. renthe altijt te sullen ontlasten, gueranden, cost- en schadeloos te sullen houden, denselven Beecqmans ter sake als voor tegens eenen iegelijck te sullen indemneren onder verbant als naar rechten.
Aldus gedaan, geloofft ende gepasseert binnen de Baronnije sonder argh ofte list den eersten dagh der maent maij XVIIC en vijffthien ter presentie ende overstaan van …

Johannes heeft een heel mooi handschrift zoals we hierboven zien.

Een jaar later is hij doopheffer bij een dochter van zijn broer Andries. Dat gebeurt ook in 1722 maar nu bij een dochter van broer Goijaert.

In1726 is hij met zijn broers Andries en Francis aanwezig als getuige bij het opstellen van de inventaris van zijn overleden zus Johanna [64] . Zie zijn handtekening hierboven bij Johanna. Enkele weken later is hij getuige bij het testament van zijn vader [65] en bij twee leningen die zijn vader afsluit [66] [67].  Enkele dagen later overlijdt zijn vader en vindt er een openbare verkoop plaats van alle roerende zaken in en om de ouderlijke boerderij [68]. Johannes biedt er ook lustig op los:

–    een rooije koe voor 31 – 10 – 0,  2 slaegen 1 – 0 – 0
–    een bruin meerij paart voor 30 – 0 – 0
–    een overjaarigh vercken voor 8 – 0 – 0   3 slaegen 0 – 9 – 0
–    een hoog kaer met beslaegh voor 16 – 0 – 0   2 slaegen 1 – 0 – 0
–    derde aart kaer met beslaegh voor 13 – 10 – 0   4 slaegen maar hoger bod
–    paerde hooij tot 500 pont voor 2 – 0 – 0   1 sl. 0 – 1 – 0
–    mutsaart in de Cruijsbroeke met ten 100 soo veel alsser is tegens 17 stuijvers ten hondert
–    boon staecken  0 – 10 – 0
–    een ton met een halff vat  1 – 8 – 0   2 sl.  0 – 2 – 0
–    een cuijp  1 – 12 – 0   4 sl. 0 – 4 – 0
–    twee rieken   0 – 10 – 0
–    taeffel   0 – 8 – 0
–    trog   2 – 8 – 0   2 sl. 1 sl. 1 sl.  0 – 5 – 0
–    botelerij  1 – 8 – 0  2 sl. 2 sl. 1 sl 0 – 5 – 0  via broer Andries
–    koeij ketel, de groote   17 – 5 – 0   1 sl. 0 – 10 – 0
–    hang eijser   0 – 12 – 0
–    struijff pan   1 – 11 – 0   1 sl. 1 sl. 0 – 2 – 0
–    schabel in de keuken  1 – 1 – 0   1 sl. 0 – 1 – 0
–    een uijtreckende taeffel 2 – 2 – 0  2 sl. 2 sl. 2 sl. 1 sl 0 – 7 – 0  via broer Andries
–    tinne com  0 – 9 – 0
–    twee sout vaeten  0 – 10 – 0
–    streijck eijser  0 – 19 – 0
–    een vierendeel speck  0 – 18 – 0

De erfgenamen van vader Goijaert organiseren een week later een openbare veiing van de pacht van een parceel raepsaet en verscheijde parceelen weijlanden gelegen onder Liemde en Boxtel [69] Johannes biedt mee op

eerstelijck den Agtersten beemt aan de Capel (inzet 31 – 0 – 0 maar hij biedt niet door)
den Voorsten beemt aan de Kappel ingeset door Johannes Santegoets op twaelff gulden 10 stv. affgehangen van twee en twintgh gulden ende gedaalt op de voorn. twaelff gld tien stv.
den Dries bij de Moolen ingeset door Johannes Santegoets op 1 – 10 – 0 affgehangen van 6 – 0 – 0 ende gedaalt op 2 – 5 – 0 waer voor ten beurden affgemeijnt bij Andries Santegoets
den tweeden Dries aldaer, ingeset bij de hr. Johannes Sprangers op 3 – 0 – 0 affgehangen van tien gulden ende gedaelt op 3 – 5 – 0 waer voor ten beurden is affgemeijnt bij Johannes Santegoets, 1 slag, 3 – 5 – 0
den Hoogen Dries tot oicxt, ingeset bij Johannes Santegoets op 1 – 10 – 0 affgehangen van ses gld ende gedaelt op 2 – 5 – 0 waer voor ten beurden is affgemeijnt bij Francis Santegoets, 1 sl.
twee weije die affgemeijnt sijn in de Kruijsbroeck genaamt het Heijvelt ende de vorste weij in de Meijlestraat, ingezet bij Johannes op eenentwintig gld, affgehangen van sesendartig gld ende gedaalt op 26 gld, waar voor ten beurden is affgemeijnt bij den voor. insetter, 1 sl. 26 – 0 – 0
derde weije in de Kruijsbroeck ingeset bij Johannes Santegoets met 15 – 0 – 0 affgehangen van 30 gld en gedaelt op 21 – 10 – 0 (door iemand anders)
den beemt tot Liemt voor ¼ paart met den advocaat Audenhoven gemeen ingeset bij Johannes Santegoets op tien gld affgehangen van agtien gld en gedaelt op 10 – 5 – 0 waarvoor ten beurden is affgemeijnt bij Andries Santegoets.

Vervolgens komt er nog een openbare verkoop van diverse bomen en ook daar doet Johannes weer aan mee [71]:

coop 8: 6 essen, Johannes Santegoets 3 – 0 – 0   2 sl. 0 – 10 – 0
coop 22: in den heijcamp aan velder eenige eijken klaterboomen eens gep. off alles wat er staat, uitgenomen de besten eijkeboom die wel gereserveert, Johannes Santegoets 4 – 0 – 0  4 sl. Evert van den Bogaert 1 sl. 1 – 5 – 0 .

En nog eens bomen [74]:

2e coop: 1 es, Dirk Beeckmans, 3 – 8 – 0 .Borg: Johannes Santegoeds, Fr. Santegoets
5e coop: 8 willigen, Dirk van de Fleur, 1 – 12 – 0  2 sl. J. Santegoets 1 sl. Borg F. Santegoets, J Tempelaer
9e coop: 5 eijke, Jan van de Weeg, 12 – 12 – 0  1 sl. Johannes Schelling, 2 sl.  Borg J. Santegoets, Anthonij Sleutjens
11e coop: 2 eijke, Jan van de Weeg, 7 – 7 – 0  2 sl. Johannes Schelling, 1 sl.  Borg als boven.
eerste coop in de Cruijsbroeken, 5 bome, Francis Santegoets  2 – 0 – 0  2 sl. Borg J Santegoets, J. Tempelaer.

In juli vindt de erfdeling plaats [78] . Johannes krijgt daarbij lot 7 :

‘mits welcke scheijdinge ende deijlinge soo is Johannes Santegoets te loot ende te deel gevallen het zevende lodt bestaende in de helleft van een stuck lant genpt. het geheel Schaepshuijs, groot ontrent darthien loopense ofte soo groot ende cleijn als het selve gelegen leijt alhier binnen de Baronnije van Bocxtel onder den haertganck van Brueckelen, …
Item alnogh de hellieft van een stuck weijlant genpt. de Voorste Weij inde Kruijsbroecken naest de Meijles straat gelegen onder Lennisheuvel … los ende vrij uijtgenomen ’s lants ende dorps lasten met de wegen van reght, mits dat den condivident hier uijt jaerlijcx sal moeten blijven vergelden thien stuijvers en darthien penninen in eene meerdere somme aan den heer alhier met alnogh jaerlijcx drie gulden vijffthien stuijvers in eenen meerderen paght aan den armen van Bocxtel.
Item moet dit lodt trecken ende profiteren van Andries Santegoets eens eene somme van hondert twaekff gulden thien stuijvers met alnogh eene somme van twaelff gulden en thien stuijverd eens van de drie kinderen Goijaert Goijaerts Santegoets’.

Enkele weken later verkopen de erfgenamen samen [83 e.v.]

een stuck weijlant genpt. de Coeweij aan den Coppel, groot ontrent vijff off ses loopense … gelegen binen Bocxtel binnen’ en ‘een stuc klant met den dries daer aen gelegen genpt. Cluijtmans Acker groot ontrent vier loopense … gelegen onder den haertganck Brueckelen tegenover den Olijmoolen’ enverder nog ‘een parceel soo weij als teullantgroot ontrent zeven off aght loopense … gelegen onder den haertganck van Onrooij’ , ‘een parceel theulant genpt. ’t Schomprooij, groot ontrent drie loopense … onder den haertganck van Tongeren’, ‘een parceel theulant genpt. de Hooleijck groot ontrent twee loopense … onder Lennisheuvel’ , ‘een parceel theulant genpt. den Grootacker groot ontrent twee loopense … onder Lennisheuvel’. ‘een heijtvelt groot ontrent vijff loopense … onder Lennisheuvel.

Tot slot wordt ook nog een kapitale boerderij verkocht aan broer Andries [86] .

Vanaf 1729 staat Johannes genoteerd in het verpondingenboek in Boxtel [107] onder Breukelen, Munsel en Onroij.  In 1732 verkoopt [117] ‘Johannes Santegoets inwoonder alhier een gedeelte in een heijveltje groot ontrent in ’t geheel drie loop. … gelegen onder Munsel en Onroij’ .
In1733 is hij doopheffer van Wilhelma, dochter Adriaen Stercken x Mechteld Santegoets, dochter van zijn broer Andries (10.a01).

We komen Johannes nu niet meer tegen in de akten. Hij overlijdt in september 1747 en wordt in Boxtel begraven [207]:


10.a04   FRANCIS  SANTEGOETS

10.a04   FRANCIS  SANTEGOETS,   zoon van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 18 mrt 1692 ,  overleden : in Esch op 20 okt. 1728.
Gehuwd in Esch op 28 okt 1714 met Maria dochter van Petrus van Eyndhoven. Na het overlijden van Francis treedt zij opnieuw in het huwelijk in Esch op 15 jan 1733 met Peter van Gerwen uit Hooghloon. Zij overleed in Esch op 26 aug 1769.
Kinderen :
11.b1   Jan-Francis,  gedoopt in Esch op 26 okt 1715.
11.b2   Maurus,  gedoopt in Boxtel op 27 sept 1717.
11.b3   Adriaen,  gedoopt in Boxtel op 14 mei 1720, overleden in Esch op 19 jan 1730.
11.b4   Cornelis Antoon, gedoopt in Esch op 29 nov 1721.
11.b5   Maria Cathrina,  gedoopt in Esch op 22 nov 1723.
11.b6   Godefrida,  gedoopt in Esch op 15 mei 1726, overleden aldaar op 18 mrt 1730.
11.b7   Francis,  gedoopt in Esch op 4 april 1729. Geen verdere gegevens bekend

(Jan-)Francis zien we kort na zijn huwelijk bij de notaris verschijnen [24] voor het huren van

‘seeckere hoeve en aengelegen erffenisse in soodanige grootte, forme en manierenen ….’gelegen onder de voorschreve Baronnie onder den hertganck gemijnelijck genoempt Hall op de naarvolgende conditien,
In den eersten sal den voorschreven huerder de voorschreve hoeve aenvaarden namentlijck den Hoff met de beempden te halff meert, de huijsinge mette groes canten te Pincxt avont en het teullant t’oicxt daar aan volgende, alles in den jaare xvijc en sestien voor een tijdt ende termijn van ses eerstcomende ende achtereenvolgende jaren, mett drie eerste jaren te mogen uijtscheijden wien van parthije gelieven zal, mits malcanderen sulcx ses weecken voo kersmisse wettelijck op te seggen.
Pachtere zal nijet vermogen te beschadigen eenigen hout ofte houwassen, ’t zij mette corte zeijsinge, bresten ofte andersints.
Pachtere zal jaarlicx moeten leveren 150 steen gewiichtigh dachstrooij.
Verpachteren in qualiteit als voor, sullen de huijsingen behoorlijck ende loffelijck doen repareren en alsoo gerepareert zijnde aen pachtere overleveren, hetwelck gedaan zijnde sal.
Pachtere sal de voorschreven huijsingen in weechten en wanden moeten onderhouden met het hout van verpachtersse.
Pachteres sal de timmerlieden en deckers den kost en dranck geven en daarvoor den affval genieten en den eijgenaar de daghgelden betaelen.
Pachtere sal moeten onderhouden alle wegen ensteeghden en oock het hooft aen de Kalfsche brugge, mitsgaders den dijck, en alle schouwen, voetpaden, waterstroomen en de verdere gebruijckelijke rechten en servituten het voorschr. gehuijrde subject.
Pachteres al moeten betaelen alle reele lasten, soo verpondingen, borgemeesteres en verdere gemeentens lasten die iegenwoordigh bekent zijn, uijtgenomen de vijffde verhooginge, die blijven ten laste van den eijgenaresse.
Ende belooft pachtere jaarlijcx aen den eijgenaresse ofte verhuijrders in henne voorschr. q(ualiteijt) te sullen betaelen tot voorlijff in gelde vijffendertigh guldens St. Mertensdaghin goet ganckbaar gelde en alnoch jaarlijcx moeten leveren in rogge seven sacken en drije sacken boeckweijt goet leverbaar coren.
Pachtere sal jaarlijck moeten leveren aen den heere van Deurssen eenen sack rogge op behoorlijcken verschijnsdagh uit de voorschr. hoeve jaarlijcx gaande, dit sal het aan den voorschr. pacht corten.
Pachtere zal jaarlijcx zijnen corenpachten moeten leveren ofte binnen de stadt ’s Bossche ofte tot Moergestel ter keuse ban verpachtere in henne voorschr, q. sonder ietwas voor vracht ofte andere oncosten te mogen corten, waarvan de eersten corenpacht vervallen ofte verschijnen zal ontrent Lichtmisse des jaars 1718 en het voorlijff St. Merten 1717, ende soo voorts jaarlijcx dese pachtinge geduijrende.
Verpachtere sullen gehouden zijn voor het ingaen van pacht te besorgen en sulcx met stalhouders ende doen timmeren drije gebont huijsinge tot een peerts satll en schaepskooij, het welcke in den jaare 1717 zal moeten volmaeckt zijn tot des verpachtere costen.
Ende oft gebeurde day pachtere offte desselfs huijsvrouw quame te overlijden, soo is supersse conditie dat den lancxtlevende van de verdere huijre offte pacht sal wesen ontalst in gevalle den selven geliefft.
Gelovende den voorschr. pachtere als schuldenaer principaal ende Peeter van Eijndhoven.
Ende Govert Santegoets zijne borge hier mede present, dese conditie en voorwaarde in gevalle van pachtere inne gebreecke quame tevallen, ijder voo eene gerechte helfte den inhoude deser te voldoen, naer te comen, voltrecken en te betaelen, daer voor verbindende ijder in dijen reguarde zijn persoon en goederen als naar rechten.
Dit vootschreven en al dat noch ter goeder trouwe ijder in zijn reguarde vereijscht wordt, beloven parteijen comparanten te sullen naarcomen ende achtervolgen alles onder verbant als voorschreven.
Aldus gedaan ende verleden binnen de Baronnije van Boxtel den drie entwintigsten november seventhien hondert ende vijffthien, ter presntie enoverstaan van  …………

In 1726 gebeurt er van alles. De man van zijn overleden zus Johanna gaat hertrouwen en daarom moet er voor haar dochtertje een inventaris worden opgemaakt. Francis ondertekent mede deze akte [64]. Vervolgens maakt zijn vader een testament op en ook daarbij is Francis aanwezig [65]. Daarin staat: ‘Item maeckt ende legateert den testateur aan Mourus ende Maria Catharina, kinderen van Francis Santegoets, ider eens eene somme van vijff gulden voor een rouw kleet’. Zijn broers en zussen krijgen elk 30 gld toebedeeld voor een rouwkleed en waarom Francis daarbij niet wordt genoemd is onduidelijk. Kort hierna overlijdt zijn vader en wordt alles op een openbare veiling verkocht [68]. Francis koopt daar ook het nodige:

een kruijs voor 24 – 10 – 0
een swaart beest voor 13 – 10 – 0   1 slagh 0 – 10 – 0
een swaart kalff voor 9 – 0 – 0    1 slagh 0 – 9 – 0
een vaal beest voor 7 – 0 – 0  2 salegen,  1 slagh 0 – 9 – 0
een ploeg voor 8 – 5 – 0 voor Jan van Oorschot
een waegen leeren voor 1 – 6 – 0   2 sl. 0 – 8 – 0
(mutsaart) de rest tot 1000 de twee hondert tegens eenen gulden agt stuijvers aangeschreven -om 7 – 0 – 0  
8 sl. en 2 sl en 4 sl  0 – 14 – 0
reijsaal 2 – 2 – 0   4 sl. 0 – 4 – 0
reij toom 0 – 12 – 0
tobbeke 0 – 12 – 0
eenen block neffens de couts ’t blauw 3 – 15 – 0   4 sl.  0 – 8 – 0
bedt en peuling  5 – 0 – 0  6 sl.  0 – 18 – 0

Vervolgens verpacht de familie ook een aantal percelen [69] en Francis doet ook mee:

het weijken tot Onroij ingeset bij Andries Santegoets op 8 – 0 – 0 affgehangen van twintigh gulden en gedaelt op elff gulden waer voor ten beurden is affgemeijnt bij Francis Santegoets 11 – 0 – 0 . Slaat 2 slaegen
raepsaet dat moet ten eerste als ’t gemaeijt is van ’t velt worden gehaelt mits dat het behoorelijck getient sal wesen, ingeset bij hendrick van de Morsselaer op seven gulden, afgehangen van 16 gulden en gedaelt op agt gulden vijff stuijvers, is affgemeijnt bij Francis Santegoets 8 – 5 – 0
den Hoogen Dries tot oicxt, ingeset bij Johannes Santegoets op 1 – 10 – 0 affgehangen van ses gld ende gedaelt op 2 – 5 – 0 waer voor ten beurden is affgemeijnt bij Francis Santegoets, 1 sl.

Dan is het hout aan de beurt [73]

– 2e coop: 2 eijken, Francis Santegoets 4 – 5 – 0 1 sl. dhr. Drost, 1sl Dirk Beecqmans 1 sl 0 – 15 – 0
7e coop 3 bomen Francis Santegoets 2 – 10 – 0  2 sl. dhr. Drost, 1 sl. Beecqmans 1 sl. 1 – 4 – 0
9e coop 6 elsen en essen, Francis Santegoets 3 – 0 – 0   1 sl. 0 – 5 – 0
16e coop 6 eijken, Francis Santegoets 6 – 0 – 0   2 sl. Thobie 1 sl. 0 – 15 – 0
17e coop 13 eijken, willige en claterbomen, Francis Santegoets  5 – 5 – 0  2 sl. Thobie 1 sl. 0 – 15 – 0

Een maand later volgt er weer een verkoping [74]:

2e coop 1 es, Dirck Beeckmans 3 – 8 – 0 2. sl. Borg: Johannes Santegoets, F. Santegoets
5e coop 8 willige, Dirck van de Fleur 1 – 12 – 0 2 sl. J. Santegoets. Borg F.Santegoets J. Tempelaar
eerste coop in de Cruijbroeken, 5 bome, Francis Santegoets 2 – 0 – 0   2 sl. Borg J. Santegoets J. Tempelaar

En in juli staan er perceelen in de verkoop [75]: het hof den Biggelaar dat door broer Andrie wordt gekocht, alsmede diverse andere perceelen [76]. In dezelfde maand vindt de erfdeling plaats van de goederen van zijn ouders [78]. Francis krijgt daarbij lot 5 bestaande uit:

de helleft van de schuer en backhuijs met den gront en den halven wegh van ’t oudt hecken aff tussen het huijs en schuer door op den agtersten heckenpael, staende tegens den gevel van ’t huijs, regt op den sloot aan, welcke sloot sal gaen halff en halff op de Dommel aan
Item alnogh de helleft in een stuc klant genpt. de Langh Stucken, groot ontrentaghtien loopense in het geheel
item alnogh de helleft in een stuck groese genpt. de het Kleijn Weijken, groot ontrent in ’t geheel vier loopense gelegen onder den haertganck van Lennisheuvel, … den sloot van het weijken moet daer bij blijven ende den wall halff en halff te hcken ende te onderhouden, den pat van de Langh en Corte Stucken en den sloot halff en halff tot de vonder toe, los en vrij uijtgenomen ’s lants ende dorps lasten mette wegen van reght, mits dat den condivident hier uijt jaerlijcx sal moeten blijven vergelden drie hoenderen in eenen meerderen paght aan den heere Prince de Hornes.
Dit lodt sal eens moeten uijtkeeren aan den gelijcken boedel een somme van hondert gulden tot betaelinge van de schulden.

Een maand later worden de stukken land die bij de veiling op 4 en 27 juli 1726 verkocht waren geregistreerd namens de gezamenlijke erfgenamen [83]. Francis zelf koopt dan [84] ‘een parceel theulant genpt. den Groot Acker groot ontrent twee loopense … gelegen onder den haertganck van Lennisheuvel. Een soortgelijke actie vindt in Liempde plaats [86].

In september 1726 legt Francis een verklaring af in Oisterwijk als getuige van een ruzie tussen twee personen die met degens elkaar te lijf gingen [87] :

Interrogatorium of vraegpointen omme daer op ter requsitie van den heer Cornelis Digues de Lamotte, drossart der Baronnije van Bocxtel onder eede te hooren de persoonen in margine deses gestelt naer dat de selve alvorens daer toe geregtelijck sijn geciteert.







Eerstelijck te vragen haer deponenten ouderdom.



Of sij deponenten op woensdag sijnde geweest ten huijse van Johannes Tempelaer geswore clercq ter secretarije en herbergier binnen de Baronnij van Boxtel.

Of sij tijden voornoemt mede aldaer niet gesien hebben de persoon van Dirck Adolf Glaise en Jan van Noort beijde wonende binnen de Baronnije van Boxtel voornt.

Of sij niet gehoort en gesien hebben dat er questie en rusie is ontstaen tusschen de voornoemde Dirck Adolf Glaise en Jan van Noort.


Of sij deponenten niet gesien hebben dat de voornoemde Dirck Adolf Glaise en Jan van Noort vervolgens haer degens jegens den anderen in gramme en toornige gemoede hebben getrocken.

Of sij vervolgens niet gesien hebben dat de voornoemde Dirck Adolf Glaise en Jan van Noort te samen met bloote degens degens hebben gevochten.

Of sij deponenten niet gesien hebben of de voornoemde persoonen den een den ander eenige quetsuere hebben toegebragt.

Of sij niet gesien hebben wie de voorn. twee persoonen geschijden heeft en of de selve haer deponenten niet kennelijk sijn.


Wat voor persoonen haer deponenten kennelijck nogh meer bij het voornoemde geval present sijn geweest.


Eijndelijck wat haer deponenten verder van dese saeck kennelijck sij.

Wij Stephanus van der Henst en Jan van der Plas, schepenen deser vrijheijdt Oosterwijck certificeeren bij desen dat voor ons gecompareert sijn Francis Antegous woonende tot Esch ende Leendert Rademaker woonende tot Cleijnder Liemt, gehuchte van Boxtel, de welke ter requisitie als hier neven onder solemnelen eede haer door Aart Frederick Wolfer onse medeschepen mits absentie van de heer quartierschout, ende desselfs stadhouder, wettelijck gestaeft en afgenomen, verclaert hebben waer en waeragtig te wesen soo als hier naer in margine van de volgende vraegpointen staet geannoteert.

Den eersten deponent verclaert ontrent driendartig jaer out te wesen.
Den 2e deponent verclaert dartigh jaer out te sijn.

Den eersten deponent verclaert ten huijse hier nevens genoemt geweest te sijn in de maent julij deses jaers, dog den preciesen dag niet onthouden te hebben.
Den tweeden deponent verclaert ja te dier tijt aldaer geweest te sijn.

Den eersten deponent verclaert de nevensgemelde persoonen aldaer gesien te hebben.
Den tweeden deponent verclaert ut supra.

Den eersten deponent verclaert gehoort te hebben.dat er questie was tusschen de nevensgemelde persoone.
Den tweeden deponent verclaert gesien en gehoort te hebben dat er questie tusschen haer ontstaen was..

Den eersten deponent verclaert gesien te hebben dat deselve haer degens tegens malcanderen uijt hadde.
Den tweeden deponent verclaert gesien te hebben dat sij haer degens tegens malcanderen in toornichijt en hevigheijt uijt trocken
.

Den eersten deponent verclaert gesien te hebben dat se wierden gescheijden van twee heeren genaemt Rotterdams.
Den tweeden deponent verclaert van neen, alsoo de deur van de camer daer se in waren wat toe gingh.

Den eersten deponent verclaert van neen.
Den tweeden ut supra.


Den eersten deponent verclaert als op den 6e articul.
Den tweeden deponent verclaert gesien te hebben dat de selve wierden gescheijden door twee heeren genaemt Rotterdams.


Den 1e  deponent verclaert geen persoonen bij het geval gesien te hebben dan de voorn. heeren Rotterdams en het volck van het huijsgesin.

Den eersten deponent verclaert niet verder te weten.
Den tweeden deponent verclaert ut supra.

Allen ’t welke haer deponenten van woorde tot woorde voorgelesen sijnde hebben sij daerbij gepersisteert.
In kennisse der waarhijt hebben wij schepenen voornoemt dese ten registere onderteeckent heden den negenden september seventien hondert sesentwintigh.

Een paar maanden later overlijdt Francis, erg jong nog, slechts 36 jaar oud. [208]

Enkele maanden na zijn overlijden wordt er nog een zoon geboren die zijn naam krijgt.

In het vepondingsregister van Boxtel (vanaf 1729 [107]) komt de weduwe van Francis voor onder Breukelen en Klein Liempde. Zij verkoopt in dat jaar samen met haar zwager Adriaan [110] ‘een stuk weijlant gent. het Kruijsbroek groot ontrent 4 lop. met den halven eijkewal daer aen gehoorende, …  gelegen onder den hertgang van Lennisheuvel. en een jaar later op dezelfde manier [114] ‘een perceel groeslant groot ontrent twee loop. … gelegen onder den hertgang van Bruckelen’ aan zwager Andries. Ook is zij doopheffer bij een Francis in haar familie.

In 1733 treedt de weduwe Maria Peters van Eyndhoven opieuw in het huwelijk met Peter van Gerwen en stelt met hem een huwelijkscontract op [119]:

Alsoo Francis Santegoets in leven gewoond hebbende binnen desen dorpe Esch voor eenigen tijd deser werelt is coomen afflijvigh te worden, naarlatende zijne weduwe Maria Peters van Eijndhoven mitsgaders vier kinderen aen deselve Maria doen hij leeffde verweckt met namen Jan, Maurits, Cornelis ende Maria Catharina, naar dat den selve Francis Santegoets en Maria Peters van Eijndhoven bij henne mutuele testamente, laatste en uijterste wille op den 5en augustij 1728 voor schepenen alhier gepasseert, den langhst levende van hun beijden tot universele erffgenaam hadde genomineert ende geinstitueert en dat voorgenoemde Maria peters van Eijndhoven (bevoorens volgens het 53e articul van het Eght Reglement in dato den 18en maart 1656 en daarop gevolghde waarschouwinge van den 3en april 1708 beijden van haar Ho. Mo. de Heeren Staten Generaal der Vereenighden Nederlanden sullende maacken ene opreghten behoorlijcken staat en inventaris ten behoeven van hare ommondige kinderen van de erffelijcken erffhaaffelijcke goederen bij haar en haren voorz. overledene man zaliger op zijn overlijden tesamen met vollen reghten beseeten) voorneemens eerstdaeghs een wettig houwelijck aan te gaan met Peter van Gerwen en dat die beijden genegen waren door een minnelijck verdragh te prevenieren en aff te snijden de geschillen en disputen welcke in tijden en wijlen tusschen de voorkinderen bij den voorz. Francis Santegoets verweckt en de nakinderen in den toecomende houwelijck te verwecken, off tusschen gemelte Peter van Gerwen en meergemelte voorkinderen souden connen ontstaan ende gerijsen, soo compareerden voor schepenen des dorps Esch ondergenoemt den voorn. Peter van Gerwen en Maria Peters van Eijndhoven, weduwe wijlen Francis Santegoets voornoemt, mitsgaders Andries Santegoets woonende tot Boxtel ende Peter Peters van Eijdhoven, medeschepen alhier, oomen van vaders en moeders sijde, aangestelde en beëedighde momboiren over de voorz. respective vier onmondige voorkinderen Jan, Maurits, Cornelis en Maria Catharina Santegoets en dus in den naam en van wegen den voorseijde voorkinderen.

Ende verclaerden de comparanten (de twee laatstgenoemde met goedvinden ende op approbatie van Heeren Officier en schepenen alhier) te hebben aangegaan ende gemaackt, gelijck sij doen bij en mits desen, het naarvolgende houwelijcx contract ende conventie namentlijck dat alle de goederen, soo erffelijcke, erffhaeffelijcke als haeffelijcke, welcke bij de toecomende bruijd Maria Peters van Eijndhooven staende houwelijck met den anderen staan geconquesteer te werden, oock die deselve bruijd van hare sijde staan aan te besterven, soo bij de voor- als nakind off kinderen egalijck en eeven diep, hooft voor hooft sullen worden gepartageert en verdeelt sonder onderscheijd eeven als off het kinderen waren uijt een en den selve bedde geprocreëert.

En in cas de toecomende bruijd voor den toecomende bruijdigom mogte comen afflijvigh te werden sonder kind off kinderen in haarlieder houwelijck verweckt agter te laten, dat den bruijdegom uijt des bruijds gereedsten boedel en goederen, genieten en profiteren sale ene somme van vierhondert guldens eens en vooral oftewel eene somme van tweehondert gulden eens en daerenboven alle jaeren zijn leven lang geduerende, twee sacken off sestien vaten rogge, Bossche mate, ’t welcke een van beijden staan sal tot keure ende welgevallen van de opgemelde voorkinderen off deselver momboirs en vooghden, daer beneffens sal den toecomende bruijdegom alsdan na sigh nemen de kleederen, linnen en wollen tot zijnen lijve behoorende, mitsgaders al sulcken goederen als staende der conthoralen houwelijk van des bruijdegoms sijde mogten geërft off hem aanbestorven wesen, sonder ijtwes meer hij wegens vrughtgebruijck en toghte aan andere goederen off uijt hooffde van eenige wetten, costuijmen en instantien off op eenigerhanden andere wijsen te sullen off te connen pretenderen.

Dat bij soo verre den toecomende bruijdegom voor den bruijd moghte comen te overlijden, insgelijcx soner kint off kinderen in haarlieder houwelijck verweckt, na te laten, de vrienden off nabestaenden van de bruijdegom op geenderhande manieren bedaght off onbedaght ijts sullen connen off mogen eijschen, vorderen off pretenderen van de toecoomende bruijd off hare kinderen uijt wat hooffde, oorsaecke off om wat redenen sulcx soude moogen weesen, als blijvende des bruijds boedel in sulcken gevalle in zijn geheel ten profijte en voordeele van haren iegenwoordige kinderen, soo wel die sij ten houwelijck comt aen te brengen als t’geene staande houwelijck en daarnaar, geërfft, aanbestorven, gecight off andersints geconquesteert ende vercreegen soude mogen werden.

Eijndelick belooft en verbind sigh den bruijdegom geduerende zijn aanstaande houwelijck geene goederen, hoedanigh die genaamt off waer die staande en geleegen moghten wesen, welcke door de bruijd ten houwelijck aangebraght off bij haer geërft off haer aanbestorven werden sonder wille, consent en goedvinden van de toecomende bruijd te sullen vercoopen, belasten, beswaren, veralieneren off andersints weerloos te sullen maecken, direct off indirect op egeenderhande manieren off om geene redenen hoedanigh die souden moogen wesen, tot dien eijnde (buijten wille, consent en goedvinden der toecomende bruijd) wel proffijtelijck en in de kraghtighste forme renuntierende  en affgaande het reght de mannen als momboiren over hare vrouwen naar reghten ende costuijmen deser landen competerende.

Geloovende wedersijds de voornoemde comparanten, te weten die voor haar selven compareren op verband van hare propre personen ende goederen ende de voorz. momboiren met goedvinden ende approbatie als vooren, op verband van der onmondigens goederen, beijden nu hebbende ende naermaals vercrijgende, het voorschreve gecontracteerde ende geconvenieerde in allen deelen te sullen voldoen, aghtervolgen ende naarcomen en t’selve als oock het voorz. renuntieren en affgaen, ten allen tijden te sullen houden en doen houden, goed vast steedigh ende van waarden, sonder oijt daer tegen te doen off te sullen laten geschieden in reghten ofte daerbuijten.

Getuijgen waren hier over de heer Johan Hartongh, stadhouder, mitsgaders Adriaen van Casteren ende Cornelis van der Braacken, schepenen des dorps Esch die dese in oirconde ten prothocolle onderteeckent hebben, heden den derden januarij seventien hondert drieëndertigh.

Vervolgens is een inventarisatie nodig om vast te stellen welke goederen de kinderen Jan, Maurits, Cornelis en Maria-Catharina Santegoets toebehoren [120]:

Inventaris gedaan, maacken, instellen, bij Maria Peters van Eijndhoven weduwe Francis Santegoets van alle soodanige erfflijke, erfhaeffelijcke goederen als sij en den voorz. haren man op zijn overlijden te samen met vollen reghten beseeten hebben ende dit ten behoeven van de vier onmondige kinderen bij den voorz Francis Santegoets doen hij leeffde aen de voorn. Maria Peters van Eijndhoven in wettigh houwelijck verweckt ende sulcx tot voldoeninge van het 53e articul van het Egt Reglement in dato den 18en maart 1656 en daarop gevolghde waarschouwinge van den 3en april 1708 beijden van haar Ho. Mo. de Heeren Staten Generaal der Vereenighden Nederlanden

Erffelijcke goederen

Eerstelijck een stuck ackerland genaemt den Moolenacker, groot ontrend aght loop. gelegen onder de Baronnije van Boxtel onder den heertgangh van Brueckelen, tusschen erffenisse Adriaen Santegoets aen de eene en tusschen erffenisse van den Heere Prince de Hornes aen de andere sijde ende met den eenen eijnde, streckende met den anderen eijnde tot op het Smalwater off de Molengraff, zijnde specialijck belast met eenen gewinnchijns van twaelff st. ses penn. in een meerdere gewinchijns aen den gemelde Prince de Hornes, here van Boxtel.

Nogh een stuck ackerlandt genaamt de Grootacker, groot ontrend twee loop., gelegen als vooren onder den heertgangh van Lennisheuvel tusschen erffenisse Cornelis van de Ven aen de eene, ende tusschen erffenisse van den Heere Prince de Hornes aen de andere sijde, ende met den eenen eijnde, streckende  met den anderen eijnde tot aen erffenisse van Jan Louis Verster.

Nogh een stuck landt genaamt den Hooleijck, groot ontrenttwee loopense, gelegen als vooren, tusschen erffenisse van Willem van Thuijl aen de eene en tusschen erffenisse vanPeter Jan Santegoets aen de andere sijde, streckende met den eenen eijnde van erffenisse Cornelis van de Ven ende den anderen eijnde tot aen erffenisse van den Heere Prince de Hornes off de Gemeene Straet.

Zijnde de voorz. drie parceelen daerenboven nogh specialijck belast met een cvapitael van een hondert vijffentseventigh gulden tegens den interesse van drie en half per cento ten behoeven van de schutterije genaemt de L.V. Broeders tot Boxtel.

Erffhaeffelijcke goederen
Bouwgereedschap

een hooghkar met ijser beslagh
2 aardkarren een wagen met 2 raderen en ijserbeslagh
1 stellingh ploegh met zijn toebehoren
1 groote en een kleijne eegh
2 zadel en 2 lighten
1 paerdekrib met de reep
2 snijbacken en 2 snijmessen
1 schoep
2 schuppem
1 torfschop
2 riecken
2 sighten, 2 haecken
1 vlaghseijsje
2 paer haghten

4 koebacken
2 wannen
1 saeijkorff
4 vleegels
7 koeschaeckels
2 karzeelen
2 gaffels
1 haar optoren
1 houte koorenzeef
2 houte emmers
1 houthack
2 bijlen
1 effe klauw

Aen ‘t werck

2 leeren
1 ruijwagen
3 paarde hamen
1 paer ijsere voorzeelen
1 reij kussen
1 reij zadel
2 paer strengen
1 aghter haam
1 toom
1 meelkorff
3 strooije korven
1 ijsere unster
1 houte schaal met 1 ijsere effer en 5 st gewight
1 karkisje
nogh 1 kist
1 eijcke kas
1 bottelerije
1 beddekoets
1 melcktob

1 verckenston
1 vierkante tafel
1 eijcke backtrogh
1 cratterstoel
1 biese en 6 houte stoelen
1 houte boterschotel
1 spinwiel
1 vlasbraeck
1 tinreck
1 melckstande met schijff en staff
1 boter gemack
1 waschkuijp
1 scherffbort, 1 scherffmes
1 roomtonneke
1 melckton
1 houte doorslagh
1 capzeeff
1 sponderick heeckel
1 boterkorff 1 melcktonneke

Tinwerk

8 tinne schotelen middelslagh
3 taillooren
1 soutvat

10 tinne lepels
1 beeckertje
3 tinne kommekens

Kooperwerck

1 kopere smuijter
1 kopere koeketel van ontrend 3 kinneken
1 handkeetel van 6 kannen
1 kopere bedpan met een ijsere steel

2 kopere roomkannen
1 kopere lamp
1 kopere roomseegh

IJserwerck

1 pot
1 ketel
1 struijffpan
1 vuerijser
1 haal, 1 lenckhaal
1 tangh
1 vuerschop

1 rooster
1 vleeschrieck
1 hanghijser
1 ijsere lamp
1 lantaarn
1 ijsere koebeughel

Aardewerck

1 olijkruijck
1 steene boterpot
2 gemale schotelen
1 steene kruijckje

1 bierpintje
2 paptijlen
1 roompot
1 glase fles

Bedden ende toebehoorten

3 veeren bedden
2 veere hooftpeuluwen
2 veere hooftkussens

3 wolle deeckens
2 gordijnen gestreept met een omloop
1 gordijn roeij

Lijnwaat

4 oirfluijnen
8 paer bedlaackens
9 trille en andere tafellaeckens
2 servetten

6 boterdoecken
6 handdoeken
8 koorensacken
1 karhuijff

De kleederen ende lijnwaat van voorn. overledene zijn aan den armen gegeven en tot behoeff der voorz. onmondige kinderen gebruickt ende coomen oversulcx alhier voor memorie Ende coomen de kleederen der voornoemde langhstleevende, soo van woollen als linden mede alhier voor memorie.

Ende heeft de voorn. Maria Peters van Eijndhoven verclaard onder solemnele eede haer mits absentie des Heer Quartierschouts ende desselfs stadhouder bij den secretaris deser dingbancke wettelijck gestaaft en affgenoomen, dat sij geene der erffelijcke ofte erffhaeffelijcke goederen int’hooft deses vermelt, hares weetens van dese inventaris affgelaten ofte daerinne versweegen  heeft, behoudens nogtans dat sij desen inventaris t’allen tijden sal moogen laten vermeerderen met alle sodanige erffelijcke en erffhaaffelijcke goederen als tot haarder kennisse souden moogen coomen, soo waerlijk moeste haar God Almaghtigh helpen.

Aldus gedaen en geïnventariseert als int’hooft deses ende verclaard onder solemneelen eede in handen als vooren ten overstaen van Adriaen van Kasteren en Cornelis vander Braken, schepenen des dorps Esch, die dese in oirconde ten prothocolle onderteeckendt hebben, heden den negenden januarij seventien hondert drieëndertigh.

En dan volgt 15 januari 1733 tenslotte het kerkelijk huwelijk 15 januarij, juierunt matrimonium Peter van Gerwen ex Hoogeloon et Maria Peters van Eyndhove vidua Francisci Zantevoets ex Esch en op 25 januari het burgerlijk huwelijk: 25 jan. Peter van Gerwen, jongman, gebooren tot Hooghloon en Maria Peters van Eyndhoven, weduwe wijlen Francis Santegoets, gebooren ende beijden woonaghtigh alhier tot Esch.

Maria blijft actief al was het maar als doopheffer voor de naar haar overleden echtgenoot genoemde kleinzoon ‘Franciscus Zantevoets’ zoon van Maurus en Maria Nicolai van Esch in 1743.

Maria overlijdt in 1769 en een jaar later vindt de erfdeling plaats tussen de kinderen Jan (in Boxtel), Maurits (Boxtel), Cornelis (Esch), Catharina (x Jan van Balsvoort) in Haaren [166]. Het is een omvangrijk bezit: de beschrijving omvat 17 bladzijden die bij de kinderen is weergegeven.


10.a05   GOYAERT  SANTEGOETS

10.a05   GOYAERT  SANTEGOETS,   zoon van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 19 nov 1694 ,  overleden aldaar op 31 aug 1724.
Gehuwd in Boxtel op 28 jan 1720 met Adriana dochter van Joost van den Acker.
Zij overleed 26 juli 1777.
Kinderen :
11.c1   Catharina,  gedoopt in Boxtel op 5 nov 1720.
11.c2   Josina,  gedoopt in Boxtel op 6 mrt 1722.
11.c3   Goyert,  gedoopt in Boxtel op 27 jan 1725, overleden aldaar op 3 juli 1743.

Nog voor zijn huwelijk is Goijaert (Govert) al gevraagd als peetvader voor Catharina, dochter van zijn broer Andries. Hij trouwt en krijgt kinderen.

In 1723 koopt hij samen met zijn broer Andries van schoonzus Harske van den Bichelaar, weduwe van Joost van den Aeckeren [53]:

de tochte competerende in een huijs, hoff en schuer, gelegen … onder den heertgang van Tongeren. … Item een parceel ackerland, het Heuffke genaempt, groot ontrent een loopense, gelegen als voor, … Item alnog in een halff hoijbeemptje gelegen onder Lennisheuvel, … Item alnog in een parceel ackerland de Voorhooffde geaempt, gelegen onder Tongeren’.

Ook is hij doopheffer van de dochter van zijn broer Francis.

In 1724 komt Goijaert plotseling te overlijden [250]:

Hij is dan nog geen 30 jaar oud. Enkele maanden later wordt er nog een zoon geboren. Maar voor Ariaentje gaat het leven verder. In 1726 overlijdt haar schoonvader Goijaert en dan vindt aldaar een erfdeling plaats [78] :            3 Lodt

Mits welcke scheijdinge ende deijlinge soo is Henderick van de Morsselaer als testamentair vooght over de drie minderjaerige kinderen van wijlen Goijaert Goijaerts Santegoets, verweckt bij Ariaentje dochtere Joost van den Aeckeren te loot ende te deel gevallen het derde lodt, bestaende in een halff huijs, schob en verkenskoeij met den halven hoff en boomgaert, groot ontrent in ’t geheel vijff loopense … gelegen onder den haertganck van Bruekelen.
Item alnogh de helleft van een stuc klant genpt. de Korte Stucken groot ontrent in ’t geheel thien loopense gelegen als voor
Item alnogh de helleft in een stuck weijlant genpt. de Driessen aan de Komacker gr. ontrent in ’t geheel vijff loopense, gelegen als voor
Item alnogh de helleft in een stuck lant en groes in ’t Heijtvelt groot ontrent in’t geheel thien loopense … gelegen onder den haertganck van Lennisheuvel los ende vrij uijtgenomen s’lants ende dorpslasten met de wegen van reght, mits dat hier uijt jaerlijcx sal moeten betaelt worden drie hounderens aen den heer alhier
Item moet dit lodt uijt keeren aan de gelijcke erffgenamen tot betaelinge van de gemeende schulden eens eene somme van hondert gulden met nogh eene somme van vijffentwintigh gulden eens aan Johannes en Pitronella, mede condividenten,
Staet te weeten dat ter eenen pael sal worden geslaegen van ’t huijs aff reght op den aghtersten heckkenpael aan ende geheelen wegh tussen het huijs ende de schuer gaet halff en halff tot het oudt hecken toe, welck hecken de condividenten met Francis en Adriaen te samen sullen moeten onderhouden.
Den  sloot aen ’t backhuijs sal halff en halff onderhouden worden en den wegh van ’t huijs tot de Korte Stucken toe en van het huijs tot de Dommel toe sullen de condividenten behoorelijck mogen gebruijcken.
Den willige staende op den Dommelkant reght op de voor aan moet bij dit lodt blijven, met nogh den halven voetpadt tussen de Lange en Korte stucken en ook den wegh sal mogen gebruijckt worden met een kaer off waegen met nogh den halven sloot langs de Driessen tot de vonder toe.
Den sloot tussen het schaepshuijs ende de Corte Stucken sal moeten onderhouden worden halff en halff.
Het middelste deel van de Cruijsbroecken moet wegen over den dijck van d voorste weij tot de Meijlestraet toe.
Dit lodt moet onderhouden het tweede hecken naest den dicjk met den sloot tende de voorste weij.
En den wal tussen het Heijtvelt en Kleijn Weijken sal halff en halff onderhouden en gehopt worden.
Dit lodt sal nogh moeten laeten wegen de goederen Jan Claes Thomas.
Dit lodt sal jaerlijcx moeten betaelen vier vat rogh in eenen meerderen paght aan de armen alhier met nogh twee vat in eenen meerderen paght aan den rentmr. Slingerlant.

In dit jaar houden de erfgenamen ook nog meerdere openbare veilingen van roerende en onroerende goederen en bomen en valt een besluit over de verpondingen anno 1724 [80] ‘verleent in opsigte van bouwlanden welcke in dat jaar besaaijt waaren geweest en soo veel niet hebben opgebragt als de oncoste van de cultuere bedragen hebben’. Ariaentje staat daar genoemd onder Tongeren met 20 lopense.
Bij bovengenoemde erfdeling zijn meerdere delen ten deel gevallen aan twee erfgenamen.
Ariaentje en Andries willen door een ruil dat beter verdelen en daarvoor worden de stukken land getaxeerd [88]: Ariaentjes deel is 133 gld waard en dat van Andries 250. Er moet bij haar dus nog 113 gld bij. Kort hierna wordt de ruil geffectueerd en neemt zij over van Andries [90]:

‘een parceel teullant en heij genpt de Hoofstadt, groot ontrent drie loopense … gelegen onder den haertganck van Tongeren’. en draagt zij aan hem over [93] ‘een halff huijs, schob, verkenskooij met den halven hff en boomgaert groot ontrent in’t geheel vijff loopense … onder den haertganck van Brueckelen … Item alnogh den helleft in een stuc klant genpt. de Korte stukken, groot ontrent in’t geheel thien loopense gelegen alsl voor ‘… Item alnogh de helleft in een stuc klant, groe en heijtvelt, groot ontrent in ’t geheel thien loopense … gelegen leijt onder den haertganck van Lennisheuvel … welcke voornoempde goederen waeren competerende aan Catharina, Josina ende Goijaert Santegoets, verweckt bij meergemelte Ariaentie doghtere Joost van den Aeckeren ende haer aangekomen bij scheijdinge ende deijlinge gemaeckt ende gepasseert voor heeren schepenen akhier de dato den 24 julij 1726 van Goyaert Santegoets haeren grootvader’.

Vervolgens draagt Andries aan de drie genoemde kinderen nog over [94]:

een stuc klant en groes genpt. het Heijlight groot ontrent vijff loopense … gelegen onder den haertganck van Tongeren, … Item alnogh een stuc klant genpt de Voorhoofde groot ontr. twee loopense, gelegen als voor …  ende laetstelijck een stuc klant genpt. den Grooracker groot ontrent een loopense gelegen als voor, … genoemde Santegoets aangecomen bij scheijdinge ende deijlinge van Haersken van den Biggelaer weduwe van wijlen Joost van den Aeckeren gemaeckt ende gepassert voor den notaris J. Tempelaer ende seeckere getuijgen wesende van dato den 3e aug. 1726 waer toe om cortheijtshalve is en wort gerefereert, heeft hij bij vermangelinge opdgedraegen ende overgegeven aan ende ten behoeven van Catharina, Josina ende Goijaert minderjarige kinderen van wijlen Goijaert Goijaerts Santegoets, verweckt bij Ariaentie doghtere Joost van den Aeckeren omme bij deselve te hebben ende ten erffreghten te besitten …’

In 1728 wordt haar in het testament van ‘Cathalijn doghtere Adriaen van den Biggelaer, als in huwelijck hebbende Jan Jansen van de Sande’ toebedeelt [99];

Item maekt zij testatrice aan de weduwe Goijaert Goijaerts Santegoets een stuck teulant genpt. de Hoffstadt gelegen onder den haertgangh van Tongeren … waer tegens de voornoempde weduwe eens sal moeten uijt keeren eene somme van dertigh guldennaer doot ende afflijvigheijt van de testatrice.

In het verpondingsregister komt Ariaentje voor vanaf 1729 in Breukelen, Lennisheuvel en Tongeren en haar drie kinderen in 1632 [107].

In 1734 [121] deelt  ‘Ariaentie dogtere Joost van den Aeckere, weduwe wijlen Goyaert Goyaert Santegoets’ met  ‘Andries Goyaert Santegoets, in huwelijk hebbende Megtelina dogtere Joost van den Aeckere’ de onroerende goederen afkomstig van hun overleden ouders [121].:een Heestervelt, 2 lop.

item alnogh een stuck weijlant, genaempt de Bocxbeempt, 2 lop.
item alnogh een stuck groese, genaempt Vleuts Camp, 3 lop
item alnogh een stuck groese, genaempt het Geweerken, 2 lop
item alnogh een parceel ackerlant, genaempt de Willigh acker, 3 lop.
item alnogh een parceel ackerlant, genaempt den Stapacker, 2 lop.
item alnogh stuck ackerlant, genaempt den Donderacker, 2 lop.
item alnogh een parceel ackerlant, genaempt den Patacker, 2 lop.
tegens welcke aangedeelde portie zij condividente sal moeten voldoen ende betaelen alle soodanige pagten, renthen en chijnsen als bevonden sal worden uijt een iders zijn goederen te gaan met alle s’lants ende dorpslasten mette wegen van reght van outs gebruickelijk zijnde’.

Twee jaar later benoemt Ariaentje de voogden over haar minderjarige kinderen [126] :

Compareerde voor mij notaris. …………… Ariaentie Jossten van den Aecker weduwe wijlen Goijaert Goijaert Santegoets, de welcke verclaarde te stellen ende te nomineren tot voogden van haere minderjarige kinderen Andries Goijaert Santegoets ende Evert Anthonis van den Biggelaar totter tijt ende weijlen toe dat de selve haere kinderen sullen gekomen zijn tot haere mondige daegen, staeten van huwelijck off anderen geapprobeerden staat, met seclusie ende uijtsluijtinge van heeren drossaert ende schepenen deser baronnije van Bocxtel, mits gaeders alle oppermomboire ende weesgeregten behoudens haar Eerw. respect ende waerdigheijt de selve daer van excuserende, maar willende dat de voorschr. administratie ende bewinden van de voornoempde haere kinderen bij de voorschr. momboiren sal worden gedaan ende verricht, met magt om een off meer momboiren beneffens haar ofte in haer plaats te mogen stellen ende substitueren, mitys dat de voorschr. momboiren off des selffs gesubstitueerdens gehouden sullen weesen te doen aan de selve haere kinderen geassisteert met twee van de naaste vrinden eene van vaeders en eene van s’moeders zijde behoorelijcke reeckening, bewijs ende reliqua van haeren ontvangen ende uijtgaeff.
Aldus gedaen ende gepasseert binnen de baronnije van Bocxtel ten huijsen van de comparante, op heden den negentienden augustij 17c sesendarttigh …….

In 1739 compareerden een aantal inwoners [130]

‘ende de weduwe Goijaert Goijaerts Santegoets, alle inwoonderen vdeser Baronnije van Bocxtel, de welcke eenpariglijck verclaeren te consitueren ende volmagtigh te maeken gelijck zij zijn doende bij ende mits desen de heer Isaacq Bow procureur voor den Edelagtbare geregte der stad s’Bosch omme uijt haere comparantens naeme ende van hunne twegen waar te nemen ende gaede te slaan soodanige procedure als deselve genootsaeckt zijn te onderstaan en defenderen tegens de heer Pieter Martens, drossaert deser voorn. Baronnije ende Heerlijckheijt Liempde voor den evengemelten Ed. Agtb. geregte der stadt s’Bosch, omme alle daegen ende termijnen van regt te observeren, waarnemen ende gaede te slaan, sententie te versoecken ende de selve ter executie te stellen ende voorst generaelijck hier ontrent alles tre doen ende verrigtensoo als den heeren geconsitueerdens goeden raedt gedraegen sal en ’t geene de constituanten selffs present ofte voor oogen zijnde soude komen ofte vermogen te doen, alwaer ’t oock soo dat hier toe eenige naerder off speciaelder magt wiert vereijst dan voors. staat, houdende de selve alhier voor geïnsereert alles oock met magt van sunstitutie van een off meer heeren advocaeten ad litis des noodigh zijnde, beloovende den constituanten altijt te sullen houden voor goet, vast, steedigh en van waerden allen ’t geene bij den heeren geconstitueerdenuit cragten deses alberijts is en nog verder sal worden gedaan en verrigt, onder verbant van henne respective persoonen ende goederen, prsent ende toecomende, niets ter werelt uijtgesondert.

Aldus gedaan ende gepasseert binnen Bocxtel op heden den drientwintighsten 7ber 17c negenendartigh …’

In 1744 is Adriana meter bij schoonzus Clara en in 1751 bij dochter Justiana [16].

Adriana overlijdt pas in 1777, op redelijk hoge leeftijd dus.


10.a07   ANNA MARIA  SANTEGOETS

10.a07   ANNA MARIA  SANTEGOETS,   dochter van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 29 nov 1697, overleden aldaar op 19 jan 1763.
Gehuwd in Boxtel op 18 juli 1725 met Peter z.v. Jacob van Oers.(1 kind)

In 1726 gebeurt er van alles. Haar vader maakt een testament en daarin wordt aan de kinderen waaronder Anne Maria

Ook worden er door de erfgenamen diverse bomen geveild en stukken land. Eind juli vindt er erfdeling plaats [78]: 

mits welcke scheijdinge ende deijlinge soo is Annemaria te loot ende te deel gevallen het thiende lodt bestaende in de helleft van een stuck weijlant genpt. den Agtersten Beempt op de Coppel, met nogh de heeleft in de Dorsinge ende verders soo ende gelijck in het negende lodt staat te weeten dat de gereghtigheijt van het Banisvelt moet blijven bij het oudt huijs ende de schuer ider voor een gereghte helleft en de gereghtigheijt van Kempen moet blijven de helleft aan het huijs van Jan Cales Thomasse en d’ander helleft aan het huijs van Peter van Eijck en het schaephuis sal zijnen wegh houden soo als voor gehadt heeft indien het noodigh sal weesen’.

Vervolgens verkopen de erfgenamen nog meerdere stukken land.

In october van dat jaar compareert haar schoonvader [92]

‘de welcken heeft gelooft, sulcx is doende bij en mits desen op verbant van zijn persoon ende goederen present ende toecomende met renuntiatie in forma aan Pieter zijnen soon als in huwelijck hebbende Annemaria doghtere Goijaert Santegoets eene somme van vijfftigh carolij guldens tot xx stuijvers ideren gulden gerekent goet ganghbaer gelt.
Item een van de beste koeijbeesten die den comparant op den stall heeft.
Item alnogh een mud rogh
Item alnogh eenen sack boeckweijt
Item twee taeffellaekens
Item twee paer nieuwe slaeplaekens met nogh twee nieuwe stoelen
Ende laetstelijck drie en eeen halve veijm kooren met het strooij om van het velt op oicxt eerstcomende op te slaeijen daer het hem Pieter door zijnen vaeder sal worden aangewesen.
Allen ’t geene voorschreven staat den voornoempden Jacob van Oirs aanneempt aan zijnen voornoempden soon ende Annamarie des selffe huijsvrouwe te sullen voldoen ende betaelen op pinxteren eerstcomende sonder langer uijtstel, welcke voornoempde penningen ende verdere belooffden goederen sullen komen te verstrecken voor een uijtsetsel met des comparants andere kinderen getrouwt zijnde egael gerekent, consenterende bij dese dat den inhouden deser acte voor heeren schepenen van Esch ofte der hooftstad s’Bosch sal vernieuwt ende gerealiseert worden ten dien eijnde onwederroepelijck constituerende N.N. en allen thoonder deser omme de voorschr. realisatie te doen pro ut mores et stili ter secretarije gebruickelijck daer ’t voorkomen sal en voorts zijns comparants persoon ende goederen present ende toecomende reëlijcken in debita forma te verbinden, gelovende allen ’t selve voorschr. staat voor goet, vast en steedigh ende van waerden te sullen houden ende doen houden ende den vooschr. geconstitueerden te sullen indemneren onder verbant als voor ende in gevalle van realisatie sal den 40e penning met de verdere oncosten dier geleden worden door den voornoempden geloover werden voldaen ende betaelt, sulcx hij gelooft mits desen. Actum etc

In de marge staat vermeld:

Op huijdenden 4e junij 1727 bekent den onderget. van den inhoude deser acte ten volle voldaen ende betaelt te zijn, consenterende over sulcx in de cassatie deser. Actum dato ut supra (geteekend:) Peeter van Oers’.

In oktober 1727 wordt Pieter ziek en maakt met Annemarie een testament op [97] voor de langstlevende. Pieter is de schrijfkunst niet meester, Annemarie wel:

Kort hierna wordt hun zoon Godefridus geboren.

In 1728 komen we Anna Maria tegen in den Bosch [104] :

‘Anna Maria doghter Goyert Santegoets weduwe Pter Jacobs van Oers wonende tot Boxtel, gemaghtight bij de mutuele testamente laaste ende uijterste wille met de voorn. haeren man gemaakt ende gepasseert voor schepenen van Boxtel ende van J. Tempelaer 1e secretaris aldaer ontertijkent sijnde van dato den eenentwintigste october seventien hondert ende sevenentwintigh ende uijt kraghte der maghte haer daer bij soo blijkende was gegeven ende verleent cum tutore, twee loopens tien roeden nieuwe erve gelege tot Esch … haer aangekoomen van haer man die het selve was opgedragen bij scheepenen, burgemeesters, kerck ende H. Geestmeesteren ende meer andere, representerende het dorp ende gemijnte van Esch, Quartier van Oosterwijck … in Esch sijnde van dato den eerstendecember seventienhondert ende negentien, vendidit Wouter Janse Meulegraef …  

Deze Wouter laat in 1734 bovenstaande acte ook in Boxtel registreren [122] :

In het verpondingenboek van Breukelen [107] komt Annemaria ook voor vanaf 1729. Daarin staat 26 april 1763 als haar overlijdensdatum.  In 1735 maakt haar schoonvader, ‘oud president schepen alhier (in Esch), sieck te bedde leggende zijn testament [123] en legt hij vast wat elk van zijn 9 kinderen toebedeeld krijgen. –

Item aen ’t onmondigh kind van zijnen testaters soone Petr Jacobs van Oers, doen  hij leeffde in egten bedde verweckt aen Aanna Maria Santegoets, een stuck ackerlandt genaemt de Venacker, groot ontrend een loop. en sestien roeden gelegen alhier tor Esch, belast met eene rente van een gulden twaelff st. aen den armen block van ’t Orteneijndt tot s’Hertogenbosch.
Nogh een stuck ackerlandt genaemt de Cromacker groot ontrend een loop. vijff roeden gelegen alhier tot Esch in de weijacker.
Nogh een stuck ackerlandt genaemt de Weeten groot ontrend drie loop. gelegen tot Boxtel aan de Roondt
Nogh twee parceeltjes erve genaemt de Schouwrooij beijden groot obtrent twee loop. gelegen tot Tongeren onder Boxtel, belast met vier penn. chijns in een meerderen pacht chijns van ses duijten aen den heere of baron van Boxtel
Nogh een parceel weij en heij velt groot ontrend ses loop. genaemt de Kortingen gelegen tot Boxtel onder Lennisheuvel.

In 1742 is Annemarie meter bij haar nicht Mechteld. Daarna is het langere tijd zendpauze.

in 1754 overlijdt haar zus Petronella en is zij een van de erfgenamen [152] :

verklarende Annemie Santegoets inw. alhier een der erfgenamen van den overledene dit perceel vrij en alodiaal te sijn ende heeft in confitmite etc. etc. als fol 1 verso. Actum Boxtel den tweden april 1700 vier en vijfftig’.

Haar ondertekening is gebrekkiger dan hierboven:

Volgens een taxatieakte is Annemie op 19 januari 1763 in Boxtel begraven. [160]:

‘Tauxatie van de vaste onroerende goederen gelegen binnen de Baronnije van Boxtel, agtergelaten en metter dood ontruijmt bij Annemie Santegoets, weduwe Peeter van Oers overleeden en begraven tot Boxtel den 19 januarij 1763 bestaande in het naarvolgende.
No 1. Eerstelijk een perceel teulland genaamt de Schouwrooij groot circa 1 lop. 22 roeden … onder den hertgang van de Roond geleegen … is bevonden waardig te sijn en getauxeert op eene somme van vijfftigh gulden, dico ………………………………………………………………………………………………….. 50  –   0 –   0
Zijnde dit perceel belast met eene jaarlijkse chijns van vier penn. aan zijne
hoogheijd den heere Baron van Boxtel, is in capitaal………………………………. 0  –   6 –   4

…………………………………………………………………………………………..Rest.. 49  – 13 – 12
No 2. Item een perceel genaamt en zijnde de halve Heij en Hout in de Dorssingegroot circa 6 lopense … onder den hertgang van Leenisheuvel gelegen … het welke naar behoorlijk ondersoek is bevondenwaardigh te sijn en getauxeert op een somme van een hondert en vijff gulden, dico …………………………….. 105   –   0 –   0
gaande hieruijt jaarlijx zeeven stuijvers en tien penningen chijns aan sijne
hoogheid den heere Baron van Boxtel, is in capitaal ……………………………… 9   – 10 – 10
………………………………………………………………………………………….Rest. 95   –   9 –   6
Summa totalis.. 145      3 –   2
XX penning…… 7   –   5 –   4
Ende heeft Jan Antonij Bresser als vader en voogt zijner onmondige kinderen en meederffgenaam in deeze verclaart de goeder vrij en alodiaal te zijn.


10.a10   ADRIAEN  SANTEGOETS

10.a10   ADRIAEN  SANTEGOETS,   zoon van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 15 aug 1703, overleden aldaar op 6 mei 1747.

In maart 1726 maakt zijn vader een testament op [65]. Daarbij krijgt Adriaan net als zijn broers en zussen

‘eene somme van dartigh gulden eens voor eenen rouw … Item maeckt ende prelegateert den testateur alnogh aen Adriaen ende Wilhelmus des tetateurs twee voorgnoempde soonen de silveren knop pen aan den selven sijns testateurs siep staen.

Adriaen heeft dit testament mede ondertekend:

Als zijn vader in april overlijdt, wordt de hele inboedel op een openbare veiling verkocht [68]. Adriaan doet ook hieraan mee:

twee koeijbacken 0 – 11 – 0
een was kuip 2 sl (zie Anne Marie)
– kap stock  0 – 3 – 0
– een kist, de beste  3 – 0 – 0
– de groote kast  7 – 10 – 0   2 sl.  0 – 6 – 0
–  en mant werk  1 – 2 – 0   3 sl. 3 sl. 1 sl. 1 sl 0 – 10 – 0
– bedt en peuling  7 – 12 – 0  4 sl.  0 – 12 – 0
– twee peulings met deken bedt en peuling  1 – 2 – 0  1 sl.  0 – 2 – 0

Vervolgens veilen de erfgenamen nog bomen en stukken land maar daar biedt Adriaan niet op. Hierna volgt de registratie van de diverse verkopen en treedt Adriaen op als notarisgetuige [95].

In het verpondingsregister van Boxtel komt Adriaan vanaf 1729 e.v. voor onder Breukelen [107].

In mei 1729 verkopen [110]:

’ Adriaen Santegoets inwoonder alhier binnen de Barommije van Boxtel ende Maria Peeters van Eijndhoven, weduwe wijlen Francis Santegoets, woonende tot Esch, … , een stuk weijlant gen.t het Kruijsbroek groot ontrent 4 lop. met den halven eijke wal daer aen gehorende … als het selve gelegen is onder den hertgank van Lennisheuvel’.

Een week later legt hij een verklaring af [111]:

Attestatie ten behoeve van dhr. en mr. Pieter Quevellerius drossaert
Comparerende voor heeren schepenen der Baronnie van Boxtel ondergenoemt Peeter Lavinje, Ariaen Santegoets, Jan Peeters van de Ven, Johannes van Oirten en Francis van de Struijck, alle inwoonderen deser voorn. Baronnie en sijnde van competenten ouderdom de welke ter instantie ende versoeke van dhr. en mr. Pieter Quevellerius, drossart alhier, hebben getuijgt waer en waeragtigh te weesen, te weten den 1e in ordine deponent op den 8 meij laestleden te sijn geweest ten huijse van Ariaen Coppens des morgens tusschen elf en twaelff uuren, alwaer heeft gesien Marcelis de Leijer, Adriaen Santegoets ende Theodorus Bedix, seggende gemelte. Bedix tegens Ariaen Santegoets, wat kontkont, waerop gemelte de Leijer op sprongh en seijde, wat het is eens langh genoegh.

Wijders verklaert den tweeden in ordine deponent aen gemelte Theodorus Bedix te hebben toegebracht een pintje bier, ’t geene Bedix weijgerde te drinken en seijde, mijnheer Sprangers is maar een kontkont, ik sal hem wel eens vinden, al heeft hij een sleksteeker op zijde, waer op gem. Santegoets seijde, ik woon bij geen kontkont.

Verder verklaert den derden in ordine deponent door gem. Bedix den persoon van Sprangers te hebben hooren schelden en seggen ik wil van sijn bier niet drinken al heeft hij een pier off sleksteeker opzijde, daer geeff ik den bruij van of diergekijke woorden in substantie.

Verklarende den vierden in ordine deponent door gem. Bedix ook te hebben hooren seggen tegen Ariaen Santegoets, ik drink van soo een kontkont sijn bier niet, waerop de Leijer tegens Bedix op stonde om naer hem toe te gaen en seijde, wat het is eens langh genoegh.

Verklaerende wijder den vijffden in ordine deponent Theodorus Bedix een pintje bier te hebben toegebracht, waerop Bedix vroeg van wiens bier is dat, waer op heeft geantwoort, van mijn heers bier, waer op gem Bedix wederom antwoordde, ik drink van soo een kontkont sijn bier niet want het is maar een kontsvot en een schobber om mijn vaeder te ruineren, maer ik sal het hem wel verleeren, waerop gem. van der Struijk, vijfden deponent in deesen seijde, daer gaet mijn heer heenen segt het hem selfs’.

Naer prelectuure van ’t geene voors. staet hebben de deponenten daer bij blijven persisteren ende daer op den eedt gepresteert aen handen van heere drossaert Quevellerius ter presentie ende overstaen van heeren … schepenen binnen Boxtel desen eersten junij 17 negen en twintgh.

Op deze zaak wordt een half jaar later (begin 1730) dieper ingegaan bij een attestatie in St. Michielsgestel [112]

Een attestatie ten behoeve van mr. Bedincx
Compareerden voor schepenen der Heerlicheijt van St. Michiels Gestel en Gemonden, Quartiere van Oosterwijck, Meijereije van s’Hertogenbosch, Hendrick van de Morselaer, woonagtig tot Boxtel, schepenen wel bekent en van competenten ouderdam, de welcke ter instantie ende requisitie van Arnoldus Bedicx, mr. chirurgijn tot Boxtel voors. in faveur van de justitie heeft geattesteert, getuijgt ende verklaart, sulcx doende bij dese, waar en waaragtig te weste sijn als dat hij comparant in de jaren van seventhien hondert negenthien, seventhien hondert twintig ende seventhien hondert eenentwintig, naer sijnen besten onthouden, tot Boxtel gesworen is geweest en dat hij comparant cum suis geswoorens niet beters weetende, in den jare van seventhien hondert negenthien uijt cragte van authorisatie van den heere van Boxtel verkogt heeft gehadt eenige parceelen sterilen ofte heijgemeijnten ende dat de voors, vercopinge gedaan sijnde, eene heer Parijs, in die tijdt secretaris van den heere van Boxtel, ende tot Boxtel sijnde, hem comparant de authorisatie waar op de voors. vercopinge gedaan was, weder af eijsche, seggende tegens hem comparant, gij hebt de authorisatie nu gesien en hebt die nu niet meer van noode, dus ofte diergelijke woorden.

Dat hij comparant daar inne onnosel sijnde en sig des niet verstaande, de voors. authorisatie aan den voornoemde heer Parijs hadde afgegeven ende dat hij comparant naderhandt geïnformeert sijnde, dat hij sulcx niet en hadde behooren te doen, ten minste dat hij de selve eerst ter secretarije van Boxtel hadde moeten laten registreren, als doen was gegaan bij eenen Johan Spranger den welcke in die tijdt substituut secretaris tot Boxtel was, ommmet hem over die saacke te spreeken, seggende tegen den voors. Sprangers, ick sal uw den inhoude van de voors. authorisatie seggen want die nog wel in mijn memorie hebben en kondt oversulcx die nog wel registreren en dat hem den voornoemden Sprangers daar op andtwoorden, dat kan ick wel doen, maar dan soudt gij mij daar voor extraordinair moeten betalen, die ofte diergelijke woorden.

Ende als hem den comparant vroeg hoe veel hij daar voor pretendeerden, dat hem den voorgemelde Sprangers een gouden pistool eijschte, daar bij volgende met dese woorden in substantie, dan sal ick het genoeg bracken ende dat hij comparant daar op aan hem Sprangers niet beter weetende, een goude pistool in specie gegeven heeft gehadt, immers de waardije van negen gulden en negen stuijver, ende dat hij Sprangers daar van aan hem comparant een quitantie gaf, de welcke den comparant verlegt heeft gehadt en dus int vermis is geraakt, edog nog wel te weeten dat de selve van inhoude was, dat hij Sprangers bekende de voors. pistool ofte negen gulden negen stuijver van den comparanten ontfangen te hebben wegens gedane dienste voor de gemeijnte en dat die post oock op die wijse in des comparanten reeckeninge gepasseert is, sonder daar inne te melden dat het voors. geld gegeven is geweest voor het registreren van de voors. authorisatie en dat onaangesien van dien de voors. authorisatie egter niet in de registers ter secretarije van Boxtel te vinden is, waarmede den comparant dese sijne gegeven verklaringe was eijndigende ende heeft naar verscheijde praelectuuren daar bij gepersisteert ende de selve met solemnele eede aan hande van den heer drossaardt deser voors. Heerlicheijt gepresteert en afgelegt, geverifieert en bevestigt (soo waarlijck moeste hem Godt Almagtig helpen)

Item is ten tijde voors. alnog voor schepenen gecompareert Adriaan Santegoets mede woonagtig tot Boxtel, oudt ontrent seven en twintig jaren soo hij seijde en heeft ter instantie en requisitie als voor mede geattesteert, getuijgt ende verklaart waar en waaragtig te sijn, als dat hij comparant als dienstknecht gewoont heeft gehadt bij de heer Johan Sprangers, notaris en president schepen tot Boxtel, brouwneringe doende aldaar en dat hij comparant een maandt ses à seven geleden, sonder den preciesen tijdt onthouden te hebben, ter requisitie van de voors. Sprangers voor schepenen van Boxtel een attestatie gegeven heeft gehadt nopende eenige dreigementen de welcke hij comparant op seekeren eenen Theodorus Bedicx, des requranten soon, in den herberge van eenen Adriaan Coppens tegens gemlden Johan Sprangers hadde hooren doen, het welck den comparant bij dese voorgevalle te sijn dat hij comparant aldaar bij den voorn. Adriaan Coppens bier hadde gebragt, dat den voors. hospes hem een pintje bier getapt hebbende, hij comparant het den voornoemde Theodorus Bedincx toebragte en dat Theodorus Bedicx daar op aan hem deponent vroeg, van wiens bier drinckt gij, en dat als hij comparant andtwoorden dat het van sijn heers bier was, denoterende den voors. heer Johan Sprangers, den selven Theodorus Bedicx beschoncken sijnde, daar op repliceerden dat hij van dat bier niet drincken wilden ende wijders daarop door den dronck in collair raackende, als doende woorden heeft gesproocken waar van hij comparant een verklaringe gegeven heeft gehadt.

Wijders verklaardt den comparant oock nog in sijn versche geheugenisse te sijn, dat den voornoemde Johan Sprangers, tijde als hij comparant nog daar bij diende, niet beter wetende, in meij laastleden, seer becrabbeldt en bezeerdt was in sijn aangesigt, hebbende het hooft met doeken bewonden, dat den selven Sprangers in die tijd op seeckere voordemiddag in de brouwerije comende, van eenen Johannes Schellens en eenen Claas van Esch, beijde timmerluijden van haar ambagt en aldaar besig sijnde om een nieuwen koelback te maacken, gevraagt wierde wat hem aan het aangesigt scheelde en hij Johan Sprangers daarop antwoorden dat hij door de doornen was gelopen waar mede hij comparant insgelijcx sijne gegeven verklaringe was eijndigenden en heeft naar verscheijde praelectuuren oock daar bij gepersisteert ende de selve met solemneelen eede afgelegt ende gepraesteert als voor geverifieert ende bevestigt (soo waarlijk moeste hem Godt Almagtig helpen).
Getuijgen waren …etc. desen sesentwintigsten januarij sevethienhondert en dartig.

Net als in 1729 verkoopt Adriaan in 1730 samen met schoonzus Maria van Eijndhoven [114] ‘een perceel groeslant, groot ontrent twee loop. … onder den hertgang van Bruekelen gelegen’, ditmaal aan broer Andries.

Dit is het laatste wat we horen, m.u.v. zijn begrafenis in 1747 [210]:


10.a11   PETRONELLA  SANTEGOETS

10.a11   PETRONELLA  SANTEGOETS,   dochter van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 29 sept 1704, begraven in Esch op 25 februari 1754.

Peternella wordt genoemd in het testament van haar vader in 1726 [65]:

‘Item maeckt ende prelegateert den testateur aan Pitronella zijne doghter eens een somme van hondert carolij guldens. Item maeckt … met alnogh den trouwringh van des testateurs vrouw zaliger die de voornoempde Clara met Pitronella haere suster tesaemen sullen moeten deelen. Item maeckt ende prelegateert den testateur alnogh aan … Pitronella, … des testateurs kinderen ider eene somme van dartigh gulden eens voor eenen rouw.

Kort hierna overlijdt haar vader en worden allerlei onroerende goederen akkers en bomen door de erfgenamen openbaar verkocht. In juli vindt de erfdeling plaats [78]. Pitronella valt het 8e lot ten deel:

Mits welcke scheijdinge ende deijlinge te loot ende te deel gevallen is het agste lodt Pitronella Santegoets, bestaande in de helleft van een stuck lant genoempt het geheel Schaephuijs, met de halve weij in de Kruijsbroecken ende verders alles soo ende gelijck het selve in ’t sevende lodt staet uijtgedruckt met het betaelen van de selffde paghten en ttrecken van ’t gelt.

In het verpondingenboek van Boxtel [107] komt Pitronella voor onder Breukelen. Verder treedt zij op als meter in de jaren 1730, 1731, 1739 en 1742. Het betreft dan kinderen van de familie Verhoeven en van zus Clara.

Zij overlijdt in 1754 : ‘febr. den 25e Peternella Santegoets, jonge dochter‘ [211].

Kort hierna volgt de tauxatie van haar bezit waarvan o.a haar zus Annemie erfgenaam is [152]:

Tauxatie van de vaste onroerende goederen gelegen binnen de Baronnije van Boxtel agtergelaten en metter dood ontruijmt bij Peternella Santegoets, overleden tot Esch ende aldaar begraven den 25 febru 1754 bestaande in het naarvolgende:
Eerst ende laastelijk een perceel teulland gent het Schaepshuijs, groot 2 L. 22 R. off soo groot als alhier onder den hertgang van Brukelen gelegen is … het welke naar behoorlijk ondersoek is bevonden waardig te sijn en getauxeert op een hondert en tien gulden, dico 110 – 0 – 0
gaande uit dit perceel jaarlijks agt stuivers agt penningen chijns aan sijne hoogh.
Prince de Hornes, in capitaal:                                                                                     10 – 12 – 8
                                                                                                     Rest                       99 –   7 – 8
                                                               20e penning              4 – 19 – 6
verklarende Annemarie Santegoets inw. alhiereen der erffgenamen van den overledenen dit perceel vrij en alodiaal te sijn ende heeft in conformite etc. etc. als fol.1v.


10.a12   WILLEM  SANTEGOETS

10.a12   WILLEM  SANTEGOETS,   zoon van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 5 feb 1706, overleden kort voor 1772.
Gehuwd in Rosmalen op 23 okt 1735 met Johanna van Helden, weduwe van Mathijs Caterberg.
Kinderen:
11.k1  Godefridus  gedoopt in ’s Hertogenbosch op 8 april 1736.

We komen Willem tegen in 1726 als zijn vader een testament maakt [65]:

‘soo verclaerden de testateur bij desen te prelegateren aan Wilhelmus zijnen joncxten zoon eens een somme van hondert carlij guldens. … Item maeckt ende prelegateert den testateur alnogh aan Johannes, Adriaen, Wilhelmus, Annemarie Pitronella ende Clara dse testateurs kinderen ider een somme van dartigh gulden eens voor eenen rouw. Item maeckt ende prelegateert den testaeur alnogh aan Adraen ende Wilhelmus des testateurs voorgenoemde soonen de silveren knoppen aan den selven sijns testateurs siep staende.

Zijn vader benoemd verder Henderick van de Morsellaer als voogd over zijn minderjarige kinderen.

Kort hierna overlijdt zijn vader en worden allerlei onroerende goederen, akkers en bomen door de erfgenamen openbaar verkocht. In juli vindt de erfdeling plaats [78]. Willem krijgt het 1e lot:

‘Mits welcke scheijdinge ende deijlinge te loot Henderick van de Morsellaer als testamentaire voogt over Wilhelmus de minderjarige zoon van wijlen Goijaert Santegoets te loot ende te deel is gevallen het eerste lodt, bestaende in de helleft van een huijs met den halven hoff daer aangelegen, goor ontrent in ’t geheel een loopense … als hetselve gestaen ende gelegeneijt alhier binnen de Baronnije van Bocxtel onder den haertganck van Bocxtel Binnen … Item alnogh een halff huijs met den hoff daar aangelegen, gen.pt Peter van Eijck, groot in ’t geheel vierdehalff looprnse … als het selve gelene lleijt onder den haertganckvan Bryeckelen, .. Item alnogh een stuck weijlant gen^pt den Hoogen Dries groot ontrent drie en een halff loopense in ’t geheel, … als het selve gelegen leijt onder den haertganck van Lennisheuvel, … los ende vrij uijtgenomens’lants ende dorps lasten met de wegen van reght, mits dat hier uijt jaerlijcx sal moeten werden betaelt aan den heer alhier vier stuijvers vier penningen gront en gewin chijns.

Begin 1728 compareert [98]

‘Henderick van de Morsselaer in qualitijt als testamentair vooght over Wilhelmus ende Clara minderjaerige kinderen van wijlen Goijaert Zantegoets den welcke verclaerden in zijne voorst. qualitijt verhuert te hebben gelijck hij verhuert mits desen … den voorn^pde minderjarigens steede bestaande in een huijs en eenen hoff met eene weijde daer aangehoorende staende binnen de Baronnije van Bocxtel, gehughte van Bruekelen ende dat voor eenen termijn van vier aghtereenvolgende jaeren ende met twee jaeren ofte ten halven tijden te mogen scheijden, soo wie van partije geleieven sal, mits malcander waerschouwende ende opsegginge te doen een maant voor kerssemisse, mondelingh in presentie van twee getuijgen op te seggen, aanvanck nemende als te weeten den hoff en weij te halff maert ende de huijsinge te pinxteren eerstcomende deses jaers zeventhienhondert aght en twintig.
Ende in het affscheijden sal hij paghter alles in gelijcke teijde, voegen ende forme, maniere ende gesteltenisse moeten verlaeten gelijck als voorst. is sal werden aanvaert.Den paghter sal jaerlijcx moeten betaelen tot voorlijff in gelde de somme van drie en twintigh gulden ende leveren in rogge vier vaeten, mitsgaders een vijm goet leverbaar dackstrooij. Den paghter sal gehouden weesen het voorlijff te betaelen jaerlijcx op Sinte Maartensdagh ende den rogge te Lightemis ende het dackstrooij volgens laets reght op de voors. huijsinge te verdecken.
Den paghter sal jaerlijcx de huijsinge in wighten en wanten etc. in behoorelijcke reparatien moeten onderhouden, waer toe de noodige materialen door den verpaghter q.q. sullen worden aangeweesen.
Den paghter sal meede gehouden zijn te onderhouden alle gebuerelijcken reghten, servituten ende schouwen het gehuerde subject.
Den paghter sal jaerlijcx prompt ende precies moeten voldoen ende betaelen alle dorps ende gemeentens lasten die een huerder toe staan te betaelen.
Ende den verhuerder q.q. neempt aan tot des voors. onmundigens lasten te sullen betaelen de eijgenaers lasten op de vaste goederen slaande indien der eenige moghte opkomen daer men voor iegenwoordigh nogh niet van en weet.
Ende dat elcx verder in zijn reguard vereijst wort, belooven partijen comparanten te sullen voldoen, opleggen, betaelen ende nadercomen onder verbant als na reghten.
Ende om den verhuerder q.q. des aangaende naerder te verssekeren soo compareerden hier beneffens Peter Smeerboll ende Peter van Rooij inwoonderen alhier, de welcke sigh verclaerde te stellen als borgen ende schuldenaeren principael een voo al in solidum verbindende daer voor henne respective persoonen ende goederen, hebben ende ververcijgende, desgelooft den huerder zijne borgen over dess selffs borgtoight altijts te indemneren, cost ende schaedeloos te houden onder verbant als voor.
Aldus gedaan ende gepasseert ….

Deze akte is ook door Francis Santegoets als getuige ondertekend.

In het verpondingsregister van Boxtel komt Willem vanaf 1729 voor onder Breukelen [107].

In 1739 wordt in de Bosche Protocollen vastgelegd [129] :

Wilhelmus Santegoets als in huwelijk hebbende Johanna de Helder, te vorens weduwe van Matthijs Caterback, gemagtigt tot ’t geene naarvolgense bij acte van authorisatie van heeren scheepenen deser stad sijnde van dato den 24e meij xviic agt en dartig ende neevens hem Francis van Helder, coopman alhier promiserunt justa deletio, de eerste super omnia et habenda tand… quam van de twee minderjarige kinderen verweckt bij voors. Mathijs Caterback aan voor. Johanna de Helder en de tweeden super omnia et habenda sua aan  hr. Johan Enus inwonende borger deser stad een capitale somme van twee hondert car. gulden tot twintig stuijver goed gangbaar geld elken gulden gerekent met den interest van dien tegens vier gulden van ’t hondert jaarlijks van heden dato over een jaar te voldoen ende te betalen en binnen dese stad vrij van alle lasten egeene uijtgescheijden te leveren sonder langer uijtstel ofte ook eenig tegenseggend in regten ofte daar en buijten van de geregte deugdelijkheijt deser schuld is spruitende van goede wel getelde penningen door den voors. eerste gelover uijt handen van de voors. Johan Enus tot sijn contentement en gerief ten danck ontfangen en genoten, soo hij bekende mids desen.

Ende oft gebeurde dat de voors. somme ten voors. dage niet wirde gerestitueert, soo geloofden sij beijde alsnog en op verbant als voor daar van interest te sullen blijven vergelden als voor tot de volle ende effectuele voldoeninge en aflossinge toe, welke aflossinge door den gelover sal kunnen gedaan worden met een hondrt gulden telkens.
En in cas den selven gelover sorg draagt de jaarlijkse vervallen interesten op …tijd te betaelen, sal den crediteur binnen agt jaaren het voors. capitaal niet vermogen op te seggen verders of ander niet. Dog in cas van restitutie of repetitie sal men wedersijds gehouden sulks den anderen ses maanden te vorens te verkondigen. ...

Marge: Pieter Joseph Simonis borger alhier heeft opentlijk bekent en beleeden dat Wilhelmus Santegoets aan sijne handen heeft voldaen het nevenstaende capitael van twee hondert guldens met den agterstellige interest van dien. Datum drie en twintigste maert 1700 vijftig.

Jammer genoeg weten we niet waarom Willem destijds naar den Bosch is vertrokken. Daar staat hij in 1742 geregistreert in wijk A150, Markt (Minderbroederstraat) als eigenaar en bewoner.

Hierna horen we lange tijd niets van Willem. In 1772 leeft hij niet meer volgens een akte [173]:

Johanna van Helder, eerst weduwe van Matijs Caterbag ende laatst van Wilhelmus Sandevoets, wonagtig binnen deze stad, de togt haar als langstlevende van den voorn. Matijs Caterbag in alle zodanige goederen als hij stervende heeft nagelaaten, toebehoorende transporteert Anna Maria van den Berg haar klijndogter, gebooren uit haare dogter bij den voorn. Matijs Caterbag aan haar in egt verweckt aan wien het erfrecgt in de zelve is competerende.
Item de togt haar als langstlevende van den voorn. tweede man Wilhelmus Sandevoets in alle zodanige goederen als hij stervende nagelaaten toebehoorende transporteert Godefridus Sandevoets haaren zoon aan haar in egt verweckt aan wien het erfregt in dezelve is competeerende, simul cum omni jure haar daar in compteerende et effessuc promisit super se omnia et habenda rat. serv. omnes obligationes et impetitiones ex parte sui deponere.

Johanna is de schrijfkunst dus ook meester.

Johanna overlijdt op 15 april 1777 en wordt op het kerkhof Sint-Jan begraven


10.a13   CLARA  SANTEGOETS

10.a13   CLARA  SANTEGOETS,   dochter van Goyaert Andries   09.c1

Gedoopt in Boxtel op 31 apr 1708, overleden aldaar op 18 mei 1752.
Gehuwd in Boxtel op 21 feb 1740 met Jan z.v. Anthonis de Bresser. 8 kinderen.

In 1726 maakt haar vader zijn testament [65]:

Item maeckt ende prelegateert den testateur alnogh aan Cara zijne doghter eens eene somme van hondert carolij guldens met alnogh den trouw ringh van des testateurs vrouw zaliger die de voornoempde Clara met Pitronella haere suster tesaemen sullen moeten deelen.

Kort hierna overlijdt haar vader en worden allerlei roerende en onroerende goederen en bomen door de erfgenamen openbaar verkocht. Bij die verkoop koopt Clara [68] : twee servetten 5 – 12 – 0

In juli vindt de erfdeling plaats [78]. Clara krijgt het 2e lot:

Mits welke scheijdinge ende deijlinge soo is Henderick van de Morsselaer als testamentair vooght over Clara , minderjarige doghtere van wijlen Goijaert Santegoets te loot en te deel gevallen het tweede lodt, bestaende in de helleft van een huijs met den halven hoff daer aan gelegen groot ontrent in t’geheel een loopense … als het selve gestaen ende gelegen leijt alhier binnen de Baronnije van Bocxtel onder den haertganck van Bocxtel Binnen, … Item alnogh een halff huijs met den hoff daer aan gelegen gen^pt Peter van Eijck groot ontrent in ’t geheel vierdehalff loopense … als het selve gelegen leijt onder den haertganck van Brueckelen, … Item alnogh een stick weijlant gen^pt den Hoogen Dries groot ontrent drie en een halff loopense in ’t geheel, … als het selve gelegen leijt onder den hartganck van Lennisheuvel, … los en vrij uijtgenomen s’lants ende dorps lasten mette wegen van reght, mits dat hier uijt jaerlijcx sal moeten werden betaelt aan den heer alhier vier stuijvers vier penningen gront en gewin chijns.

Clara was ondertussen ook meter geworden van Godefrida, dochter van broer Francis.

Begin 1728 verpacht haar voogd voor haar en broer Willem een boerderijtje in Breukelen, zie akte bij broer Willem. In de verpondingsregsers in Boxtel wordt zij vanaf 1729 genoemd onder Breukelen [107] .

Voor haar huwelijk in 1740 is Clara meter bij haar broer Willem. Na haar huwelijk worden vervolgens kinderen geboren in de jaren t/m 1752. In dat jaar wordt Clara ziek en maakt met haar man Johannes de Bresser een testament op voor de langstlevende [151]. Het testament komt niet te vroeg want binnen een week sterft zij en wordt begraven [213]:

‘den 18e meij is de vrouw begraven van Jan Antony de Bresser, genaamt Klara Santegoets, laat na kinderen. (Marge:) bet. 11 stuij’.

De weduwnaar heeft met diverse kleine kinderen natuurlijk behoefte aan een huisvrouw en ruim een jaar later hertrouwt hij.


10.b1   DIELIS (EGIDIUS)  SANTEGOETS

10.b1   DIELIS (EGIDIUS)  SANTEGOETS,   zoon van Gijsbert Niclaes   09.f4

Gedoopt in Best op 11 dec 1700 ,  overleden aldaar op 12 nov 1736.
Gehuwd in Best op 25 oktober 1729 met Wihelma dochter van Hendrik van de Sande.
Zij overleed 4 aug 1730.
Kinderen :
11.d01   Anna Maria,  gedoopt in Best op 19 juli 1730.

Dielis komen we voor het eerst tegen als getuige bij een huwelijk in 1723 en bij een notarisakte in 1728 [214]. Het zit hem niet mee in het leven: hij trouwt in 1729, krijgt een dochter in 1730 maar zijn vrouw overlijdt binnen 14 dagen. Hij staat er dan alleen voor en tot overmaat van ramp lezen we dan in 1736 in het begraafboek van Best [215]

 ‘12 novembris sepultus est Egidius Gisberti Santegoets ex cultro interfritus’

Vertaald: ’12 november is begraven Egidius Gijsbertus Santegoets, doodgestoken.

Hij is dus vermoord en gelukkig is daarover het een en ander opgeschreven [216]. Omdat de drossaard van Oirschot/Best kort hiervoor is overleden neemt de president-schepen van Oirschot met toestemming van de baron Swwerts de Landas, heer van Oirschot en Best, zijn functie waar en onderzoekt de zaak. Dat begint met een bezoek in Naestenbest aan de herberg van Maria weduwe van Michiel van den Acker waar het lijk zich bevindt. Het gezelschap bestaat uit 3 schepenen, waaronder de president schepen Hendrik Andries Scheepens, meester Matthias Roeijkens, dokter, en meester Hans Hendrik van der Henst, chirurgijn. Zij openen en onderzoeken het lichaam en stellen vast

het selve lichaam gequetst en gewond te weesen met eenen steeck ontrent twee vingers breet, neffens de spina dorsi offte ruggraet, op de regte cant doorgaende twee off drie vingers, gesteeken door de bultagtige substantie der regten nier, penetreerende tot in de cavitijt off hollighijt, met quetsInge van de omleggende bloetvaeten, zoo aderen als arterien en nog bevonden een groote quantitijt geextravageert bloet, waarop den doot is moeten volgen.

Het is dus een messteek in de rug, naast de ruggegraat tot in de rechter nier, waarbij veel aderen geraakt zijn en door het bloedverlies de dood onvermijdelijk was.

Vervolgens worden er twee groepen getuigen gehoord. De eertse groep:

Compareerde voor heeren schepenen ondergenoemt Gerit Jans van den Heuvel, Hendrina huisvrouwe van den voorschreven van den Heuvel, mitsgaders Maria weduwe Michiel van den Acker en Maria dogter Anthonis Essens, alle woonende binnen deese Vrijheijt Oirschodt onder de parochie van Best, ende van competenten ouderdom, om getuijgenisse der waerhijt te geeven … onder eede hen wettelijk gestaefft, hebben verclaert waer en waeragtig te weesen

Ende eerstelijk den eersten in ordine attestandt (= getuige), woonende in de caemer van haar derde attestante, verclaert dat op gisteren avont ontrent tussen tien en elff uuren met zijn vrouw te bedde weesende heeft gehoort datter eenige rusie in de keuken was, waer op den selven opstaende na de keuken is geloopen en als doen bevonden dat de persoonen van Arnoldus Aerts De Leest en Dielis Gijsbert Zantegoets op de gront laegen met malcanderen worstelende en daer van opgestaen weesende heeft den attestant getragt deselve te scheijden na daer op vervolgens omt lijff gevat den vernoemde de Leest die het bloot mes in zijn hant was hebbende, seggende den voornoemde Santegoets onderwijlen ik hebs genoegh, waer op den voornoemde de Leest onder bedrijging teegens den attestant die hem vast hieldt zijde. laet mij los soo hij niet genoegh heeft, ik zal hem nog meer geeven of diergelijke woorden in substantie waer op de attestant hem heefft los gelaeten.

Deze eerste getuige heeft de dader vastgepakt om de vechtenden te scheiden, maar liet hem weer los toen hij met zijn mes dreigde, terwijl Dielis Santegoets het af liet weten met de opmerking, ik heb genoeg.

De tweede attestante, huisvrouwe van Geerit Janse van den Heuvel verclaert meede gehoort te hebben dat er rusie in huis was, dog dat deselve na haer man zijnde opgestaen de voornoemde persoonen al van malcanderen waeren eer dat in de keuken quam dog dat sij meede gehoort heeft dat den voornoemde Dieliss Gijsbert Zantegoets riep, ik hebs genoegh.

Derde attestante verclaert dat op gisteren ontrent tusschen tien en elff uuren des avons aen haer huis eenige woorden wisselingh zijn gereesen tussen den voornoemde Arnoldus de Leest en Dielis Gijsbert Zantegoets pretendeerende deselve de Leest dat er geseijt soude zijn geworden dat hij als heeden niet meede voor speulknecht soude moogen gaen als der attestante dogter de bruijt soude worden, waer op de selve hantgemeen zijn geworden en malcanderen aenvattende teegen de gront gesmeeten. Dat na eenige worstelinge weederom zijn opgestaen seggende de voornoemde Zantegoets, ik hebs genoegh en hebbende den voornoemden de Leest het bloot mesch nog in zijn hant, waer op deselve van den anderen zijn gescheijden.

De ruzie was ontstaan nadat werd gezegd dat de dader niet op de bruiloft mocht komen van de dochter van deze getuige die de volgende dag zou trouwen.

De vierde attestante verclaert mede als doen in huijs te zijn geweest wanneer de voorschreven rusie is voorgevallen en gehoort te hebben dat de voornoemde Santegoets zeijde, ik hebs genoegh, en dat voornoemde de Leest zijn hant op hieff en met een blinkend mes over zijn hooft stont. Dat de voornoemde Santegoets daer op was aen de deur gegaen om adem te scheppen en gevolgt van attestanten seggende, ik hebs genoegh, en dat daer op bij hem was gekomen de selven de Leest, den welken aen hem vraegden off hij ‘t hem wilde vergeeven. Den selve daer op hadden geantwoort, jae Ik vergeef het u uijt de gront van mijn hart en daer op malcanderen de hant gegeeven. Waer bij de eersten attestant verclaert mede present te zijn geweest en ‘t zelve gesien en gehoort te hebben.

De vierde getuige verklaart dat het slachtoffer naar buiten was gegaan, gevolgd door de dader die hem om vergiffenis vroeg en dat het slachtoffer hem vergaf en ze elkaar de hand gegeven hebben.

Eindigende hier meede sij attesttanten deese henne verclaeringe en hebben na visie en voorgaende prelecture (=voorgelezen) daer bij blijven persisteeren (= zijn bij hun verklaring gebleven) ter presentie en overstaan van de heeren Hendrik Andries Schepens, Ariaen Baeyens en Joseph Aert Goossens, schepenen in Oirschot desen tienden november 17c sesendartigh.

Een dag later wordt een tweede groep getuigen gehoord:

Compareerde voor heeren scheepenen ondergenoemd Johannes de Brouwer van competente ouderdom, Leendert Janse vande Zande oudt omtrent 22 jaer en Peeter Aerts Walraeven oudt omtrendt 21 jaer, alle inwoonderen deeser Vrij en Heerlijkheijt van Oirschodt. de welke geregtelijck gedaegt van weegen het officie van de hoogwelgeboren heer Jacob Dirk Baron Sweerts de Landas, heere der voorschreven Vrij en Heerlijkheijt om getuigenissen der waerheijt te geeven, hebben verclaert waer en waeragtig te weesen.

En wel de eerste attestant in ordine (= volgorde) hoe dat op vrijdagh ‘snags den 9de deeser lopende maent van november 1736 ontrent ten elff uuren, Arnoldus Aerts de Leest quam cloppen aen zijn deur, roepende des attestants vrouw hem toe wat wilt gij hebben en dat daer op antwoorde, waer is Johannis, die moet ik spreecken, op welk zeggen soo is hij attestant in zijn bloot hemt het bedt aanstonts uijt gesprongen om de deur open te doen en zulx gedaen hebbende vroeg hem de voorschreven de Leest om een halve stuijver jenever, zeggende immediaet toen aan hem attestant ik heb daer mijn swaeger gequetst en die heefft al genoegh, waer op hij attestant zeer ontstelde en aenstonds zijn broek aen deede en nae het huijs van Maria weduwe Michiel van de Acker daer den gequetsten woonden toeliep en aldaer gecoomen zijnde soo vond hij attestant den gequetsten met name Dielis Gijsbert Zantegoets, swaeger van de voornoemde Arnoldus Aarts de Leest, op de vloer liggen, die zijn hant na hem attestant uijt stack en gaff, seggende meteen tot hem, het zal niet lang meer met mij duren, mijn swager heeft het mij gedaen.

Kennelijk was de herberg van Maria van den Acker een soort pension waar ook Dielis woonde en was het slachtoffer zich bewust dat hij het niet zou gaan redden. Waarom Dielis en Arnoldus zwagers zijn is mij niet duidelijk Diels is getrouwd met Wilhelma van de Sande terwijl Arnoldus de Leest getrouwd was met Johanna Antonius Essens.

Den tweede attestant in ordine verclaert hoe dat hij des avonts den 9de deser maent november 1736 ontrent neegen uuren ten huijsen voornoemd van Maria weduwe Michiel van den Acker wiens dogter de bruijt stingh te worden is gegaan en in huijs coomende heeft zien staen den persoon van Arnoldus Aerts de Leest, hebbende een snaphaen (= vuursteengeweer), hem lang heeft hooren cnorren en morren sonder te verstaen wat hij zeijde, dog dat Dielis Gijsbert Zantegoets zijn zwaeger en andere van het geselschap den voornoemde de Leest in beleefde manieren toebejeegdende, seggende dat het niet te pas quam daer rusie nu te maeken off diergelijke woorden in substantie.

Dielis probeerde kennelijk zijn mopperende zwagertot kalmte te manen.

Dat cort daer op hij Arnoldus Aerts de Leest en Dielis Gijsbert Zantegoets hantgemeen zijn geworden en malcanderen om het lijff gevat hebbende ter aerde neer zijn gevallen en daer soo liggende immediaet gehoort heeft dat hij Zantegoets riep, ik hebs al genoeg, vat mij want het bloet ontloop me, waer op hij attestant toeschoodt om te helpen, gesien heeft dat Arnoldus Aerts de Leest op de grondt liggende het bloote mes in zijn hant had, seggende hij Zantegoets bij het opbeuren aen hem attestant, gaet, roept Jan Hoppenbrouwer, waer op hij attestant naer het huijs van hem Hoppenbrouwer gegaen is om deselve te roepen.

Den derde attestant in ordine verclaert op den 9de november deeses jaers 1736 ontrent ten agt uuren savonts ten huijse van de voornoemde weduwe van den Acker te zijn gecoomen wiens dogter de bruijt sting te worden en nadat ontrent een uur daer was geweest, gesien heeft dat Arnoldus Aerts de Leest zijn snaphaen in de hant gevat heeft, dat deselve als doen heeft beginne te knorre en blijven morren, sonder nogtans distinct gehoort te hebben wat hij zeijde, dat sijnen zwaeger Dielis Gijsbert Zantegoets en meer andere van het geseltschap hem toen beleefdelijk aenspraecken en het tot hem zijde dat nu daer geen rusie en moeijelijkhijt te pas quam off dier gelijcke.

Dat cort daer na gezien heeft dat hij de Leest en Zantegoets hantgemeen raekte en met malcander worstelde en te zaemen ter aerde needer vielen. Dat daar liggende gehoort heeft dat Dielis Gijsbert Zantegoets riep, ik hebs genoeg. Dat hij attestant daer op gesien heeft dat die van het geselschap hem op holpen van boven de voornoemde Arnoldus Aerts de Lees. Dat hij attestant den selve de Leest nog op de gront ziende liggen met sijn mes in de hant, het zelve mes daer uijt wilde neemen, hij de Leest aan hem attestant zeijde, zoo gij mij het mes niet laat behouwen, zoo zal ik u wat anders leeren off diergelijke. Dat hij attestant vermits hij de Leest de heft van het mes verkeert in de hand seer vast hat, het selve daer niet heeft uijt connen onweldigen en toen de deur is uijt gegaen.

Eijndigende hier meede sij attestanten henne waeragtige verclaeringe en hebben deselve naer prelectuuren daer bij blijven persisteeren en den eedt gepresteert, zoo waerlijk help me Godt almaghtig, aen handen van Hendrik Andries Schepens, president nomine officii en sulcx ten overstaan van Theodorus van Dooren vicepresident en Dielis Goossens van de Ven, schepenen in Oirschot den 11e  november 1736.

Voor de plaatsvervangende drossaard is de toedracht nu wel duidelijk. Op de 13 november dient hij een verzoek in bij de schepenen om de dader Arnoldus Aarts de Leest gevangen te mogen nemen:  

Request voor Hendrik Andries Schepens president nomine officii suppliant omme decreet van apprehensie op Arnoldus Aarts de Leest

Aen d’eerwaerde heren schepenen der Vrij en Heerlijkheijt van Oirschot en Best .

Geeft met schuldig respect te kennen Hendrik Andries Scheepens, thans president schepen deser Vrij en Heerlijkheijt van Oirschot en Best als gelaste van de hoogwelgeboren heer Jacob Dirk Baron Sweerts de Landas, Heeren van Oirschot en Best … om wegens het overlijden van sijnen Drossardt, het reght van zijn officie waer te nemen. Hoe dat op voorlede vrijdag den negende deser lopende maent november 1736 des avonts ten huise van Maria weduwe Michiel van den Acker, wonende alhier onder de heertganck van Naestenbest gehuchte deserr Vrij en Heerlijkheijt van Oirschot, wiens doghter des anderen daegs de bruijt sting te worden, ter die gelegentheijt aldaer zich heeft bevonde een geseltschap, dat onder het selve mede is geweest den persoon van Arnoldus Aerts de Leest ,de welke zijn snaphaen in de hand genomen hebbende, toen ruzie heeft gesogt, tot soo verre dat sig niet ontsien heeft van ontrent tusschen tien en elf uren des selvigen avondt op sijnen swaeger Dielis Gijsbert Santegoets aan te vallen en met den selven hantgemeen te worden, en al worstelende op de vloer te saemen neer te vallen, en als toen op eene moordadige onmenschelijke gruwelijke wijse sijne voornoemde swaeger Dielis Gijsbert Santegoets, met een mes van agteren te steeken ter regterkant ontrent twe vingers breet neffens de spina dorsi ofte ruggegraet, welke steek twe à drie vingers door de bultagtige substantie der regternier is penetrerende, tot in de cavitijt ofte holligheijt met quetsinge van de omliggende bloetvaten, soo aderen als arterien, waerdoor een groote quantitijt geextravageert bloet is veroorsaekt, van welke ontvange wondt als letael sijnde, den gemelten Dielis Gijsbert Santegoets, wijnige uren daernae is coomen t’overlijden, breeder d’acte van visitatie ten dese annex sub No Primo, weshalve den supliant nomine officii niet heeft konnen ofte mogen ledig staan, maar verpligt sijnde tot handthaving van de justitie, over het begaen van soo een enorme moort aan sijnen swaeger geperpetreert, te nemen de nodige imformatien, en daar uyt gebleeken sijnde dat den meergenoemde Arnoldus Aerts de Leest van begaane feijt, op de versche daet versogt en gevraegt heeft aen sijnen swaeger Santegoets of hij het hem wilde vergeven en toen selfs naederhandt aan dees en geenen gesegt heeft, dat hij sijnen swaeger gequets had, is dat hij het al genoeg hadt dat ook den gequetsten voor sijnen doot wel duijdelijk sulx heeft geconfirmeert en beleden dat den voornoemde sijnen swaeger het hem had gedaen, dat daerenboven den gesijde Arnoldus Aert de Leest sig reets uijt dese Vrij en Heerlijkheijt heeft geretireert en geabsenteert, gelijk allen ‘t selve den regten genoeg consteert volgens d’attestatien ten dese mede annex sub Numeris 2do en 3tio en naedien soodanig delict en geperpetreerde moort begaen aan een eijge swaeger soo naar de goddelijke als civiele wetten niet alleen ten hoogsten strafbaer sijn ne maer dat ook volgens de plakaten van de lande den dootslaeger op de versche daad moet werden vervolgt, soo vint den suppliant in qualitijt voorschreven sig verpligt te keeren aan u eerw. oitmoedig versoekende tegens den voornoemde Arnoldus Aerts de Leest dekreet van apprehentie om me tegens den selve pede legato te mogen procederen tot condigen straffe, en in kas van fugitiefschap bij edicte.

Op een extra vergadering van de schepenen diezelfde dag nog stemmen de schepenen hiermee in:

Mijn heeren schepenen accorderen de suppliant het versogte decreet van apprehensie op den persoon van Arnoldus Aerts de Leest, omme tegens den zelven pede legato te mogen procederen en in cas van fugitieffschap bij edicte.

Hierin staat dat de dader gedagvaard mag worden als hij op de vlucht is geslagen. Dat is hij kennelijk want op zondag 25 november wordt de eerste dagvaardiging bekend gemaakt.
Op 5 december volgt de tweede behandeling en aangezien de dader zich niet gemeld heeft volgt een tweede dagvaardiging voor 19 december welke op zondag 9 december bekend wordt gemaakt.

Ook nu meldt de dader zich niet en besloten wordt een derde poging te wagen op 2 januari 1737. Dit wordt op zondag 23 december afgekondigd.

Dit levert ook niets op en dan volgt een laatse poging, bekend gemaakt op zondag 13 januari, dat op 16 januari een zittng plaats zal vinden. Het verslag van deze zitting luidt:

Relaas van de 4e edictale citatie ex super abundanti jegens Arnoldus Aerts de Leest.  Esch den 16 january 1737

Tigt en aensprake crimineel
voor
de heer Hendrik Scheepens president scheepen alhier als op ordre van den hoog edele heere van heere van Oirschodt met het overlijden van zijn drossaert het officie waernemende, aanleggere,
tegens
Arnoldus Aerts de Leest, gewesene inwoonder alhier en nu fugitieve en gedaegde bij evictie.

Eerw. heeren schepenen

Den heere aenleggere proponeerende de redenen van de gedane edictale citatie ende omme te optineeren den eysch en conclusie hier onder te doen ende te neemen dede zeggen poseeren en articuleeren ‘t geene hier naer is volgende, onder alle behoorlijke en gewoonljike protestatiën, inploratiën en andere benefitiën en remedien van regt.

  1. Eerstelijk infacto waer te wesen
  2. Dat op vrijdagh den negenden der maent november zeventhienhondert ses en dartigh des avonds ten huyse van Maria weduwe Michiel van den Acker wonende alhier onder den hertgank van Naestenbest, gehuchte deeser Vrijheijt.
  3. Wiens dochter des anderendaegs de bruijt stingh te worden
  4. Ter dier geleegenthijt aldaer zigh heeft bevonden een geselschap
  5. Dat onder het zelve meede is geweest de gedaegde in desen
  6. De welke zijn snaphaen in de hant genoomen hebbende toen rusie heeft gesogt
  7. Tot zoo verre dat zigh niet ontsien heeft van ontrent tusschenen tien en elff uuren des selvigen avont
  8. Op zijn zwager Dielis Gijsbert Santegoets aen te vallen en met den zelven hant gemeen te worden
  9. En af worstelende op de vloer te saemen neer te vallen
  10. En als doen op eene moordadige wijse zijnen voornoemden swaeger Dielis Gijsbert Santegoets met een mes van achteren te steecken
  11. Ter rechter candt ontrent twee vingers breet neffens de spina dorsi offte ruggegraet welke steek twee à drie vingers door de bultagtige substantie der regter nier is penetreerende tot in de cavitijt offte hollighijt met quetsinge van de omleggende bloetvaeten zoo aderen als arterien, waer door een groote quantiteit geextravageert bloet is veroorsaekt
  12. Van welke ontfangene wonde als letael zijnde
  13. Den gemelten Dielis Gijsbert Santegoets weijnigh uren daer na is coomen te overlijden
  14. Soo als te zien is bij de acte van visitatie en genoomene informatien
  15. Ende want den fugitieven en gedaeghde bij edicte pligtigh aen doot slagh en moort begaen in den persoon van Dielis Gijsbert Santegoets
  16.  Daer over zoo na de goddelijke als civiele wetten en placcaten van den landen hoogh straffbaer is
  17. Soo heeft den heere nomine officij aenleggere in qualitijt voorschreeve niet cunnen ledigh staen maer daer van te neemen behoorlijke informatien
  18. Ende die becoomen hebbende daer op tegens den gedaeghde te versoeken decreet van appréhensie
  19. En in cas van fugitiefschap te moogen proceederen bij edictie
  20. Welke bij u eewaarde alzoo geaccordeert weesende
  21. En dat den delinquant uijt deese jurisdictie is ontvlught
  22. Soo is den heere aenleggere genootsaekt geweest den voornoemden Arnoldus Aert de Leest bij openbaere clocke slagh en edictie te doen dagvaerden
  23. Omme weegens den doot slagh en moort door hem geperpetreert in den persoon van Dielis Gijsbert Santegoets
  24. Te koomen aenhooren zodanige tigt en aenspraeke crimineel als teegens hem zouden worden overgegeeven
  25. Breder ter relase van den vorster ter crimineele rolle overgelegt
  26. Mits allen den welken en meer andere redenen, middelen en motieven bij u eerwaarde ex officio vel via juris hier toe nader te voegen ende suppleeren

Concludeerende contendeert den heere nomine officie, aenleggere in qualitijt voorschreeve dat den gedaeghde ter saeke van de voorschreeve doot slagh en moort door hem begaen in den persoon van zijn eijgen zwaeger Dielis Gijsbert Santegoets zal worden verclaert te hebben verbeurt zijn lijff.

En oversulcx indien te becoomen is gebraght te worden ter plaetse daer men gewoon is crimineele justitie te doen en aldaer … (rest van de zin ontbreekt)

Mijn heeren schepenen de saeke niet vroet zijnde weerhouden deselve ter preadvise.

Men is van mening dat de dader door zijn daad zijn lijf verbeurt, maar wil hiervoor nog advies inwinnen bij enkele deskundigen. Dat vindt plaats in Breda en in april volgt de uitslag:

Preadvies

Gesien, gelesen ende geëxamineert bij den ondergetijckende advocaeten binnen de stadt Breda practiserende de criminelen processe voor de eerwaerde heeren schepenen der Vrij en Heerlijckhijdt van Oorschot en Best, ongedecideert hangende tusschen de heer Hendrick Andries Schepens, president schepen der voorschr. Vrij en Heerlijckhijdt van Oorschot en Best, als gelast van den H:W:Gbren (hoogwelgeboren) heer Jacob Dirk Baron Sweerts de Landas, heere van Oorschot en Best om wegens het overlijden van sijnen Drossaert het reght van sijn officie waer te nemen in die qualt eijsr ter eenre; op ende jegens Arnoldus Aerts de Leest gewoont hebbende onder deselve jurisdictie daar Vrij en Heerlijckhijdt Oorschot en Best, gedaegde in persoon bij klockke geslagh en edicte met affixie van dien, herdaeghden, defaljant, en catitant ter andere sijde en de gevraeght sijnde nopens de judicature van dien, souden de ondergetijkende indien sij rechters ware vonnis wijsen als volght.

Gesien, gelesen ende geëxamineert bij de eerwaerde heeren schepenen der Vrij en Heerlijckhijdt van Oorschot en Best den criminelen processe voor haer eerwaarde ongedecideert hangende ende geënthameert bij den heer Hendrick Andries Schepens president schepenen alhier als gelast van den H:W:Gbren (hoogwelgeboren) heere Jacob Dirck Baron Sweerts de Landas, heeren van Oorschot en Best, om wegens het overlijden van sijnen drossaert het recht van sijn officiie waer te nemen in die qualt eijsr ter eenre, op ende jengens Arnoldus Aerts de Leest, gewoont hebbende onder de jurisdictie der voorschreven Vrij en Heerlijckhijdt van Oorschot en Best gedaegden in persoon bij klockke geslach en edicte met affixie van dien, herdaegden defaljant en catitant ter andere sijde; gesien mede het decreet tot daghvaerdinge in persoon van de voorschr, gedaegden bij edicte door gemelde heeren schepenen aan den voornoemde heere eijsr op den 13 november 1736 verleent met de gerequireerde relasen der eerste, tweede, derde en vierde ex super abundante edictale citatien behoorlijck ter criminele rolle overgeleght, oock gesien bij extract uijt de criminele rolle de respective gedecerneerde defauten, als mede den criminele ticht en aenspraeck, oock de acte van visitatie daer inne vermelt, mitsgaders twee verklaringen nrs 2 et 3 alle bij den heere eijsr mede ter criminele rolle geëxhibeert, ende dus op alles wel, ende rijpelijck gelet, ende geconsidereert hebbende, waer op eenigsints te letten, of te considereren stonde, mitsgaders ingenomen hebbende het preadvies van twee onpartijdige reghtsgeleerdens, op gemelde heeren schepenen doende reght, versteken den gedaegden, en de faljant van alle exceptien declinatoir, dilatoir en peremptoir, defentien, en  weren van reghten die hij compareerende in desen hadde konnen doen, en proponeren en bannen den selven ten eeuwigen dage uit dese Vrij en Heerlijckhijdt van Oorschot en Best en jurisdictie van dien; soo nochtans dat, in cas den fugitieven en gedaegden naemaals mochte konnen werden achterhaelt, soodanig, dat hij kome te geraecken in hande van de justitie; hij alsdan over en ter saecke van den manslach begaen aen den persoon van Dilis Gijsbert Santegoets des selfs swager aen hem ten processe te laste geleght, andere ten exempel aen den lijve sal worden gestraft soodanig, als naar exigentie van het reght, en meriten van saken bevonden sal worden volgens de wetten en placcaten deser landen in goede justitie te behooren; en condemneren den gedaegden en fugitiven in de kosten en misen van justitie ter taxatie en moderatie van haer eerwaerden.

Aldus geadviseert, salvo meliori, binnen Breda op huijden den 11 april 1737.

(getekend:) Johan Chieuws, Corn. Johan Cheeuws

Kortom, hij wordt verbannen en bij terugkeer gestraft volgens de lokale wetten, dus de doodstraf.

Op 14 april besluiten de schepenen dit advies over te nemen.

En dat was het. Arnoldus is niet meer opgedoken, althans daar is geen informatie van gevonden.


10.c1   MARIA  SANTEGOETS

10.c1   MARIA  SANTEGOETS,   dochter van Anthony Jan   09.b6

Gedoopt in St.Michielsgestel op 18 mei 1707, begraven op 24 november 1732 in den Dungen.
Gehuwd aldaar op 16 juli 1724 met Hendrick zoon van Antoni Godtschalck. Hendrick sterft al in 1728 en wordt op 13 juni in den Dungen begraven.

Haar vader benoemt haar in zijn testament in 1711 tot enig erfgenaam [12] :

… maacke ende instituere ick bij dese tot mijn universeel erffgenaam mijn dogter Maria, verweckt bij jenneke Jan Daniels van der Aa, mijn gewesene huijsvrouw, … en ofte het gebeurde dat de voornoemde mijne dogter als ik sal comen te oevrlijden nog onmundig mogte zijn, soo stelle ick tot voogden en momboiren over deselve voor soo veel dese mijne erffenisse aangaat, Jan Daniels van der Aa mijn geweesene vrouwe vader ende Jan Santegoets mijnen broeder.

Twee jaar later wordt 400 gld uitgeleend [18]

Jan Santergoes als momboir van Maria minderjarige dogter wijlen Antonij Janssen Satergoes sijnen broeder, bij Jenneken dr Jan van der Aa verweckt, ten behoeve van de voornoemde Maria sijne pupille, een somme van vierhondert car. guldens tot xx stuijvers goet gangbaer gelt, ijderen gulden gerekent met den interest van dien tegens vier van het hondert van heden dato over een jaer te voldoen ende te betalen en vrije van alle lasten en ongelden, egeene uijtgescheijden, binnen voorschreve stadt van s’Hertogenbosch te leveren sonder eenig dilaij ofte uijtstel, ook sonder enig tegenseggen in regten ofte daerbuijten, overmits de opregte deugdsaamheijt der voorschrevene schult is spruijtende van goede geleende ende welgetelde penningen bij den voornoempde comparant uijt handen van den voorn. Jan Santergoes in sijne voorschreve qualiteijt deugdelijcken gehat ende ontfangen, als den voorn. comparant verklaerden ende bekenden mits desen.

Ende in cas de voorschrevene somme ten voorschreven dage niet mogte werden gerestitueert, gelooffden den voorn. comparant alnog op verbant als voor den interest daar van te sullen betaalen als voor, tot de volle en effectuele afflossinge toe, tot meerder corroboratie, verklaarde den voorn. comparant, tot voldoeninge van allen ’t geene voorschreve is, hem vrijwillig te houden gecondemneert en constitueerde, alsoo onwederroepelijck te twee eerste postulerende voor den agtb. geregte van de voorschrevene stadt off allen eersten toonder deser acte, om de voorz. willige condemnatie ten koste en laste van den voorn. comparant te versoeken, als daar in te consneteren, mitsgader omme dese acte tot sijnen koste en laste te doen en laten realiseren ende vernueuwen, na stijl en gevactijque ter secretarijevoor heeren wethouderen der voorschreve stadt gerequireert en gelooffden den voorn. comparant alnog op verbant als voor te sullen houden voor goet, vast en stedig en van waarde ’t gene bij voorz. geconstitueerde in cragte deses sal worden gedaan en verrigt, consenterende. Aldus ….. etc.

In juli 1715 gebeurt dit nogmaals [23], nu voor 250 gulden met wederom Johan Santergoes als momboir over Maria. In de marge staat:

Hendrick Anthonissen Godschalx, in huwelijck hebbende gehadt Maria Santegoets heeft op de uijtgemaeckte acte deser op den 9. maij 1725 bekent en beledn als dat Peter en hendrina Pijnappels cum suis aen sijnen handen hebben voldaen de twee hondrt en vijfftigh guldens capitael met den interest van dien en consenteerde vervolgens in de cassatie deser acte. Actum den Bosch den xxi september xvijc negen en twinrig

De geschiedenis herhaalt zich in 1717 [33] voor een lening van 150 gulden uit 1711 door Jan Santegoets en Jan van der Aa als momboiren over het onmondige kint van Anthonij Santegoets alias Molengraeffs uitgeleend. Waarom Anthonij in eerste instantie Molengraaf wordt genoemd (later wordt er “Santegoets alias” tussengevoegd) is niet duidelijk, er zijn uit zijn directe omgeving geen Molengraafs bekend die dat misverstand zouden kunnen veroorzaken. 

In 1718 maken haar grootouders van moederskant hun testament [35]. Daarbij krijgt haar tante, die in het klooster in Uden is ingetreden allereerst, 500 gld. en laten zij na aan de twee kleindochters

Eerstelijk hebben sij tetateuren bij forme van deelinge gemaeckt aen Maria van der Aa, huisvrouwe van Gijsbert Hubers, off bij afflijvigheijt aen haer kind of kinderen voor eene helfte ende aen Maria Anthonij Santegoets verweckt bij Jenneken zijns testateurs dochtere de helfte van eene woonhuijsinge met de hof este ende allen de landerijen daer omme gelegen groot te samen negen loopens teullants … gelegen binnen dese parochie van Scheijndel ter plaetse in de Putsteegen aldaer.

Item maken sij testateuren bij forme van partagie alnoch aen de voors. sijne dochter ende den kinde van Anthonij Santegoets twee ackers teulants met sijne gerechtigheijt groot drie loopensaten … gelegen binnen de parochie voorschreve ter plaatse in den Broexendijck …

Item maken ende besetten sij testauren alnoch bij forme van deelinge aen de selve Maria van der Aa en Maria Santegoets eenen acker teulants met sijnen houtwasch ende verdere gerechtigheijt, groot ontrent deralf loopense … gelegen binnen de parochie voorschrevene ter plaetse in de erve van pachter Gillis Verhoeven in sijne reengenooten aldaer.

Item maken ende besetten sij testateuren bij forme voors aen de voornoemde Maria van der Aa ende Maria Santegoets een camp hoijlants mmet sijne gerechrigheijt groot ontrent ses karren hoijgewas … gelegen binnen dese parochie van Schijndel ter plaetse in de Lieckendonck in sijne reengenooten aldaer. …

Eindelijck besetten sij testateuren aen gemelte Maria van der Aa ende Maria Santegoets eene helffte van de obligatie van seshondert gulden capitael, staende ten laste van Peter Gills vrehoeven ende gepasseert voor den notarias Maas en sekere getuigen sijnde van den date den sevenden november seventhienhondert elff, soo wanneer deselve obligatie niet bij ’t leven van beijder testateuren is affgelost.

In voegen allen de voors. huijse ende teul- en hoijlanden gestaen ende in sijne reengenooten en grooten gelegen sijn, oock met soodanige pachten, chijnssen voor- als naadeelige servituijten als die bij de testateuren sijn vercregen, alle onder dese expresse limitatien ende restrictien nochtans, dat bij al dien het mochte comen te gebeuren dat des testateurs dochtere Maria van der Aa ofte Maria Santegoets aen leven dese voorenstaende goederen sijn gemaeck ende beseth quamen te sterven sonder wettige geboorte ofte geboorten achter te laten, soo willen ende begeeren sij testateuren dat in dien gevall allen de voorgeroerde vaste goederen aen haer hier voorden beseth sal geerft worden ende comen op den lanxtlevende van die beijde, maer beijde sonder wettige geboirte ofte geboortenachter te laten stervende, soo willen ende begeeren sij testateurendat allen de voorgespecificeerden vaste onroerende goederen sullen keeren erven ende besterven op des testateursnaeste vrienden als dan op straat sijnde.

Hierna krijgt de voordochter van de testatrice een en ander toebedeeld. Tenslotte worden alle verdere roerende en onroerende goederen toebedeeld aan de twee Maria’s en voordochter Maria.

In 1719 verhuren haar twee testamentaire voogden, Johannes Santegoets in Michielsgestel mede namens Jan van der Aa tot Schijndel ‘stede lants bestaande in een woonhuijsinge, de schuure, backhuys, gestaan ende gelegen binnen deser baronnije van Boxtel onder de parochie van Gemonden’ voor de tijd van zes jaar en een bedrag van 65 : 0 : 0 plus nog 8 zakken rogge en vier zakken boekwijt, vanaf half maart/ pinksteren 1720 [38].

Twee jaar later maakt tante Maaijcke, zus van haar vader, haar testament op [44]. Nadat eerst oom Jan e.e.a. krijgt toebedeelt is vervolgens Marie aan de beurt:

en in de verdere hare naarlatenschap tot hare universele erffgename pleno jure institutionis te institueren, Marie Santegoets, haar broeder Anthonij saliger eenige naargelatene dogter voor een geregte vieerde part, mitsgaders hare verdere drie susters kinderen, ieder staacks gewijse oock voor een gereegte vierde part, mits dat de ouders van de voors. kinderen, het zij vader offte moeder als dan nog in leven sijnde, het vrugtgebruijck daar van sullen profiteren tot tijt en wijlen de kinderen tot haren mondige dagh ofte eenige geapprobeerden staat sullen gecomen sijn ….

Maria trouwt in 1724 , erg jong nog, pas 17 jaar, en in 1725 en 1727 worden er kinderen geboren.

Dan overlijdt haar man in juni 1728. Mogelijk is dat de reden dat kort hierna de erfdeling plaats vindt van de familie Godschalck [102].

Tweede loth
Mits welcke voorz. erffscheijding ende erffdeilinge, een woonhuijsinge, schuure, esthuijs, schop, erve, hoff en aangelegene landerijen, ’t samen groot ontrent met het nieuwlant, ses lopense vijfftien roeden.Item eenen camp hooij offte weijlants daar aan gelegen groot ontrent eenen morgen drie hond seven roeden, … gelegen alhier ten Dungenter plaetsen genoemt op de Sporckt, …
Item eenen acker teullants gelegen ter plaatsen voorz. genoemt de Sporckt groot ontrent vijf lopense agtien roeden …
Item eenen camp hooij offte weijlants gelegen onder Berlicum groot ontrent anderhalven morgen …
Item een parceel teullants gelegen alhier ten Dungen in ’t Wont genoemt Lemme Sepen Dries groot ontrent anderhalff lopense …
Item een woonhuis, erve, hoff, boomgaart ende aangelegen landerijen, ’t samen groot ontrent vier lopense … gelegen onder Schijndel in den Bors …
Item eenen bussel camp gelegen onder Schijndel op de Mijldoorn groot ontrent anderhalff mergen …
Item een parceel teullants gelegen aan de Leegen Beembd binnen deser parochie van Dungen groot ontrent twee lopense …
Item een parceeltje teullants gelegen alhier ten Dungen in het Wout groot ontrent een halff lopense …
Item een parceel teullants gelegen op de Sporckt onder dese parochie van den Dungen groot ontrent vier lopense …
Item een parceel teullants sijnde twee veldekens gelegen alhier ten Dungen in ’t Enses, groot ontrent twee lopense …
Item eenen camp ofte beembd hooij ofte weijlandts gelegen alhier ten Dungen aan de riviere de Aa groot ontrent eenen morgen vijff hond en twee roeden …
Item de helfte van eenen camp hooij ofte weijlants gelegen alhier ten Dungen ontrent de Vinckervleugh in ’t geheel groot drie mergen drie hind en agtien roeden …
Item de helfte in eenen camp hooij ofte weijlant gelegen alhier ten Dungen genoemt den Dalen Camp zoo als deselve is affgegeraven groot ontrent in ’t geheel twee mergen vier hondt sestien roeden …
Item de helfte van vijff mergen hooijlants gelegen alhier ten Dungen in het Bosch Broeck genoemt Delis van Osch Camp waar van den armen alhier de helfte in competerende …
Item al sulke gedeelte in seeckeren heijcamp gelegen tot Berlicum ter plaatse genoemt in ’t Vinckel
’t Samen met allen de schepene brieven, instrumenten ende minimenten van ’t geene voors. wwnigsints mentionerende is mits desen te loote ende te deel gevallen Maria Antonissen Santegoets, weduwe van wijlen Hendrick Antonisse Godschalx.

Er viel dus nogal wat te verdelen! Maar er volgt nog meer.

In december volgt eerst een minnelijke overeenkomst over een legaat van 1000 gulden [105.1] en een minnelijke overeenkomst van Corstiaan Godschalx met de rest van de familie over een bedrag van 330 gld [105.2]. Vervolgens wordt een inventaris opgemaakt van alle rentebrieven en obligaties die in het bezit zijn van de familie [105.3]. Dat blijkt 1650 gld te zijn.

Deze ‘rentebrieven, schepene schultbrieven en obligatien worden vervolgens verdeeld [105.4] :

Derde Loth
Mits welke voorz. erffscheijdinge ende erffdeilinge een obligatie van een hondert guldens capitaele, …  van dato den derden januario xvijc en aght
Item een obligatie van een hondert guldens capitaele … de dato 10 juny 1717
Item een obligatie van twee hondert guldens capitaele … de dato 31 december 1716
Item een obigatie van een hondert guldens capitaele … de dato 27 april 1718
Item de helfte van een capitael van een hondert guldens …
t’Samen met allen schepene brieven instrumenten ende minimenten van het geene voorz. eenigsints mentionerende is mits desen te loote ende te deel gevallen de voorn. Maria Santegoets, wedue wijlen Hendrick Antonissen Godschalx.

Ondertussen is er bij een akte van 1718 van haar schoonvader genoteerd [34]

Corstiaen Antonissen Godschalx, Adriaen van den Bosch man en momboir van Leenderdina Antonissen Godschalx, Arnoldus Hendrix van Griensven, vader en voogt van Jenneken sijne dogter bij Jenneken Godscalx wettigh verweckt ende Maria Santegoets, weduwe Hendrick Godschalcx, bekennen en belijden bij desen als dat Catelijn Smulders weduwe Antonij Godschalcx aan haaren handen heeft voldaen en betaelt en overgelevert allen de goederen in desen inventaris vervat en begrepen en consenteerde vervolgens in de cassatie deses. Actum Dungen desen elffden december xvijc agt en twintigh in oirconde dese onderteeckent

Maria kon dus heel netjes schrijven!

Begin januari 1729 leent Maria zelf een bedrag van 100 gulden uit tegen een rente van 4% [108].

In 1729 heeft Maria plannen om te gaan trouwen met Jan Theunissen van Griensven en daarvoor laat ze op 26 februari  een inventaris opmaken [109]:

Inventaris van allen alsulcke erffhavelijcke ende meubilaire goederen ende huijsraedt metter doodt ontruijmt ende agtergelaten bij Hendrick Antonissen Godschalx in sijn leven gewoont hebbende alhier ten Dungen. En sulcx ten behoeve van Maria Santegoets desselffs wedue ter togte ende naar haar overlijden aan de erffgenamen van den voornoemden Hendrick Antonissen Godschalcx ten erffregte, zoo ende gelijck de voornoemde Maria Santegoets allen deselve aan mij … heeft opgegeven ende gedaan inventariseren, alles in voegen en manieren als volgt.

En eerstelijck de goederen door Antonij Godschalx zaliger ten huwelick medegegevenofte van hem geërft:

Een bedde en een hooffpeuluwe met veeren gevult
Item een dito bedde met een hooffdpeuluwe, ser slegt en versleeten

Item twee paar slaeplaekens
Item eene  witte wolle deecken
Item een paar slegte gestreepte gardijnen met een rabat

Silver – werck

Eerstelijcken taghentigh silvere knoopjens om aan hembd rocken te setten
Item een paar silvere gespen op de schoen
Item twee paar slootiens aen ganse banden

Item drie paar knoopiens om in’t hembd aan den hals en handen te doen
Item ses dito scloere knoopiens staande aen de pijpen van een broeck

Kleederen

Twee laeckense mans rocken
Twee dito commisoolen   ,,
Twee dito broecken         ,,
Een bruine laeckense rock van Antonij Godschalx zaliger
Item een stoffe hembd-rock
Item een hembde van deselve
Item een stoffe keel van Hendrick Godschalx
Item eenen swarten hoedt

De kousen, schoenen en verdere kleederen van den overledene man der declante verklaart de declante gegeven te hebben aan de armen
Item negen mans hembden
Twee neteldoecke dassen
Twee trillje tafellaeckens
Vier pelle servette
Item vier koorn sacken
Item een hopsack die versleten is

Kooper – werck

Item een koopere koeij-sop ketel van ontrent 16 à 17 kannen
Item een metale moespot
Item een coopere zijgh

Item een coopere kan van ontrent 6 kannen
Item een kooperen halsband van een hond
Item een dito bedde panne

Tin – werck

Item ses tinne schootelen
Item een dito tafelbord
Item een dito boterschotel met eene fun
Item een dito pispot

Item een dito soutvat
Item een dito mosterpot
Item een cecierke
Item vier dito steeckbercke

IJserwerck

Item een haal, een lenghaal
Item een tang en vuurschup
Item een ijsere blaaspijp
Item een vuur ijsere
Item een hopschup

Item een riek
Item een ploegh met sijn behoortte
Item een paerts zael, een gareel en licht
Item een paar ijsere hagten
Item een zight met een beerhaeck

Houtwerck

Vier houte drie voet stoelen
Item een denne kiste slotvast
Item een sond-doos
Item een houte wateremmer
Item een dito melck-emmer

Item een boterstande met sijn toebehoortte
Item een room tobbe
Item een melck tobbe
Item een was-kuijp

Goederen staande nog in ’t sterffhuijs van Anthonie Godschalx zaliger – Eerstelijck

Eene back-trogh
Item een vierkante tafel
Item een kastie met vier deuren
Item eeing paarts getuijgh

Item een zeeff en schotelcorff
Item een aardkarre
Item een aarde kanne met tinne decksel

Volgen de goederen staande huwelijck geprospereert en te samen gekogt

Item een koopere koeij-sopkeetel van ontrent 30 kannen
Item een tinne fles om aan de voet te setten
Item een tinne commetre
Item een kooperen deurslagh
Item een coopere lamp
Item een ijsere dito

Item een vier tinne schotelen
Item een hoogh-karre met beslage raden
Item een vlees tonne
Item een hopschup en een rieck
Item een kaste met vier deuren
Twee arde kanne met tinne decksels

Aldus geïnventariseert en beschreven op het deugdelijck aangeven ende verklaren van de vvorn. Maria Santegoets, weduwe van den voorn. Hendrick Antonissen Godscalx, geassisteert met Jan Theunissen van Griensven haaren iegenwoordigen bruijdegom, verklarende alles ter goeder trouwen te hebben opgegeven ende gedaen inventariseren sonder haars weten ietwes te hebben agtergehouden, versteecken off verstompelt, directelijck ofte indirectelijcck, presenterende ’t selve ten allen tijde des versogt werdende met solemneelen eede te verifieren ende bevestigen. geloovende zij declarante indien haar iets te vooren mogte komen dat op desen inventaris mogte sijn geomitteert, ’t selve alsdan op dese inventaris te sullen doen suppleren, alles onder verbant als na regten consenterende mij notario hiervan te worden gemaeckt en uijtgereijckt.
Acte in debita forma.
Aldus verleden en gepasseert alhier ten Dungen desen sesentwintigsten ferbruario seventienhonder negen en twintigh.

Het huwelijk wordt op 27 februari gesloten, hetgeen overigens erg snel is na het overlijden van Hendrick.

In 1732 overlijdt Maria en in Schijndel wordt tauxatie verricht op haar bezit aldaar [118]:

Tauxatie van de vaste onroerende goederen gelegen binnen dese dorpe van Schijndel, agtergelaten ende metter doodt ontruijmt bij Maria Santegoets, voor dese weduwe van Hendrick Antonissen Godschalx, begraven ten Dungen, Vrijdom van s’Bosch den vier en twintigsten november seventienhondert twee en dartigh, bestaende inne het navolgende

Eerst ende laestelijck een camp soo hooij als teulant met sijn houtwasschen, voorpootinge ende verdere geregtigheeden van dien, groot ontrent eene mergen gronde …gelegen binnen dese parochie van Schijndel onder der Borne ter plaetse aen den Mijldoorn … het welck naer behoorlijck ondersoeck is bevonden waerdigh te sijn ende getauxeert op eene somme van eene hondert en twintigh gulden, dico ……………………………………………………………. 120 – 0 – 0

Een registratie van haar begrafenis is niet gevonden.


10.d1   JENNEKE  SANTEGOETS

10.d1   JENNEKE  SANTEGOETS,   dochter van Evert Jan 09.g3 

Gedoopt in Gemonden op 3 nov 1707, overleden in 1783
Gehuwd met Cornelis zoon van Geert Stelis. 4 kinderen.

In het gezin van vader Evert worden twee Joanna’s gedoopt, namelijk in 1707 en 17018. De ene krijgt als roepnaam Jenneke en de andere Johanna. Het zou kunnen dat de geboortedata omgewisseld moeten worden.

Het eerste kind van Joanna Everardi wordt in 1739 gedoopt als onwettige dochter met Cornelis Gerardi Stelis als vader. Ze zijn vervolgens met elkaar getrouwd, datum onbekend, want ze krijgen nog 2 legale kinderenin 1743 en 1753. Ondertussen treedt zij ook nog twee keer op als doopheffer in 1745 bij haar broer Jan en in 1753 bij zus Joanna.

Dan horen we tientallen jaren niets over de familie, tot in 1782 Cornelis overlijdt. Het jaar daarop maakt Jenneke haar testament [192]:

Op huiden den een en dertigste meij 1700 drie en tachtig compareerde … ten Dungen … Jenneke Evert Santegoets, weduwe Cornelis Geert Stillens, wonende alhier, haar verstand zoo ons gebgleken is volkomen magtig, de welke genegen zijnde zoo zij verklaarde vrijwillig en zonder persuatie van iemand te disponeren over de goederen bij haar natelaten en waar over zij vrije meesterschap is hebbende, mitsdien revocerende alle vorige dispositien, en alzoo bij dese disponerende zoo verklaart de comparanteen testatrice in aanmerking dat haren zoon  Adriaan Stillens, altoos bij haar ingewoond, haar en wijlen haren man getrouw bijgestaan en na zijn vaders dood de huishouding en al ’t welk gadegeslagen en bevoordeelt heeft, zonder iets genoten te hebben, daar integendeel hare andere kinderen veel genotem hebben, aan dezelven haren zoon vooraf te prelegateren eene somme van een hondert rijksdaalders eens, begerende wijders dat na haar overlijden hare gehele nalatenschap publieq en voor alle man verkogt zal worden, dat uit het provenue van die verkoping het voors prelegaat voldaan zalmoeten worden en dat de verder overschietende penningen geërft zullen worden bij hare drie kinderen Engelin, Geertruijd en Adriaan Stillens voorn. ieder voor een derde ende bij vooroverlijden van een off meer van haar derselver kinderen bij representatie, dezelve drie kinderen alzoo ieder voor een derde daar in instituerende bij desen.

Ingeval ijmand van de erffgenamen met dese dispositie niet te vrede was of het zelve querelleren wilde zoo begeert de testarice dat zodanig te onvrede kind of kinderen uit hare nalatenschap niet meer zullen genietendan de blote legitieme portie, daar in gecomputeerd al het geene zodanig kind of kinderen van hare ouders genoten hebben, zodanig kind of kinderen in dat onverhoopt geval in die legitieme instituerende.

Allen ’t welk de testatrice voorgelezen zijnde en zoo zij zeide bij haar wel verstaan te zijn. wil en nbegeert zij dat dit zijn volkomen effect zal hebben ’t zij als testament, codicil ofte zoo in dier voegen ’t zelve na rechten be.. kan en mag bestaan.
Aldus gedaan en gepassert ten Dungen op dato als boven ter presentie van … als geloofwaardige getuigen hier toe versogt.

Jenneke blijkt de schrijfkunst niet meester want ze ondertekent met een kruisje.

Zij noemt in het testament 3 kinderen: Engelin Geertruijd en Adriaan. Over het buitenechtelijk kind Wilhema wordt niet meer gerept.

Jenneke overlijdt nog in het zelfde jaar 1783 [217]:


10.d3   JAN  SANTEGOETS

10.d3   JAN  SANTEGOETS,   zoon van Evert Jan   09.g3

Gedoopt in Boxtel op 1 apr 1713 ,  overleden in Esch op 22 juni 1785.
Gehuwd in Esch op 1 dec 1743 met Annemaria dochter van Cornelis Heesters.
Kinderen :
11.e1   Jan,  gedoopt in Esch op 27 feb 1744, overleden aldaar in 1762.
11.e2   Evert,  gedoopt in Esch op 8 okt 1745.
11.e3   geboren in Esch op 2 sept 1747, dood geboren kindje.
11.e4   Adriana,  gedoopt in Vught op 2 sept 1748, overleden in Esch ?
11.e5   Cornelis,  gedoopt in Vught op 9 feb 1751.
11.e6   Oda (Ida),  gedoopt in Boxtel op 30 nov 1753.
11.e7   Elisabeth,  gedoopt in Boxtel op 7 okt 1757.
11.e8   Jenneke,  gedoopt in Esch op 23 juni 1760. Overlijdt in Vught op 22 okt 1830.

Het eerste optreden van Jan is als peetvader bij de onwettige dochter van zijn zus Jenneke.

Hij woont dan in St. Michielsgestel. Na hun huwelijk verhuizen ze kennelijk naar Esch want daarvoor wordt in 1744 een borgbrief opgesteld [136]:

‘Borgbrief voor Jan Evert Santegoets

Wij ondergeteeckende, drossaard, president, schepenen en armmeester der Heerlijckheijt van Michiels Gestel, dese onderteeckent hebbende, tuijgen en verklaren, certificerende mits dese voor de opregte waarheijt ter instantie en requisitie van Jan Evert Santegoets, dat den requirant lange jaren met sijn ouders alhier heeft gewoont en sig altijd wel heeft gecompareert voor soo veel ons bekent is ende dewijle den requirant verklaarden tot Esch getrouwt te sijn met eene Annamie Corneliss Heesters en aldaar sig metter woon hadde nedergeset en dient halve versogt een ontlastbrief voor de Arme Casse van Esch en voor andere plaatsen alwaar den requirant ondertuschen mogte comen te woonen, agtervolgens de orders en beveelen van den souvrain deser lande, soo is het dat wij ter obedientie van dien bij dese geloven op verband van alle de incomsten van den Armen deser voorschr. heerlijckheijt dat den requirant ingevalle tot armoede mogte comen te vervalle, met de hellpe van sijne kinderen in egten staat te verwecken uijtde Arme kasse alhier nevens andere arme ingesetenen naar vermogen van den selve behoorlijck onderstand sal worden gedaan en in sooverre de Arme Kasse van Esch en van andere plaatsen van het onderhouden van den selve sullen ontlast en bevrijdt worden.

t’Oirkonde onderteeckent, gegeven tot Michiels Gestel den drie en twintigste mey seventhienhondert vier en veertig.

Enkele jaren later verhuist hij van Esch naar Vught en moet in Esch een borgbrief worden opgesteld [145]:

‘Wij … scheepenen des dorps Esch, certificeeren bij desen, dat voor ons in eijgener persoon verscheenen en gecompareert is Peroo Verouden, regeerende provisoir in der tijd der Arme Tafele des H. Geest deser parochie van esch, de welcke sigh in die qualiteijt met onse bewilliginge en toestemminge verclaarde te stellen borge voor de eene helfte van den onderhoud der kinderen die Jan Evert Santegoets in eghten bedde bij Anna Maria Cornelis Heesters, sijne huijsvrouw, gebooren alhier tot Esch, sal coomen te verwecken  offte reets verweckt heeft en dat deselve Anna Maria en voor de helfte hunne kinderen bij onverhoopte armoede, soberen en gebreckelijke staat off andersints niet en sullen coomen off gelaten worden tot lasten van de Arme Tafele des H. Geest tot Vucht ofte andere arme tafelen alwaar den voors. Jan Evert Santegoets en sijne iegenwoordige huijsvrouw, sigh metter woon souden moogen coomen needer te setten, deselve en voorts als hier vooren staat fol. 53 in kennisse ats. Heeden den derden julij seventienhondert aghten veertigh.’

(verwijzing naar f. 53:)

‘deselve ten allen tijden daar van beloovende te ontlasten en te bevrijden naar behooren, soo veel de staat der Arme kasse alhier lijden can tot dien eijnde verbindende alle de goederen en incoomen deser Arme Tafele alhier tot Esch, nu hebbende ende naarmaals vercrijgende. In kennise der waarheijd heeft den comparanten wij schepenen booven genoemt dese prothocolle onderteeckent tot Esch …..’

Er worden in Vught enkele kinderen geboren maar vanaf 1753 woont Jan in Boxtel. Daar treed hij wederom op als peetvader bij zijn zus Jenneke en wordt hij gekozen als burgemeester. In 1755 draagt hij in die functie de boeken over [156]:

Compareerde voor de onderget. schepenen der baronnije van Boxtel Johannes Santegoets inw. alhier, regerend burgemeester, aangekomen 1755, dewelke verklaarden , met goedvinden van Heeren Regenten alhier, desselfs collect boeken soo van reëel als personeel en quitantien van verschenen interesten, over te geve aan Jan Peters van de Ven, mede inw. alhier, omme door de selve opgehaalt, ontvangen en betaalt te werden en ook verder daar en tegens nog alsulke betalinge te doen als hun door de Heeren Regenten alhier sal werden geordoneert, ter behoorlijker tijt rekening van zijne ontvang en uijtgave te doen en verders daar inne en omtrent in alles sodanig te handelen ende te verrigten even en alleens als off hij JanPeters van de ven effective door de Regente alhier als burgem. over den jaare voors. was aangestelt.

Ten dien eijnde soo is al nog mede gecompareert de voorn. Jan Peters van de Ven de welk verklaarden allen het geene voorz. alzoo te zijn, accepterende het zelve bij ende mits desen soo ten opsigte van den ontfang, uijtgaaff als te doene rekening, indemnierende hem eerste compt voor alle costen en schaden de welke door versuijm van hem twede compt mogte comen, daar voor en onder verbindende zij persoon en alle zijne goederen present en toekomende sig selve en dien stellende ten bedwang als naar regten.

Aldus gedaan en gepasseert binnen dese baronnije van Boxtel heden den negen en twintigste julij 1700 vijff en vijfftig present de onderget.:

Er worden nog enkele kinderen geboren en in 1757 legt Jan een verklarig af in Esch dat de
Laage Brug’ gerepareerd moet worden [159]

‘Wij, …….. scheepenen der Dingbanke van Esch, certificeren bij desen dat voor ons in eijgene persoonen verscheenen en gecompareert sijn, de Hoog welgeb. collonel Chambier, de heer Theodorus Princen, de heeren  ………..  Jan Santegoets,  …….. te samen geerffdens van de Laage Brugge, geleegen over de rivier de Dommel bij het casteel Baarschot en dus tot het repareeren en vernieuwen van de selve brugge verplicht sijnde, verclaarden bij desen ijder voor soo ver daar toe gehouden mogten sijn, te authoriseren en magtigh te maaken sulcx doende bij desen, alle scheepenen deses dorps om in naamen ende ten kosten van hen constituanten door een bequaam persoon doen maaken een besteck en conditie tot het vernieuwen en repareeren van de voorschr. brugge en daar toe ten overstaan van deselve publijcq ende voor alle man aan de minstwillende aanbesteeden en in goede ordere te doen opmaaken, sullende aanstonds naar het voltrecken en opleeveren van dien, den aanneemer van voorn. brug met alle de verdere costen daar toe aangewend werdende door hen constituanten voldoen en betaald werden.

Gelovende de voorschr. geauthoriseerdens en geconstitueerdens dese agtervolgende wegens eenen ijgelijken te sullen indemneeren, vrij, costen en schadeloos houden onder verband als naar regten,

In kennisse der waarheijd hebbende constituantenen wij scheepenen boovengenoemd dese ten prothocolle onderteekend tot Esch, heeden den vijffentwinttigsten october seventienhondert negenenvijfftigh.’

In 1762 wordt in Esch begraven ‘den 6e augustus een kintje van Jan Santevoets’. Waarschijnlijk is dat Adriana want die wordt verder nergens meer vermeld. Jan woont dan dus kennelijk weer in Esch.

In 1785 overlijdt Jan zelf [218]:

den 22 junij is begraven Jan Santegoets, laat na syn vrouw en 6 kinderen waar van er een onmundig is’.


10.d4   FRANCIS  SANTEGOETS

10.d4   FRANCIS  SANTEGOETS,   zoon van Evert Jan   09.g3

Gedoopt in Boxtel op 12 apr 1716, overleden na 1750
Geen huwelijk of kinderen bekend.

In 1745 krijgt Francis ruzie met enkele personen uit Haren hetgeen uiteindelijk leidt tot het doodsteken van zijn broer Adriaan. Hij legt daarover de volgende verklaring af [137]

‘Nogh is ten dage en plaatse voornoemt gecompareert Francis Evert Santegoets, de welcke ten versoecke als vooren onder H. eede door opgemelde heer stadhouder wettelijk gestaaft en affgenoomen, heeft verclaard waar en waaragtigh te sijn:
Dat hij op sondagh den 3e october laatstleden is geweest ten huijze van de weduwe Hendricus Verouden alhier, en aldaar met de kaart sien speelen heeft vijff persoonen, alle woonende tot Haren onder welcke waaren Maurits en Harmanus van Achelen, en de verdere hem wel bekend soude sijn indien hij die sagh, maar niet noemen kan bij de namen.
Dat hij deponent des ‘s nagts ontrend ten elff uuren voor de deur gegaan sijnde, digt bij de lindenboom om sijn water aff te slaan, bij hem na sijne beste meeninge gecoomen is Harmanus van Achelen, welcke hem vraagde off hij hem buijten de deur geroepen had.
Dat hij deponent hem antwoorde toen, maar hem liever een kan bier geeven wilde, waarop hij deponent sigh omkeerende om weeder in huijs te gaan, den voornoemde van Achelen hem van agteren een sneede over den ruggen toegebragt heeft, penetreerende door sijn rock, camisool, hembdrock en hembdt tot in het bloote vleesch.
Dat hij deponent vervolgens is gegaan na het huijs van Peroo Verouden, aan hem versoeckende dat hij sijne wonde eens wilde besigtigen, welcke die van Haaren hem toegebragt hadde.
Dat hij deponent in de gang gecomen sijnde, den voorschreven Peroo Verouden aan hem gesegt heeft, gaat uijt den huijs, die menschen van Haren sijn hier, ik vrees dat er meer rusie voorvallen sal.
Dat hij van daar is gegaan naar het huijs van Claas van Esch aan wien hij versogt sijne wonde eens te willen besigtigen, het welcke denselve ook gedaan heeft en daar op brandewijn wilde leggen, ’t geen hij deponent (alsoo die sneede maar enigsints in het vel was gepenetreert) niet heeft willen hebben.
Dat hij deponent vervolgens naar eenige tijd aldaar verbleeven te hebben, uijtgegaan is met voornemen om sigh naar huijs te begeeven.
Dat bij sijn huijs gecoomen sijnde eerst sijn moeder en daar na sijn broeder geroepen heeft om hem in te laten, dogh eer ende alvorens de deur geopent was, hooren roepen heeft, Francis, Francis, waar bent gij nu.
Dat hij willende op dat roep hen affwijcken, in tegendeel haar tegemoet is gecoomen en sij hem daar op heevigh met haar bloote messen sijn aangevallen en een menigte steken na hem gedaan hebben en wel onder welcke hij een van die voorschreven personen hoorde seggen dat hij er al een de laagh gegeven had.
Dat hij deponent, verneemende dat inmiddels de deur geopent was, bevonden heeft dat door een van de meer gemelde persoonen de voorverhaalde steek off quetsuere aan sijn broeder is toegebragt,
Dat vervolgens met sijn broeder sigh in huijs geretireert heeft.
Dat boovengemelde persoonen, siende dat sij niet in huijs konden koomen, getragt hebben de deur te forceeren en verscheijde steecken op de deur hebben gedaan, werdende als doen mede de glasen van het huijs ingeslagen.
Ende want het Goddelijck en redelijck is getuijgenisse der waarheijdt te geeven, insonderheijd daar toe versogt sijnde, heeft den deponent en comparanten ten desen gemeld naar aandagtige prelecture daar bij blijven persisteeren. Soo waarlijck moeste den laatste deponent God almaghtigh helpen.
Aldus gedaan en gepasseert binnen den dorpe van Esch voornoemt, en in kennise der waarheijd hebben de comparanten en deponent dese ten prothocolle onderteeckendt. Heeden den vijffden october seventienhondert vijffenveertigh.

Dit merck 3 is gesteld bij den laatsten deponent, verclarende niet te connen schrijven.

Van deze akte werd een kopie gemaakt t.b.v. het Kwartier Oisterwijk [138].

Verdere gegevens over Francis of bovenstaande doodslag zijn niet bekend


10.d5   JOHANNA  SANTEGOETS

10.d5   JOHANNA  SANTEGOETS,   dochter van Evert Jan   09.g3

Gedoopt in St.Michielsgestel op 12 nov 1718. Zij is voor 1764 overleden.
Gehuwd op 26 jan 1749 in vught met Hendrik van Lieshout. 4 kinderen.

In 1750 wil het gezin verhuizen naar Esch en dan moet er een borgbrief worden opgesteld [149]:

Wij Adriaen Brocx en Baerent Veeneka, schepenen, en Jan Santegoets, armmeester deser heerlijkheeijt van St. Michielsgestel, Quartier van Oosterwijk, maeken kennelijk certificeerenmits desen voor de opregte waerheijt ter instantie en ter requisitie van Johanna Evert Santegoets in huwelijk hebbende Hendrik van Lieshout, dat de requirant is een inboorlingh deser Heerlijkheijt van eerlijke ouders gebooren ende van eerlijk gedragh en onbesprooken van leven (soo veel ons bekent is) ons te kennen gevende dat zij requirante sigh metter woon naer Esch heeft begeven daer van de voorn. Johanna Everts Santegoets daar van de heeren van Magistraat werde gerequireerde acte van cautie om des noods te dienen tot ontlastinge van de armen aldaer, soo ist dat voorn. armmr. verklaerde en beloovende bij dese soo de requirante tot armoede quam te vervallen (welcke Godt verhoede) haer uijt onse arme casse te sullen onderhouden en alimenteren, beneffens onse arme inboorlinghen en armen van St. Michiels Gestel daer van zoo verre te zullen ontlasten zoo veel naer ons vermogen van de zelve ons voots alle andere alwaer de requirante zal komen te woonen ofte neder zal koomen te setten als volgens haer Hoog Mo. resolutie van den 7e september 1731 werdt gerequireert, daer voor verbindende het inkomen van alle onse arme goederen, hebbende ofte verkrijgende.
Gegeven tot St. Michiels Gesteldesen 7 meert 1700 vijfftigh ten overstaan van ….

Drie kinderen worden gedoopt in Boxtel. Er zou nog een vierde kind moeten zijn. In 1763 is Johanna getuige bij een huwelijk in St Michielsgestel.

In 1764 is Hendrik weduwnaar en wil gaan hetrouwen. Daarvoor moet eerst een inventaris worden opgemaakt [161]:

Staat en inventaris van de meubilaire en erffhaaffelijke goederen opgeregt en gedaan maaken door Hendrik van Lieshout weduwnaar van Johanna Everdt Santegoets en nu eerstdaags in ondertrouw staande opgenomen te werden met Annemie Jansse de Cort, welke naar te noemene goederen de voorn. Johanna Everdt Santegoets ter togte heeft agtergelaten aan voorseijde Hendrik van Lieshout ende het erfregt aan sijne en ahaar in eght geteelde twee kinderen mit naame Ariaantje en Johanna Hendriks van Lieshout, bestaande in het naarvolgende: 
Een kist,  Een paar slaaplakens.
Verder staat te weten dat de linne en wolle kleedinge gehoort hebbende tot den lijve van des inventarisants voorn. overleedene huijsvrouw reets zijn aangemaakt tot dragt en cleedinge van sijn voors. kinderen dienende alhier voor memorie.
Aldus gedaan en geïnventariseert ter instantie als in het hooft deeses gemelt ende heeft den selve verclaart alles te goedere trouwe te hebben opgegeeven en doen inventariseeren sonder sijnes weetens ietwes versweegen, verduijstert of agtergehouden te hebben, directelijk off indirectelijk ende heeft daar op in handen van de heer T.W. van Wendelen president loco drossardt den behoor- en gewoonlijken eed affgeleght met de woorden soo waarlijk mogt hem God Almagtigh helpen, gereserveert soo hem nog ietwes te binnen mogte koomen het welke op deesen inventaris nu nog niet is gebragt, dat hij het selve altoos op deesen inventaris sal moogen en moeten brengen en den selve daar meede suppleeren en vergrooten.
Actum Boxtel heeden den neegendefebruarij 1700 vier en sestigh, prestent de onderget. …

Hendrik blijkt de schrijfkunst niet meester en tekent met een kruisje.


10.d6   ADRIAEN  SANTEGOETS

10.d6   ADRIAEN  SANTEGOETS,   zoon van Evert Jan   09.g3

Gedoopt in St.Michielsgestel op 20 mei 1723, begraven in Esch op 13 oct 1745, doodgestoken.
Geen huwelijk bekend, maar in 1746 treden twee voogden op van de onmundige kinderen van Adriaen Santegoets.

Adriaen is geen lang leven beschoren. Op 5 october 1745 wordt hij thuis met een mes gestoken door enkele lieden uit Haren waar zijn broer Francis ruzie mee had en die hem naar huis gevolgd waren [138]:

Wij … scheepenen des dorps Esch, certificeeren bij desen dat wij ten versoeke van de heer IJsaack Verster, stadhouder van den heere Quartiet schout dese quartiers van Oosterwijck ons vervoegt hebben ten huijse van de weduwe Evert Santegoets op het Overseijndt alhier alwaar ten onsen overstaan door Stefanus van der Henst, Mr. Chirurgijn tot Oosterwijk en Boudewijn Bedijcx, meede chirurgijn tot Boxtel op den eedt bij haar in deselver functien gepresteert, gevisiteerd en verbonden sijnde, de quetsuere toegebragt aan dese offte persoon van Adriaan soone van de voornoemde weduwe Evert Santegoets aan het selve bevonden hebben dat hij was leggende in een hevige koorts en sware benautheijd, hebbende aan de rechtersijde onder de korte off valse ribbe, een open wonde off steeck over dwars ter lengte van ontrend drie vingeren breet, penetrant soodanig, dat de eene vleugel van de pulmo buijten de wonde uijt schijnt, en van welcke wonde sij voor alsnogh niet connen oordeelen doodelijck te sijn off niet, dogh egter meer pericul van sterven dan hoope van opcoomen is.
Wijders verclaren wij scheepenen boovengenoemt op den eedt in het aanvangen onser bedieningen gedaan, dat wij ter requisitie en ten huijse in de voorschreven verclaringe gemeld, gequetste hebben gevonden Adriaan Evert Santegoets, de welcke gemelde heer stadhouder gevraagd sijnde van wie, hoe en waar hij die wondebecomen hadde, den gemelde gequetste daar op antwoorde, dat hij tusschen den 3e en 4e october 1745 des ’s nachts ontrent een uur te bedde leggende is geroepen en versogt geworden op te staan door sijnen broeder Francis Santegoets (die buijten het huijs was), om hem de deur open te doen en in te laten, welcken volgende hij is opgestaan, en de deur open gedaan heeft, dat hij naauwelijcx buijten de deur gecomen sijnde gesien heeft vijff persoonen (volgens sijne meeninge inwoonders van Haaren, dogh waar hij vermits de donckerheijd niet een conde bekennen), hebbende allen het bloote mes in de hand, welcke op sijnen broeder Francis aanvielen, dat terwijle hij nog aan sijn huijs stond, een van die persoonen hem quetste sonder woord ofte weerwoord tegen denselve gehad te hebben en hem een steeck aan sijn regter sijde onder de korte ribben heeft toegebracht, sonder dat hij weet wie die persoon is off hoe denselve gekleedt was, dat hij en sijn gemelde broeder vervolgens in huijs geraackt sijnde, de voorschreven persoonen een groot gewelt aan de deur gemaackt en met hunne messen op de deur gesneeden hebben en merckende dat men hen niet wilde inlaten, kort daar op de glasen van het huijs sijn ingeslagen geworden, bereijd sijnde op dese verclaringe althoos te leeven en te sterven.

Aansluitend legt ook broer Francis een verklaring af, zie aldaar 10.d4

Adriaen heeft de steekpartij niet overleefd en werd enkele dagen hierna begraven [219]:

Een jaar later, in december 1746, treden de testamentaire voogden op over de minderjarige kinderen Adriaen Santegoets [143],

de welke veklaarden verjaerhuert te hebben seeckere aare onmundigens steede met ab- en dependenties van dien, gestaan en gelegen binnen Bocxtel vvornoempt, onder den haertgangh Lennisheuvel, soo in dier voegen als Jan van den Braeken heeft aanvaert ende ’t selve iegenwoordig nog in ’t gebruijck en cultuer is hebbende, aen Dirck van den Heuvel, alhier mede present en de huere accepterende en dat voor eenen tijt en termijn van vier agtereenvolgende jaeren en met twee jaeren ofte ten halven tijde te mogen scheijden wie van partijen gelieven sal, mits malcanderen opsegginge te doen mondelingh een maend voor kerssemis, waer voor hij huerder aan de verhuerdere q.q. heeft gelooft te betaelen eene somme van sethien gulden in voor lijff, vijff sacken rog en twintig vaeten boeckwijt, te leveren ende te betaelen alle jaeren eens en dat op behoorelijcken tijt, volgens ouder gewoonte, mitsgaeders alle jaeren vier veijmen goet leverbaer dackstrooij, welcke hueringe zijnen aanvang nemen sal als te weeten de huijsinge op pincxt avont, den hoff, groesen weijlanden te halff maert ende het alnt aan de ’t oicxt aan de bloote stoppelen, alles in den aenstaende jaeren 1747.
Ende in het affscheijden sal hij huerder allen ’t selve alsoo wederom moeten verlaeten gelijck aanvaerden sal.
Den huerder sal gehouden wesen alle jaere zijne belooffde vier veijmen dackstrooij te leveren ende die te laeten verdecken naer laets regt, waer toe de lateen, nagelen en banden sullen gelevert off aangewesen worden door de verhuerders.
Den huerder sal gehouden weesen de huijsinge behoorelijck te onderhouden in wigten en wanden, mits dat de verhuerders q.q. het vitsel en andere materiale daer toe aanwijsen, ofte leveren sullen.Den pagter en sal niet vermogen eenige driessen te scheuren off breecken, sonder consent van de verhuerders, nog niet te mogen crabben mette corte zeijse.
Den pagter sal gehouden weesen te betaelenalle ordinaire en extraordinaire lasten, uijtgenomen de veijandelijcke op de goederen slaende, sonder aen de huerpenninge te mogen corten, mits dat de verhuerderen aan den huerder sullen goet doen hagelslag en heijercragt(dat Godt verhoeden), soo en gelijck alle andere ingelanden sullen profitteren.
Voorst sal den huerder gehouden zijn te onderhouden alle wegen en straatschouwen ende dewaeterloopen en alle andere servituijten die daer toe van outs, regts als gewoonte wegen te onderhouden staan en gehoorende zijn …

.


10.d7   PETRONELLA  SANTEGOETS

10.d7   PETRONELLA  SANTEGOETS,   dochter van Evert Jan   09.g3

Gedoopt in St.Michielsgestel op 5 apr 1727, overleden in Oisterwijk op 22 aug 1794.
Gehuwd met Antonie Maas. 5 kinderen: Allegonda, in 1760 in Vugt Johanna, in 1764 in Vugt Gertrudis (Geertruij), Andries en Peter.
Huwelijk 2: op 11 mei 1783 in Oisterwijk met Hendrik z.v. Jan Pijnenburg, weduwnaar van Maria dochter van Hendrik van de Ven.

In 1783 wordt er voor Petrnella als weduwe een inventaris opgemaakt omdat zij gaat hertrouwen met Hendrik Pijnenburg [190]:

Inventaris gedaan maaken door Petronella Santegoeds, weduwe van Anthony Maas en suks ten behoeve van haar vijf kinderen genaamt Allegonda, getrouwt met Wilhelmus de Jong, Johanna, Geertruij, Andries en Peter ingevolge het egtreglement van den 18 maart 1656 en daar opgevolgde waarschouwinge van den eersten april 1708 beijde van haar Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden.

Erffelijke goederen werden in deese boedel niet gevonden. Memorie

Erfhaevelijke goederen

Twee veere bedde
twee hoofdpeluwe
twee kussens
vier tinne schootels
agt dito borden
een dito trekpoteen dito peperbus

een dito soutvat
sestien dito leepels met een leepel huijsje
twee kopere keetels
een dito beddepan
een dito lamp
een ijsere ketel

een stoel
een tong
een vuurijser
twee brose stoele
twee trille tafellakens
een kastje
twee spinnewielen

De kleederen van den overledene zijn gedeeltelijk voor de begraeveniskosten verkogt en gedeeltelijk voor de kinderen gebruikt. Memorie.
En heeft voorn. Petronella Santegoeds, weduwe van Antonij Maas ten behoeven als voor onder solemnele eede, haar door den scheepen Willem Massier mits absentie van den stadhouder gestaaft en verklaart in het formeeren van deesen haaren inventaris ter goeder trouwe te hebben gehandelt sonder haarens weetens daar van ietwas afgelaten of versweegen te hebben, so nogtans dat sij inventarisante aan haar reserveert de magt om deesen haaren inventaris ten allen tijden te mogen vermeerderen met sodanige goederen welke naderhand tot haar kennisse mogte komen.
Getuigen waaren hierover Hector Hieronymus van Fenema en Cornelis de Roij, scheepenen in Oisterwijk, heeden den zeventiende april 1700 drie en taggentig.

Petronella wordt begraven op 22 augustus 1794 in Oisterwijk [249]:


10.e1   JENNEMARIE  SANTEGOETS

10.e1   JENNEMARIE  SANTEGOETS,   dochter van Martien Jan   09.g4

Gedoopt in Boxtel op 24 mrt 1711 ,  overleden  rond 1777.
Gehuwd in Boxtel op 25 mei 1749 met Dirk van Boxtel. 3 kinderen.

Jennemarie wordt genoemd als dochter bij twee aktes die betrekking hebben op het hertrouwen in 1723 van haar vader nadat die weduwnaar is geworden [50, 51}, Deze aktes zijn weergegeven bij haar vader 09.g4 Zijn tweede vrouw overlijdt echter spoedig en als vader Martien ziek wordt maakt hij een testament waarin hij alles nalaat aan Jennemarie. [63]

Na het huwelijk in 1749 volgen er in Boxtel drie kinderen in 1750 (Martinus), 1752 (Adrianus) en 1755 (Anna Maria).

Eind 1767 verkoopt Dirk in Limpde [165] een perceel teulland, groot omtrent 2 loopense … onderden hertgang van Casteren geleegen, genaamt de Langen akker …

In 1778 is Jennemarie overleden want dan stelt Dirk, weduwnaar van wijlen Jennemie Martien Santegoets als voogden over zijne minderjaarige dogter Annemie Dirk van Boxtel … [186]


10.f1   JENNEKE  SANTEGOETS

10.f1   JENNEKE  SANTEGOETS,   dochter van Tholof Lambert   09.d4

Gedoopt in Best op 10 dec 1721 ,  overleden voor 1774.
Gehuwd met Aart zoon van Goort van Heerbeeck.

Geen verdere gegevens bekend.


10.f2   ANNEKE  SANTEGOETS

10.f2   ANNEKE  SANTEGOETS,   dochter van Tholof Lambert   09.d4

Gedoopt in Best op 16 feb 1725, overleden na 1774.
Gehuwd met Hendrik van Nunen.
Kinderen: tenminste zoon Tholof is bekend.

In 1746 komt Anneke voor in het testament van oom Niclaes Lambert Santegoets (09.d6) [141] :

Comende daer mede tot dispositie van haere tydelycke goederen, so verclaerden de testateuren voor eerst te maken en te bespreken aen Anneken dogtere Tholof Santegoets ’t huijs, hof en aengelagh, groot ontrent drie loopen, gestaen en gelegen onder den hertganck van Naestenbest, met alle meubelen die in het huijs bevonden sullen worden, met haef en schaer.
Item maken en bespreken de testateuren aan deselve Anneken dogtere Tholof Santegoets een parceel weij en houtland, genoemt Metsers Elsdonck, groot ontrent agt loopen, gelegen ander den hertganck van Straeten, na de doot van de testateuren te aenvaerden, mits uijt het huijs, hof en aengelaegh te vergelden jaerlijcx den intrest van een capitael van hondert gulden, en een hondert gulden eens aen de erfgenaemen vanden testateur hier onder genoemt, en uijt het laetste parceel binnen den tydt van tien eerstcomende jaeren na de doot van den langstlevende vijftig gulden, te weeten vijfentwintigh gulden aen den huijsarmen en vijfentwintigh gulden aen lieuse diensten, welcke deselve aen haer syn vertrauwende,
En soo onverhooptelyck mogten comen te gebeuren dat de voornoemde Anneken voor de langstlevende mogt coomen te overlijden, soo begeren de testateuren dat de voorschreven goederen sullen gaen en keeren aen de syde van de erfgenaemen vanden testateur en testatrice, soo als hier na staat.

Tenslotte volgt in 1774 een akte waarin Tholof Hendrix van Nunen, zoon Anneke Santegoets wordt genoemd [178].


10.f3   MARIA  SANTEGOETS

10.f3   MARIA  SANTEGOETS,   dochter van Tholof Lambert   09.d4

Gedoopt in Best op 4 okt 1726, begraven op 29 nov 1784 in Best.
Gehuwd in Oirschot/Best op 8 juli 1753 met Leendert Peters van de Loy [252].

In 1774 komt Maria voor als vrouw van Leendert van Loij [176].
Tien jaar later staat zij als weduwe vermeld in het begraafboek van Best[251]:

Geen verdere gegevens bekend.


10.h1   DIRK  SANTEGOETS

10.h1   DIRK  SANTEGOETS,   zoon van Adriaen Dirck   09.k2

Gedoopt in Boxtel op 5 mei 1726 ,  overleden aldaar op 18 mei 1786.
Gehuwd in Boxtel op 7 juni 1750 met Antonetta dochter van Jan van Rooij,
overleden 30 juli 1789.
Kinderen :
11.f1   Jenneke,  gedoopt in Boxtel op 23 mei 1751.
11.f2   Adriaen,  gedoopt in Boxtel op 1 nov 1752.
11.f3   Hendrien,  gedoopt in Boxtel op 28 juni 1754.
11.f4   Jan,  gedoopt in Boxtel op 28 juni 1756.
11.f5   Wilhelm,  gedoopt in Boxtel op 18 aug 1758 .
11.f6   Petronella,  gedoopt in Boxtel op 30 sep 1760.

In het verpondigsregister van Boxtel komt Dirk voor onder Lennisheuvel [107].

In 1750 trouwt hij met Antonet van Rooij en de jaren daarop worden er kinderen geboren.

In 1754 deelt hij met zus Marie [153]

Compareerde voor de ondergetekende heere drossaert en schepenen deser baronnije van Boxtel, Dirk Santegoets en Jan Antonie Verhoeven, in huwelik hebbende Marie Santegoets bijde inwoonderen alhier, de welke verklaarde onder hun te hebben gemaakt eene minnelijke scheijding en deijling van alle vaste goederen als hun waaren aangekomen van hunne ouders off vrouwe ouders met namen Adriaan Dirk Santegoets en Hendrien Goijerts van den Bosch inleven egtelieden, sijnde aan een iegelijk van hun ten delen gevallen en bestaande in als volgt.

1e Loth
Eerstelijk een huijs, hoff en land bij ’t huijs, groot ruijm 2 lopense off soo groot als alhier onder den hertgang van Lennisheuvel gelegen is, …
Item een perceel teullandt gen^t den Hogen Akker en Dries, halff groot ontrent 3 lop.off soo groot als ter plaatse vrroschr. gelegen is … met den last van hier uijt boven en behalve de ’s lands en dorps lasten aan het gasthuijs tot ’s Bosch als mede de helft in eene chijns van vijff stuijvers en tien penninge aan sijne hoogh. den heere Prince de Hornes.
Item een perceel groes gen^t Dries aan het Capel, groot ontrent 3 lop. off soo groot als ter plaatse voorschr. gelegen is …
Item een perceel teulland en groes gen^t Land en Hooij op de Starte, groot ruijm agt en een half flop. off soo groot als ter plaatse voorschr. gelegen is … met den last om boven en behalve de ’s lands en dorps lasten jaarlijks hier uijt te blijven vergelden twe stuijvers chijns aan sijne hoogh. den heere Prince de Hornes.
Item een perceel teulland, gen^t Land op de Ladonq, groot 1½ lop. off soo groot als terplaatse voorschr. gelegen is …
Item een perceel dito gen^t het Steupken, groot 40 roe off soogroot als ter plaatse voors. gelegen is  … met den last om boven en behalve de ’s lands en dorps lasten jaarlijks hier uijt te blijven vergelden aan den Armen van Boxtel een vat rog en veertien stuijvers pagt.
Item een perceel teulland en groes gen^t Hooij en Coevert, groot ruijm 2 lop. off soo groot als ter plaatse voors, gelegen is … met den last om boven en behalve de ’s lands en dorps lasten jaarlijks hier uijt te blijven vergelden de helft in eenen chijnsvan een stuijver en veertien penninge aan sijne hoogh. den heere Prince de Hornes.
Item een perceel teulland gen^t de Quaat Coop, groot 36 roede off soo groot als ter plaatse voors. gelegen is …
Item een perceel teulland gen^t Lant bij Adams Huijsgroot 1 L. 8 R off soo groot als ter plaatse voors. gelegen is … met den last om boven en behalve de ’s lands en dorps lasten jaarlijks hier uijt te blijven vergelden twee stuivers en twaalff penninge chijns aan sijne hoogh. den heere Prince de Hornes.
En laatstelijk de helft van een parceel groes en hout gen^t Weij aan de Korte Steeg groot voor dese helft 3½ lop. off soo groot als ter plaatse voors. gelegen is …
Sijnde dit eerste loth ten delen gevallen aan Dirks Santegoets onder mits dat hij aan den condivident van het twede loth sal moeten uijtkeren een somma van vijffhondert gulden eens en soo veel minder als bereeds daar op betaalt off gegeven is.

———-2e Loth etc———- (zie bij zus Maria)

Op alle welke voors. goederen etc. als fol. 206e etc sullende elk sijne goederen hun bij loten ten delen gevallen aanvaarden bij het passeren deser en sulen alle lasten, pagten off chijnsen uijt den gelijken boedel werden betaalt tot die dewelke met den jaargedinge van St. Servaas 1754 ten vollen verschenen sijn, blijvende vervolgens de als dan nog lopende ende met dien tijt ingaande voor rekening en ten lasten vandie geene uijt welkers perceelen deselve sijn gaande.
Ende verklaarde sij camparanten alle de percelen in desen gemeld vrij en alodiaal te sijn. Aldus gedaan en gepassert binnen dese Baronnije van Boxtel hede den negentiende april 1700 vier en vijfftig, presnt de onderget.

Tien jaar later, in 1764 komt Dirk in het nieuws omdat hij een wolf heeft geschoten [162]:

Compareerde voor de onderget. loco drossard en scheepenen deser Baronnije van Boxtel, Dirk Santegoets en Willem Dirk Baaijens, beijde inwoonderen alhier, dewelke aen ons vertoonde een doode wolf omtrent soo voorkomt een jaar out te zijn, zijnde een reu, de welke sij comparanten verclaarde ter geleegenheijd op de wolve jacht sijnde, op gisteren zijnde geweest zondagh den 30e september 1764 des namiddagsomtrent halff vijff uur en door den eerste comparant Dirk Santegoets te zijn geschooten op de Kempense Heijde omtrent de Nieuwe Brugh onder den hertgang van de Roond alhier.
In kennisse der waarheid hebben sij comparanten in handen van Salomon Bell scheepen loco drossard den behoor en gewoonlijken eed afgelegt met de woorden soo waarlijk mogt hun God Almagtig helpen.Actum Boxtel heeden den eersten october 1700 vier en sestigh, present en ondergetek.

Het wordt dan eind 1771 als in den Bosch een akte wordt geregistreerd [171]:

Dirk Santegoets wonagtig te Boxtel, man en momboir van Antonette Johannes van Roij, twee perceelen teullands aan elkander in zijne houtwassen groot omtrent drie lopens ofte zoo groot en klijn het zelve gelegen is onder de heerlijkheid van Berlicumter plaatse gen^t het Heijr End …  aangekomen mits doode en aflijvigheid van haare ouders en voorts bij deijlinge van derselver boedel in date coram Scab. de Boxtel den vijffden deezer maand …
Coop: 462  40e penn. 11 : 11

Begin 1772 idem dito [172]:

Dirk Santegoets man en momboir van Antonet van Rooij wonagtig te Boxtel, een perceelen teullands en groes gen^t het Wout, groot omtrent drie loopens ofte zoo groot en klijn het zelve geleegen is ten Dungen, Vrijdomme deezer stad omtrent de Sprorkestraat … hem nom. ux.  (= nomine uxoris, namens zijn vrouw) aangekomen mits doode en aflijvigheid van de voorn. vrouwen ouders en voorts bij deijlinge van derselver boedel den vijfden december 1700 eenenzeventig voor scheepenen van Boxtel aangegaan ende gemaakt … Datum den tweeden januarij 1700 twe en seeventig. (ht. Dirck Santegoets)

Eveneens in den Bosch, maar dan in 1776 [181] :

Dirk Santegoets wonagtig te Boxtel, promisit super se omnia et habenda de heer Dompzelaar secretaris te Sit Michiels gestel een capitale somme van vijf hondert caroli guldens van twintig stv, het stuk van heeden dato deezes over een jaar te voldoen ende te betaalen en met den interest van dien tegensdrie en een half van het hondert te leeveren ten zijnen woonhuijse, vrij van alle lasten, egeene uitgeschijden zonder alngeren ofte eenig teegenzeggen in regte ofte daar buijten, overmits de opregte deugdelijkheid der schult was spruitende van goede en welgetelde penn. bij hem geloovere uit handen van voorn. heere Dompzelaar tot zijn gerief en contentement ontfangen en genoten ut dicib. en off het gebeurde dat die somme ten voors. dage niet wierde betaalt maar langer bleeve staan, zoo geloofde de zelve al nog op verbant als voor tot de volle effectueele voldoening en aflossinge toe, dog incas van repetitie of restitutie zal men wederzijts gehouden zijn zulx elkander drie maanden van te vooren te verkondigen. Testes ut infra, datum den vijfde november 1700 ses en seeventig. (ht. Dirck Santegoets).

Dirk jaagt kennelijk graag op wolven want in 1777 is het weer raak [185]:

Compareerde voor de onderget. loco drossard en scheepenen deser Baronnije van Boxtel, Dirk Santegoets inwoonder alhier, dewelke aen ons vertoonde een doode wolf zoo voorkomt een jaar te weese en zijnde een reu, de welke denj comparanten verclaarde op gisteren zijnde geweest woensdag den agsten deezer maand october, ter geleegenheijd van op de wolve jaght zijnde, des voormiddags niet beters weetende dan tussen de klokken tien en elf uuren alhier in de Comse Kamp gelegen onder den hertgang van de Roond geschoten te hebben.
Ter coorboratie van deese zijne comparanten verclaaringe heeft den selven ’t met heijlige eede bevestight in handen van den president scheepen Joh. van den Kammen zeggende de woorden ”zoo waarlijk helpe mij God Almagtigh”.
Aldus gedaan ende gepasseert binnen de Baronnije van Boxtel heeden den neegende october 1700 seeven en seeventigh … (ht. Dirck Santegoes).

In 1783 en 1785 treedt Dirk nog op als peter van twee kleinkinderen en dat is het laatste wat we horen voor zijn begrafenis in 1786 [220]:

Hij is dan 60 jaar oud. Zijn vrouw overlijdt 3 jaar later.

Bij een inventarisatie in 1792 wordt nog gewag gemaakt van de lening van Dirk van 500 gld in 1776 [194], nu ten laste van Jan Willem van der Meijden.


10.h2   MARIA  SANTEGOETS

10.h2   MARIA  SANTEGOETS,   dochter van Adriaen Dirck   09.k2

Gedoopt in Boxtel op 26 mei 1728 , overleden na 1794.
Gehuwd in Boxtel op 1 feb. 1750 met Jan zoon van Anthony Verhoeven. 11 kinderen.

Marie komt samen met broer Dirk voor in het Verpondingsregister van Boxtel onder Lennisheuvel [107]. In 1750 trouwt zij en vervolgens worden er veel kinderen geboren.

In 1754 deelt zij het nalatenschap van haar ouders met broer Dirk [153]:

2e Loth
Eerstelijk een perceel teulland den^t Cranenbogt, groot 1½ lop. off soo groot als alhier onder den hertgang van Lennisheuvel gelegen is …
Item de helft van een perceel groes en hout gen^t Weij aan de Korte Steeg groot voor deze helft 3½ lop.off soo groot als ter plaatse voors. gelegen is …
En laatstelijk soos al condivident van het eerste loth aan condivident van het tweede loth moete geven eene somma van vijff hondert guldens eens onder corting nogtans van sodanige penninge als daar reeds op genoten heeft.
Sijnde dit tweede loth ten delen gevallen aan Jan Antonie Verhoeven, in huwelijk hebbende Marie Santegoets.

Zie begin en eind van deze akte bij broer Dirk hierboven.

Op 25 juni 1794 wordt  ene Jan Anthonij  Verhoeven begraven in Boxtel die vrouw en kinderen nalaat. Dat zou “onze” Jan Verhoeven kunnen zijn. Als dat klopt, leeft Marie op dat moment nog.


10.j01   ADRIAEN  SANTEGOETS

10.j01   ADRIAEN  SANTEGOETS,  zoon van Aert Jan   09.m2

Gedoopt in Boxtel op 6 jan 1728 ,  overleden op 13 dec 1753 in Boxtel (opgehangen).
Gehuwd in Boxtel op 30 nov 1749 met Adriana van de Mosselaer. Zij hertouwt op 21 nov 1756 in Boxtel met Peter de Cort.
Kinderen :
11.g1   Hubert,  gedoopt in Boxtel op 17 sept 1750, overleden aldaar op 1 okt 1750.
11.g2   Wilhelma,  gedoopt in Boxtel op 28 feb 1752.
11.g3   Hubert,  gedoopt in Boxtel op 11 mrt 1754. Geen verdere gegevens bekend

Deze Adriaen Santegoets is de enige Santegoets die tot de strop is veroordeeld en daadwerkelijk is opgehangen. Deze hele geschiedenis is als apart verhaal weergegeven in

Een Santegoets aan de galg

Adriaantie van de Mosselaar hertrouwt in 1756 en daarvoor moet eerst een inventaris worden opgesteld vanwege dochter Wilhelma [157]:

Inventaris van alle sodanige meubilaire en erffhaaffelijke goederen opgeregt en gedaan maken door Ariaantie van de Mosselaar weduwe Adriaan Santegoets, en nu so sij verklaarde van intentie zijnde sig ten huwelijk te begeven met Peter de Cor, welke naar te noemene goederen sij requirante ter togte is besittende ende waar van het erffregt competeer aan haare eene kind in bovengenoemde huwelijk verwekt met naame Mijntie Santegoets, bestaande in het naarvolgende.
Een blokje, een bed met cast gevuld met een hoofdkusse, een paar bed lakens, een linne deken, vier tinne lepels, vier ijsere forchette, een tafel, twee stoelen een tinne soutvat.
Aldus gedaan en geïnventariseert ter instantie etc. etc. als fol. 20 uitgenome ende heeft daar op in handen van F.W. van Wendelen pret.loco drossart den behoor- en gewoonlijken eed afgelegt met de woorden soo waarlijk mogt God Almagtig helpen gereserveert etc. etc als fol 20.
Actum Boxtel den sesden nobemb. 1700 ses en vijfftig, present de onderget.

Adriaantje tekent met een kruisje. Ze kan dus ook niet schrijven net als haar man Adriaan.


10.j02   JENNEMIE  SANTEGOETS

10.j02   JENNEMIE  SANTEGOETS,   dochter van Aert Jan   09.m2

Gedoopt in Boxtel op 24 juli 1730.

Van Johanna Maria is alleen haar optreden als meter bekend in de jaren 1752, 1761, 1763, 1777, en 1791.


10.j03   ADRIANA  SANTEGOETS

10.j03   ADRIANA  SANTEGOETS,   dochter van Aert Jan   09.m2

Gedoopt in Boxtel op 5 okt 1732.

driana treedt in 1764, 1775 en 1781als meter, meer is van haar niet bekend.


10.j05   HUBERT  SANTEGOETS

10.j05   HUBERT  SANTEGOETS,   zoon van Aert Jan   09.m2

Gedoopt in Boxtel op 4 dec 1738 ,  overleden aldaar op 8 okt 1783.
Gehuwd in Boxtel op 2 mei 1762 met Maria dochter van Jan Schellekens.  
Zij overleed 27 juni 1801.
Kinderen :
11.h1   Willem,  gedoopt in Boxtel op 25 mrt 1763. Geen verdere gegevens bekend.
11.h2   Peter,  gedoopt in Boxtel op 25 mrt 1763.
11.h3   Huberta,  gedoopt in Boxtel op 20 dec 1764. Geen verdere gegevens bekend.
11.h4   Willem,  gedoopt in Boxtel op 7 dec 1766.
11.h5  Jan, gedoopt in Boxtel op 6 jan 1769.

Hubertus trouwt en krijgt kinderen en in 1766 komen we hem tegen als notarisgetuige in Boxtel [164] . In 1777 verkoopt hij met anderen [183]

een hoeve land bestaande in een huijsinge, erve, hof, schuur, teul en wijlanden met sijn verdere ap- en dependentie van dien, gestaan en geleegen binnen Vugt in St. Pietersparochie ter plaatse genaamt de Vugtse hoeven groot in het geheel drie en veertig loopense ofte zoo groot en klijn als deselve ter plaatse voors. gelegen is en tegenwoordig in huure gebruikt wordt bij Johannes van de wiel, miitsgaders al nog een huijsje, hof, groes en teulland, te samen in het geheel groot agt loopense en vier en dartig roeden … gelegen alhier tot Vugt in den haartgang genaamt de Hoeven naest voors. groote hoeve …  de transportanten aangekomen bij doode en aflijvigheid van Jan Willems van Giersbergen

De koopsom bedraagt 2340 – 0 – 0 , de 40e penning 58 – 10 – 0 .

Een paar jaar later is Huijbertus nogmaals notarisgetuige [187] en op 3 oktober 1783 wordt hij begraven [247]:

Zijn vrouw leeft nog geruime tijd en wordt pas in 1801 begraven.


10.j06   JAN  SANTEGOETS

10.j06   JAN  SANTEGOETS,   zoon van Aert Jan   09.m2

Gedoopt in Boxtel op 3 mrt 1741 ,  overleden in Liemde op 6 jan 1816.
Gehuwd in Boxtel op 20 nov 1768 met Johanna dochter van Adriaen van Thuijl.
Kinderen :
11.j1   Hubertus,  gedoopt in Boxtel op 16 nov 1769.
11.j2   Martinus,  gedoopt in Boxtel op 8 apr 1772.
11.j3   dood geboren kindje op 1 okt 1774.
11.j4   Maria Catharina,  gedoopt in Boxtel op 25 nov 1775. Overleden voor 1786.
11.j5   Petronilla,  gedoopt in Boxtel op 7 okt 1778.
11.j7   Arnoldus,  gedoopt in Boxtel op 16 mrt 1781.

Jan wordt als peetvader genoemd in 1764 van een dochter van zijn broer Huijbertus. Als Jan in  1768 trouwt, wordt er in Liempde een akte opgesteld zodat zij niet ten laste van Boxtel zal komen [167]:

Alzoo Johanna Adriaan van Thuijl was tot Boxtel in ondertrouw opgenomen met Jan Aert Santegoets, is geboortig binnen deese Heerelijkheijt Liempde en voorneemens zijnde binnen de Baronnije van Boxtel sig met’er woon ter needer te setten, is door heeren wethouder aldaar werd gerequireert acte van cautie dat voors. Johanna Adriaan van Thuijl niet en sal coomen tot laste van de Arme Casse van Boxtel voors.
Zoo is ’t dat wij scheepenen der Heerelijkheijt Liempde, vermits gemelde Johanna Adriaan van Thuijl alhier altoos heeft gestaan te goedr naam en faam zoo verre ons bekent is,  aen haer dese ontlastbrief niet hebben kunne of wille weijgeren, verclaerende derhalve wanneer voorn. Johanna Adriaan van Thuijl tot armoede mogte coomen te graeken –dat God verhoede- te caveeren en inne te staen voor de last of schaade die de Arme Casse van Boxtel ofte alle andere Arme Cassen waar zij sig hier nae met’er woon zoude coomen te needer te setten soude cunne overcoomen, zoodaenigh dat wij haer Johanna Adriaan van Thuijl alleenelijk voor haer privee uijt onsse Arme Casse zullen onderhouden en doen alimenteren zoo verre de selve strekken kan en alle andere Arme Casse daer van te sullen ontlasten en bestrijden waervoor wij scheepenen zijn verbinden de alle de revenuen van onsse Arme Cassepresent en toecomende.
Aldus gegeeven binnen dese Heerelijkheijt Liempde heeden den tiende november 1700 agt en sestigh …

In 1775 wordt Jan aangesteld als voogd over Annemie Gerrit Hoevenaars, dochter van Helena Jan Santegoets [179] en

Gerrit Hoevenaars inwoonder alhier, mij notaris en getuijgen bekent, in eerste huwelijk gehad hebbende Annemie Peeters van Rund, dan naaderhan weeder hertouwten nu laast weduwenaar van Helena Jan Santegoets, welke comparant verclaarde naar zijn overlijden te stellen tot voogden over zijne minderjarige dogter Annemie Gerrit Hoevenaars in zijn comparants tweede huwelijk geprocreert bij wijlen voorn. Helena Jan Santegoets, de persoonen Jan Coppen en Jan Aart Santegoets, beijde inwoonderen alhier …

Een jaar later huurt [180]

Jan Aart Santegoets meede woonagtig alhier, seekere steede Landsschot … ende sulx zoo groot en cleijn alhhier onder Onrooij gestaan en geleegen is en bestaande in huijs, stal en schop, thans bewoont en gebruijkt werdende bij Arnoldus van de Ven en hem Jan Aart Santegoets derde comparanten, huurder in deesen alle het selve –zoo hij verclaarde- ’t eenemaal bekent. Dan is hieronder niet begreepen het heijvelt onder St. Oedenroode.
Deese huur en verhuuringe geschied voor den tijd en termijn van ses eerstcomende en agtereenvolgende jaaren, met drie van de voors. ses jaaren nogtans te kunnen en moogen scheijden wie van partijen gelieven zal.
Zullende deese huure aanvang neemen te weeten den hoff en groes te halft maart, de huijsinge, stal en schop te pinxteren en de teullanden op ooigst aan de bloote stoppelen, alle in deesen jaare 1700 ses en seeventig en dus weeder alsoo moeten verlaaten in den jaare 1700 twee en tagtig en in cas van opsegginge in den jaare 1700 neegen en seeventig.
Voor allen het welke hij huurder jaarlijx aan hun verhuurderen ofte der selve regt verkrijgende heeft gelooft te bataalen te weeten tot voorlijff in gelde de somme van tien gulden en daar en bovenvoor leverantie in graanen een mud rog en een mudde boekweijt, zullende de eertse betaalinge van ’t voorlijff moeten geschieden op pinxteren in den aanstaande jaare 1700 seeven en seeventigh. Eersteleverantie van den boekweijt op dorsenstijd meede in den jaar 1700 seeven en seeventig en den rogge op ligtmis 1700 aght en seeventigh en soo vervolgens alle jaar deese huure geduurende op de hier voor gestipuleerde tijden daar inne promptenlijk te moeten continueeren.
Den huurde zal jaarlijx op de huijsinge moeten overleggen twee vimmen goet welgesuijvert dackstrooij en ook gehouden zijn aan den dekker de cost en drank te geeven, dan waar en teegen hij huurder zal profiteeren en genieten den afval, zullende de gerden en banden door den huurder mmoeten worden gehaalt daar hem zulx door de verhuurderen zal werden aangeweesen. Blijvende ook de leverantie van latten en naagelen tot lasten en voor reekening van de verhuurderen soo ejgen als q.q.
Den huurder zal gehouden en verplicht zijn alle wigten en wanden in vitten en leemen te onderhouden gog het vitsel zal hem door de verhuurderen aangeweesen worden waar hij het zelve zal haalen.
Denhuurder zal jaarlijx van deese goederen moeten betaalen alle ’s lands en dorpslasten soo verponding, konings beede als reëele borgemeesterslasten welke reets daar van geheeven off geduurende deese huur en verhuursjaaren daar van geheeven zoude mooge en moeten werden en daar en boven ook gehouden zijn alle schouwen en gebuurlijke regten te moeten onderhouden.
Eijndelijk is geconditioneert dat alle het fruijt in den hoff off boomgaart wasschende weedersijds halff en halff zal genooten en geprofiteert werden.
Tot naarkominge van de respectieve huur en verhuursjaaren mitsgaders de verdere conventien verbinden zij comparanten ieder inde zijne hunne respectieve persoonen en alle hunne goederen hebbende en verkrijgende.
Aldus gedaan ende gepasseert binnen deese Baronnije van Boxtel heeden den sesentwintigsten februarij 1700 sesen seeventigh ter presentie en overstaan van …

Jan is de schrijfkunst dus niet meester.

In 1786 wil Jan naar Liempde verhuizen en nu moet hij in Boxtel een ontlastbrief op laten stellen [193]:

Alzoo Johannes Arnoldus Santegoets is gebooren binnen deeze Baronnie van Boxtel en sich metterwoon begeeven hebbende binnen de Heerelijkheid Liempde, is zulx door heeren wethouderen aldaar werd gerquireert acte van cautie soo voor hem als voor zijne alhier bij Johanna van Thuijl geboortig van Liempde voorn. in echt geteelde vier kinderen met naame Hubertus, oud eeven over seventien jaare,. Martinus ruijm veertien en een half jaar,, Petronella oud ruijm agt jaaren en Arnoldus oud ruijm sesthalf jaar, dat de selve niet en zullen koomen tot laste van de Arma Casse van liempde voors.
Soo is ’t dat wij scheepenen der Baronnie van Boxtel voorn.,, vermits gen. Johannes Arnoldus Santegoets alhier altoos heeft gestaan ter goeder naam en faam -in soo verre ons kennelijk is- en uijt hoofde de inboorlingschap van sijne voorn. vier kinderen, dese ontlastbrief aan hun niet hebben kunnen of willen weijgeren, verclaarende derhalve wanneer zijlieden tot armoede  mochten koomen te geraaken (dat God verhoede) ze zullen caveeren en instaan voor de last of schaade die de Arma Casse van Liempt ofte alle andere Arme Cassen alwaar zij lieden sig hiernaar, het zij te saamen ofte ieder afzonderlijk metterwoon mochten koomen ter needer te setten, soude kunnen overcoomen, soodanig dat wij hem Johannes Arnoldus Santegoets neevens zijne voorn. alhier in echt geteelde vier kinderen alleenelijkvoor hunne respective prive persoonenuijt onsse Arme Casse zullen onderhouden en doen alimenteeren, zoo verre de selve eenigsints strekken kan en alle andere Arme Cassen daar van te zullen ontlasten en bevrijden.
Waertoe wij scheepenen zijn verbindende alle de revenuen en incomsten van onse Arma Casse present en toecomende.
Actum Boxtel heeden den agtentwintigsten november 1700 ses en taggentigh …

In 1798 wordt er uit de inboedel van zijn schoonouders een en ander verkocht in Liempde in de haartgang de Coestraat:

  • een perceel houtveld [196]
  • een teulhuijs, hof en land, item een perceel teulland, laastelijk een perceel heijveld [197]
  • een perceel teulland [198]
  • een perceel hoij en hout [199]

Jan tekent al deze contracten met een kruisje.

Bij zijn overlijden in 1816 is inmiddels de Burgerlijke Stand in gevoerd en is zijn overlijdensakte beschikbaar [248]:


10.j07   ANNA  SANTEGOETS

10.j07   ANNA  SANTEGOETS,   dochter van Aert Jan   09.m2

Gedoopt in Boxtel op 28 mrt 1743 , overleden na 1795.

Behalve de doop is er alleen een vermelding van ene Anna als doopheffer in 1795


INDEX voetnoten

Nr.DatumPlaatsVindplaats c.q. Link
11707-08-13Boxtel392-138-119
21707-11-04OirschotNTI-15219-143-
31709-02-02Boxtel1054-427-095r
41709-08-03Boxtel1054-427-078r
51710-11-16OirschotNTI-15219-175- 
61711-01-21Boxtel1054-429-094
71711-02-11Boxtel392-139-020
81711-03-21Boxtel1054-429-077
91711-03-21Boxtel1054-429-078
101711-03-22Boxtel1054-429-073 
111711-07-15Boxtel1054-429-041r
121711-11-04Michielsgestel5121-79-134
131711-12-08Boxtel1054-429-015
141712-03-03Michielsgestel5121-79-137
151712-07-21Boxtel1054-430-037
161713-02-07Boxtel1054-431-085
171713-08-22Boxtel392-114-123l
181714-11-03Den Dungen5115-14-241
191715-02-24OirschotNTI-15219-180- 
201715-05-01Boxtel1054-433-091
211715-05-06Boxtel1706-775
221715-05-27Boxtel1054-433-089
231715-07-26Den Dungen5115-15-095
241715-11-23Boxtel1054-433-081
251715-12-02Boxtel1054-433-085
261716-04-29Boxtel1054-437-012
271716-04-30Boxtel1054-437-018
281716-12-30Boxtel1054-435-076
291717-02-18Boxtel1054-435-043
301717-03-09Boxtel392-114-210l
311717-04-30Boxtel1054-437-004
321717-09-04Boxtel1054-435-009
331717-11-06Schijndel5113-5-046
341718-05-27Den Dungen5115-16-114
351718-10-16Schijndel5113-5-066
361719-00-00Boxtel1054-437-334
371719-02-01Boxtel1054-437-258
381719-08-24Boxtel1054-437-344
391719-09-29Den Dungen5115-16-406
401719-11-22Boxtel7636-135-463
411719-11-27Boxtel1054-437-245
421719-11-29Boxtel1054-437-320
431720-02-27Boxtel1054-438-007
441720-05-18Boxtel1054-438-021
441721-05-06Michielsgestel5121-082-212
451722-06-13Boxtel1054-440-024
461723-02-08Boxtel1054-441-045
471723-02-08Boxtel1054-441-050
481723-07-06OirschotNTI-15219-188- 
491723-08-23Boxtel392-3-012
501723-09-01Boxtel1054-441-021
511723-09-01Boxtel392-140-315
521723-09-01Boxtel392-140-315
531723-09-04Boxtel392-115-125r
541724-03-07Boxtel392-115-139l
551724-07-25Esch5118-030-494
561724-11-07Hertogenbosch1727-218r
571724-11-07Hertogenbosch1727-437
581724-11-13Boxtel392-115-155r
591724-11-13Boxtel392-115-156r
601724-11-16Boxtel392-115-157l
611725-01-06Boxtel1054-483-013
621725-01-06Boxtel1054-483-015
631725-09-22Boxtel1054-483-011
641726-03-28Boxtel1054-454-001
651726-03-28Boxtel1054-484-063
661726-04-09Boxtel1054-484-061
671726-04-17Boxtel1054-484-067
681726-05-23Boxtel392-163-1-089
691726-05-31Boxtel392-163-1-141
701726-06-16Boxtel1728-129
711726-06-19Boxtel392-163-1-113
721726-06-19Boxtel392-163-1-123
731726-06-19Boxtel392-163-1-135
741726-06-27Boxtel392-163-2-002
751726-07-03Liempde392-163-1-113
771726-07-04Liempde392-163-1-123
781726-07-24Boxtel392-141-107
791726-07-24Boxtel392-141-117
801726-07-24Boxtel392-141-119
811726-07-30Boxtel1717-423
821726-08-03Boxtel1054-484-069
831726-08-05Boxtel392-115-197l/200r
841726-08-05Boxtel392-115-199r
851726-08-05Boxtel392-115-200r
861726-08-05Liempde482-262-060
871726-09-09Oisterwijk???
881726-09-16Boxtel392-141-122
891726-09-16Boxtel482-420-002
901726-09-19Boxtel392-115-202l
911726-09-19Boxtel392-115-202r
921726-10-28Boxtel1054-484-029
931726-10-30Boxtel392-115-207r
941726-10-30Boxtel392-115-208l/209
951726-11-11Boxtel1054-484-055
961726-09-09Boxtel392-141-154
971727-10-21Boxtel392-141-176
981728-01-10Boxtel1054-486-005
991728-03-21Boxtel1054-486-001
1001728-06-01Boxtel392-115-256r
1011728-08-05Esch5118-31-070
1021728-08-07Den Dungen5115-21-053
1031728-10-18Boxtel392-115-261r
1041728-12-00Boxtel, Esch1729-583
105.11728-12-10Den Dungen5115-21-107
105.21728-12-10Den Dungen5115-21-108
105.31728-12-10Den Dungen5115-21-109
105.41728-12-17Den Dungen5115-21-115
1061728-12-11Den Dungen5115-16-114
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-15
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-15
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-15
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-15
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3, 4
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3, 4
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3, 4
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3, 4
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3, 4
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3, 4, 5
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3, 5
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-3, 5, 6
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-4
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-4
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-4, 5
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-4, 5
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-4, 5
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-4, 5
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-5
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-5, 6
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-6
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-9
1071729- e.v.BoxtelVerp- f-9
1081729-01-03Den Dungen5115-21-127
1091729-02-03Den Dungen5115-21-139r
1101729-05-14Boxtel392-115-279l
1111729-06-01Boxtel392-141-256
1121730-01-26Michielsgestel5121-85-247
1131730-02-13Boxtel1054-488-044
1141730-03-03Boxtel392-115-297l
1151731-02-02Boxtel1054-489-021
1161731-11-08Liempde482-212-024
1171732-02-01Boxtel392-115-338r
1181732-12-08Schijndel5122-275-186
1191733-01-03Esch5118-31-174
1201733-01-09Esch5118-31-178
1211734-06-16Boxtel1054-492-073
1221734-12-21Esch-Boxtel5118-31-222 
1231735-03-10Boxtel1054-493-040
1241735-03-12Boxtel1054-493-059
1251736-04-30Boxtel1054-494-xxx
1261736-08-19Boxtel1054-494-045
1271739-03-11Boxtel1734-532
1281739-03-11Liempde1734-534
1291739-09-01Liempde1734-713
1301739-09-23Boxtel1054-497-005
1311742-00-00HertogenboschNT000102811
1321743-01-03Boxtel1054-501-001
1331743-02-01Boxtel1054-501-036
1341744-02-01Boxtel1054-502-007
1351744-02-25Boxtel1054-502-044
1361744-05-23Michielsgestel5121-91-106
1371745-10-05Esch5118-38-089
1381745-10-05Esch19_466-0283_0003
1391750-03-20Hertogenbosch1734-713
1401746-02-02Boxtel1054-504-017
1411746-03-20Oirschot10217 R-284 f-127v
1421746-04-07Liempde482-263-397
1431746-12-13Boxtel1054-504-032
1441747-10-16Boxtel392-145-046
1451748-07-03Esch5118-38-111
1461749-01-00Oirschot10217-R-354 index
1471749-01-08Liempde482-263-459
1481749-11-07Boxtel392-145-251
1491750-03-07Michielsgestel5121-93-191
1501750-08-10Liempde482-263-542
1511752-05-12Boxtel392-146-121
1521754-04-02Boxtel392-146-257
1531754-04-19Boxtel392-146-266
1541755-04-09Boxtel8-63-045 Leen- en Tolkamer: rEscholutiEsch en plakkaten van Staten-Generaal en Raad van State (8-63)
1551755-07-12Boxtel9-34-064 Raad en RentmeEschter-Generaal Domeinen
1561755-07-29Boxtel392-147-049
1571756-11-06Boxtel392-147-100
1581759-10-25Esch5001-075
1591759-10-25Esch5118-38-350
1601763-02-15Boxtel392-148-113
1611764-02-09Boxtel392-148-194
1621764-10-01Boxtel392-148-269
1631765-08-08Boxtel392-149-065
1641766-07-16Boxtel482-266-043
1651767-12-30Liempde482-265-196
1661769-06-12Boxtel1054-512-026
1671768-11-10Liempde482-215-732l
1681770-06-21Esch5118-39-273
1691771-05-30Boxtel392-150-223
1701771-06-01Boxtel1054-514-041
1711771-12-05Berlicum1757-829
1721772-01-02Den Dungen1758-005
1731772-01-04Den Dungen1758-008
1741772-01-30Boxtel1054-515-007
1751772-02-06Boxtel1054-515-011
1761774-03-00OirschotR-275 f-259
1771774-03-00OirschotR-275 f-259
1781774-03-00OirschotR-275 f-259
1791775-05-01Boxtel1054-518-028
1801776-02-26Boxtel1054-519-015
1811776-11-05Boxtel1759-873
1821777-04-08Boxtel1054-520-051
1831777-04-12Vught5123-55-584
1841777-04-15Hertogenbosch189 DTB19
1851777-10-09Boxtel392-151-388
1861778-07-26Boxtel1054-521-025
1871780-03-28Boxtel1054-523-030
1881787-02-05Michielsgestel5121-69-460
1891781-07-13Boxtel1054-524-036
1901783-04-17OisterwijkTB 847-529-156
1911783-05-29Boxtel1054-526-063
1921783-05-31Den Dungen5115-38-155
1931786-11-28Boxtel392-153-120
1941792-11-29Michielsgestel5121-102-090
1951796-04-19Vught5123-58-301
1961798-12-07Liempde482-268-152
1971798-12-07Liempde482-268-154
1981798-12-07Liempde482-268-158
1991798-12-07Liempde482-268-160
2001739-03-09Esch1054-497-076
2011739-10-28Boxtel1054-497-024
2021748-09-23Boxtel1832-17-102
2031748-11-23Boxtel1832-14-007
2041749-11-09Boxtel1832-22-034
2051765-08-24Boxtel1832-17-173
2061733-01-00Boxtel1832-06-075
2071747-09-06Boxtel1832-17-082
2081728-10-20Esch1435-004-34
2091725-10-01Boxtel392-141-077
2101747-05-06Boxtel1832-17-128
2111754-02-25Boxtel1435-11-009
2121735-10-23RosmalenFS005844746-602
2131752-05-18Boxtel1832-17-120
2141728-02-16OirschotNTI-15219-193-
2151736-11-12Bs00238_D_Best_0001
2161736-11-10Oirschot10217_1469
2171783-00-00Den Dungen1433-010-020
2181785-06-22Esch1435-004-123
2191745-10-13Esch1435-004-051
2201786-05-18Boxtel1832-17-282
2211752-07-08Boxtel392-219-032
2221752-07-08Boxtel392-5-074
2231752-07-13Boxtel392-219-033
2241752-07-28 Boxtel392-219-034
2251752-07-29Boxtel392-219-036
2261752-07-30Boxtel392-219-038
2271752-07-31Boxtel392-219-037
2281753-09-12Boxtel392-219-039
2291753-09-12Boxtel392-219-040
2301753-09-14Boxtel392-219-040
2311753-11-10Boxtel392-219-041
2321753-11-12Boxtel392-219-044
2331753-11-19Boxtel392-219-044
2341753-12-15Boxtel392-219-050
2351753-12-17Boxtel392-5-075
2361753-12-18Boxtel392-5-075
2371753-12-18Boxtel392-5-076
2381753-12-18Boxtel392-219-052
2391753-12-19Boxtel392-219-053
2401753-12-20Boxtel392-219-053
2411755-04-09Boxtel8-63-044
2421755-07-12Boxtel9-34-064
2431753-10-09Rm1003-589-16
2441753-10-10DalenbroekLb-01.006-158-5r
2451753-10-14DalenbroekLb-01.006-158-2
2461753-10-14DalenbroekLb-01.006-158-7r
2471783-10-08Boxtel1832-17-267
2481816-01-06Liempde093-50-4673-1816_003
2491794-08-22OisterwijkDTB-017-029
2501724-08-31Boxtel1832-05-122
2511784-11-29BestD_Best_0008_024
2521753-07-08OirschotD_Os_0031_343